Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VANf 20 AUGÜstÜS
No. 2620
Javasche Bank en muntherziening
door C. A. KLAASSE
J v
T~) AT op de voorstellen der in April
1921 geconstitueerde Staatscom
missie voor het Muntwezen, vervat in
haar rapport, dat voor ongeveer l J
jaar het licht zag, tot dusverre nog
geen beslissing werd genomen is niet
te wijten aan het uitblijven van com
mentaar op die voorstellen van de zijde
der Directie der Javasche Bank. Blij
kens het jongste jaarverslag dezer in
stelling, dat voor kort verscheen, werd
reeds op 12 October van het vorige
jaar. een schrijven bevattende het
oordeel der Directie verzonden aan den
Gouverneur Generaal. Waar de ver
houding tusschen het Indische en het
Nederlandsche muntstelsel een der
voornaamste onderwerpen van de pro
posities der Commissie uitmaakt is de
meening van de verantwoordelijke in
stantie der Indische circulatie zeker
een beschouwing waard.
In het vorenaangehaalde rapport
wordt scheiduig van de muntstelsels
van moederland en koloniën
wenschelijk geacht. Dat zulk een scheiding niet
van belang is voor de gouden stand
penningen, doch in hoofdzaak voor de
zilveren teekenmunt, waarvan de o>
culatiewaarde aanzienlijk ligt boven
de metaalwaarde behoeft wel geen be
toog. Onder het huidige
eenheidsregime toch kunnen deze munten
(Rijksdaalders, guldens, halve gul
dens) ongehinderd uit Indiënaar Ne
derland en omgekeerd emigreer en, om
in beide circulatiegebieden te worden
geaccepteerd tegen de nominale waar
de. Aanzienlijke bedragen zijn in het
verleden van hier naar de Koloniën af
gevloeid ter vereffening van goederen
aankoopen van veel hooger reëele
waarde dan het in betaling gegeven
metaal. Werden de voorstellen der
Commissie tot wet verheven dan zou
terugvloeien dier munten op dezelfde
basis niet meer mogelijk zijn, wes
halve Indië's circulatie, voor zöovei
'uit teekenmunt bestaande, plotseling
tegenover het buitenland i.c. het
Rijk in Europa aanmerkelijk in
waarde zou dalen. De Commissie
meende dan ook de scheiding eerst
geleidelijk te moeten doorvoeren. Ech
ter nam zij in haar rapport een tweede
desideratum op, dat, indien tot werke
lijkheid verheven naar de onder
havige brief der Javasche
Bank-Directie terecht opmerkt de scheiding
onmiddellijk nagenoeg volkomen effec
tief zou maken. Dit tweede punt be
treft namelijk: onmiddellijke afschaf
fing van de bepaling in de Nederland
sche muntwet, die de teekenmunt tot
wettig betaalmiddel voor onbeperkt
bedrag stempelt. De Commissie wil die
wettige betaalkracht beperken tot een
bedrag van ? 100.?. Practisch zoude
daardoor Indië's bevoegdheid om naar
het moederland zilvergeld te
remitteeren illusoir worden, indien althans niet
de mede in het rapport aanbevolen
maatregel om 's Rijks Kassen te ver
plichten in onbeperkte mate teeken
munt te accepteeren, aldus moet
worden geïnterpreteerd, dat ook de
Nederlandsche Bank 's Lands Kas
sier onder die bepaling valt. Lag dit
laatste in de bedoeling dan had de
?:heele bepaling beter achterwege kun
nen blijven.
: . - . ? * *
*
De conclusie waartoe de Directie der
? JavascheBank in haar opgemeld schrij
ven komt is, dat ook zij het
wensche; hjk acht dat op den duur volledige
. muntscheiding wordt doorgevoerd.
Terecht l Waar practisch gesproken de
teekenmunt fiduciair circulatiemiddel
is, moet het toch onlogisch worden ge
acht twee overigens geheel gescheiden
landshuishoudingen op het stuk dier
circulatie innig te vermengen. Echter
waarschuwt het schrijven aan den G.G.
tegen ' overhaasting. De bestaande
regeling toch is voor den Indischen
gulden een niet te onderschatten
steun; deze valuta kan daardoor tot
op zekere hoogte tot zoover de
zilvervoorraad reikt ? drijven op het
muntstelsel van het moederland. Al
vorens dien waarborg weg te nemen,
dient men eerst de basis waarop de
Indische munt steunt te versterken.
Ik kom hiermede tot het tweede
punt van de critiek door de Javasche
Bank uitgeoefend op de hervormings
voorstellen, n.l. die betreffende in
trekking van de wet van November
1919, waarbij het gehalte der
teekenmunten werd verlaagd van 945 tot
720. Verre van de na invoering dier
wet geslagen munten te willen om
smelten ter verhooging van het ge
halte, meent de Bank te moeten voor
stellen de nog circuleerende munten
van hoog gehalte om te smelten tot
zulke van lager legeering, waardoor
een winst zou ontstaan die naar schat
ting ? 40 millioen zou beloopen. Hierin
meent de Directie het ei van Columbus
ter oplossing van de Indische
financieele problemen te hebben gevonden.
Die winst zal worden toegevoegd aan
het muntfonds", terwijl te gelijker
tijd de bestemming van dat fonds
wordt uitgebreid van dekking van ver
liezen door zilverontmunting tot be
steding ter handhaving van de pariteit.
Na de vorming van dit suppletiefonds
meent de bankdirectie dat de positie
van de Indische munt voldoende krach
tig geacht mag worden, om scheiding
te rechtvaardigen. Voor dat geval
meent zij. zelfs te kunnen afzien van de
garantie tegen verlies door ontmunting
tot een bedrag van / 25 millioen welke
de Commissie in het muntrapport
voorstelt.
Wat is nu het essentieele in de
critiek der Indische circulatiebank ?
Allereerst den wensch om de munt
scheiding uit te stellen totdat tijd en
wijle de positie der Indische valuta
is versterkt. Zoowel het koersverloop
van den Indischen gulden, als de ba
lanscijfers der Javasche Bank wijzen
allerminst op zwakte in de positie dier
valuta. En hoewel het juist is, dat ?
zooals de Directie in haar brief op
merkt de positie der Indische munt
eenheid zeer wisselvallig is, en onder
hevig aan de resultaten der tropische
cultures, die het karakter van de be
talingsbalans somwijlen plotseling
kunnen doen omslaan, voorloopig
schijnt een teveel aan zilvergeld in
Indiënauwelijks te vreezen. Eerder
moet men op een tekort in de naaste
toekomst bedacht zijn. Het lijkt dan
ook weinig gerechtvaardigd, om de
saneering der verhouding van het
Nederlandsche tot het Indische munt
stelsel om die reden uit te stellen.
* * *
Wat tenslotte het plan betreft om
door omsmelting van teekenmunt
van het 945-gehalte in zulke munt van
720-legeering een fonds te vormen ter
versterking van de positie van den
Indischen gulden; dat lijkt wel zeer
apocrief. Door muntverzwakking
muntversterking teweeg te brengen
klinkt niet alleen onwaarschijnlijk,
maar is dat ook. Inderdaad zou het
mogelijk zijn met de aldus te scheppen
nieuwe munten de muntreserve"
gouddeviezen aan te koopen en de
buitenlandsche portefeuille daarmede
BATSCHARI5LEIPNER
NIEUWE
VERPAKKING
(ynder den jfi. U./taarten
\ofi
ars
tffaarlem
en
(Ji
aag
^nmsterclam
Alphen a/d Rijn
BADKilMEIIINIIimil
zoowel eenvoudige als betere uitvoering.
G. J, DE KONING 6 ZOON
Keizersgracht 447, A'dam
Tel. 43688. Opgericht Ao. 1739.
PIERRE MARIEL
DE FRATELLINI
De geschiedenis van
drie clowns
met 6 portretten en 50 autotypieën
bewerkt door
}. W. F. WERUMEUS BUNING
/ 2.40; gebonden ? 2.90
Amsterdam, N.V. Em. Querido's U.-M.
te versterken. Doch dit is slechts mo- koopen met nieuw te scheppen
bankgelijk als de betalingsbalans actief is. biljetten. Deze argumenteering tegen
Is dat het geval dan zal men echter de voorstellen der muntcommissie
zulk een deviezenvoorraad eveneens komt mij dan ook niet weinig naief
kunnen vormen door deze aan te voor.