De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 20 augustus pagina 17

20 augustus 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTER^AMMER VAN 20 AUGUSTUS 192? 17 Uit het kladschrift van Jantje Kunstbotervrede en beozieeoorlog Eene bedreiging voor het tvereldhuishouden door MELIS STOKE 'T* WEE kreten zijn in de afgeloopen weken vernomen .... Twee kre'ten op wereldhuishoudelijk gebied. Een van vijandschap en haat, en een van vrede en vriendschap. De petroleum is in oorlog geraakt. Maar, Goddank is, ongeveer in dien zelfden tijd, op het terrein van de kunstbeter de eerste stap tot den vrede gezet. Zoo gaat het nu altijd in deze roezige 'wereld. Nauwelijks vernemen wij omtrent het Locarno van de kunstbeter, waar Jurgens en Van den Bergh in eene ? vettige omhelzing elkander beloven dat het voortaan beter boteren zal.... of daar ontvlamt het tweepits-petroleumtoestel van de wereldhuishouding en liggen de Koninklijke en de Stan.dard-OU hopeloos overhoop. l Eene huismoeder die, uit den aard ?van. hare dageUjksche bezigheden, n 'met kunstbeter, n met petroleum te doen heeft, klaagde ons dezer dagen haar bitteren nood. '?? Meneer zoo zeide zij, en het schreien stond haar nader dan het lachen het is voor een fatsoendelijk .mensch tegenwoordig niet meer uit te houden assie een greintje gemoed heeft.... Ik weet het wel dat er tegenwoordig een hoop van die onver schillige bobbiekop-vrouwen zijn, die bna niks geven als dansen, maar voor iemand die een beetje nadenkt is de wereld een tranendal. Als ik m'n petrolie-stel aansteek, en ik zet er de koekepan op met een kluitje kunstboter, dan moet ik denken aan die vreeseUjke oorlogen die ik op me ge weten heb. Ze zeggen wel dat de toe komstige oorlog een petroleumoorlog .wezen zal, en het kan ook best wezen dat het een margarine-oorlog worden mot, maar dan is het toch een vreeselijke gedachte voor een mensch dat hij daaraan meewerkt of hij wil of niet. Ik haat den oorlog. Ik moet er niks van hebben. Vroeger hoefde een mensch bij zijn petrolietoestel niette denken aan die bloederige bolsjewieken, maar tegenwoordig zorgen de kranten er wel voor dat je tot in je dagelijksche werkzaamheden met moord en revoluusje vervolgd wordt''. Er ligt een diepe waarheid in deze getuigenis van eene eenvoudige vrouw. De heer Deterding trekt, in zijn be roep op de beschaafde wereld om te velde te trekken tegen de Sovjets, een te grooten wissel op de gemoedrust van eenvoudige lieden. Ik heb eerlijke en conservatieve dienstboden gesproken die bang zijn om een ei te bakken, omdat je toch nooit weet waar die petroleum van daan komt en omdat ze doodsbang zijn door die daad de verantwoordelijkheid voor minstens n menschenleven op lich te laden. Er zijn tegenwoordig oude heeren van strenge principes, die geen taxi nemen voordat zij den chauffeur op eer en geweten hebben gevraagd of er geen Russische benzine in de tank zit. De heer Deterding moge dit een succes noemen, wij gevoelen in deze resultaten een pijnlijke verstoring van den regelmaat van ons dagelij ksche leven. Dezer dagen is het nog voorgekomen dat op het Plein voor de Witte te 's Gravenhage een oud-resident met veel pijnlijke pourparlers is uitgestooten van zijn bittertafel, omdat door een toeval uitkwam dat zijn sigarenaanstekertje Russische benzine bevatte. Men verweet hem dat hij door het gebruik van die benzine een aanzienlijk deel van de verantwoordelijkheid voor de relletjes op Java en Sumatra op zich geladen had. Een oud-kolonel ging zelfs zoo ver hem op ruwen toon te verwijten dat de flinke Menadoneesche militairen nooit zoo onder den invloed van de Sovjetagenten gekomen waren, als hij, de resident, die agenten niet geholpen had aan de noodige contanten om die Jongens en mannen op te hitsen, alle maal door het gebruik van de Russi sche benzine. De Resident verklaarde toen dat hij geen auto had en dat de benzine op zijn waschtafel stond in een fleschje van vijftig gram, en dat hij al zoo lang met dat fleschje deed.... Maar toen is een van de heeren stil letjes naar binnen gegaan om dorleverancier van die benzine op te bellen, en toen kwam hij terug met van verontwaardiging trillende snorpunten, want uit de mededeelingen van den leverancier bleek dat de resi dent juist na, den oproep van Deter ding een nieuw fleschje besteld had. En dat deed in dien kring van antibolsjewieken de maat overloopen. Vruchteloos trachtte de resident te verklaren dat hij, op het moment dat hij het fleschje besteld had, de courant nog niet had ingekeken. Toen riepen ze allemaal dat hij het fleschje dan terug had moeten sturen. De Kolonel, die van het Indische leger was geweest, bulderde toen dat dit nu weer eens een doorslaand bewijs was dat het Bestuur de Militairen altijd en altijd trachtte te dwarsboomen en dat het hoog tijd werd dat de bevoegdheden van burgerlijk en militair bestuur eens duidelijker wer den afgebakend, en dat zooiets onder Van Heutsz nooit zou zijn voorge komen. Waarop de Resident weer zei de dat die afbakening van bevoegd heden hem toch zeker vrij zou laten om, wanneer hij gepensioneerd was, voor zijn sigarenaanstekers de benzine te gebruiken die hij gebruiken wou. Waarop de Kolonel hem uitmaakte voor een rooien ethischen slappeling en een godvergeten anti-nationalist. Zoo kwam van het eene woord het andere. . . . Kenners zeggen: MIJ smaakt allén een BROCHES Clgaret" Een referendaris met een pandjesjas vol vlekken riep hartstochtelijk uit dat hij nog liever met zoo'n jas vol vlekken bleef rondloopen dan dat hij riskeerde door den aankoop van benzine die vervloekte communisten een handje te helpen. En toen toonden alle clubleden vol fierheid hun jassen vol vetvlekken en beriepen zich op het voorbeeld van Isabella die geen schoon hemd had willen aandoen vóór het beleg zou zijn gelukt. De resident had het ongeluk in deze stemming van martelaarsschap voor de beschaafde wereld en het behoud der overzeesche gewesten op te merken dat de heeren te ver gingen. Met het bekende gevolg. .. . En zoo zal dan, onder andere ge volgen, de oproep van Deterding tot resultaat hebben dat de jassen van tallooze oude heeren, bevlekt met de gezamenlijke vredesproducten van Jurgens en Van den Bergh, voor onbeperkten tijd ongereinigd zullen blij ven, althans zoolang er geen gepaten teerde anti-bolsjewistische-anti-vlekken-benzine aan de markt zal worden gebracht.... Zoo sleept de eene ellende de andere met zich mede. Jurgens en Van den Bergh hebben het kunstboterzwaard omgesmeed in een kunstboterploeg. . . . maar alle heerlijk-vette gevolgen die deze vrede zal hebben vallen in het niet bij de onoverkomelijke bezwaren die de oor logsverklaring van Deterding voor de orde- en rust-lievende gezinnen in deze wereld verwachten doet. . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl