De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 27 augustus pagina 12

27 augustus 1927 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 AUGUSTUS 1927 No. 2621 Het raadsel van Hollywood * De figuur van Charles Spencer Chaplin heeft reeds heel wat pennen in beweging gebracht. Kunste naars, critici, psychologen alles cirkelt in ' .Voortdurende nieuwsgierigheid om den kiemen Oost-Londenaar en het publiek wordt niet moede Al die beschouwingen, analysen en studies te lezen?? ook al wordt het er misschien niet veel wijzer door. "Want het feit zelf, dat men over Chaplin niet uitjjeschreven raakt, bewijst, dat geen enkele karak teristiek als volkomen juist en bevredigend kan ?worden beschouwd. Iedereen interpreteert het phenomeen met de slobberbroek en het bol-hoedje, ?op zijn wijze en het moge een troost wezen voor de ^verschillende essayisten, dat niets minder licht over Charles Chaplin verspreidt, dan hetgeen hij over zichzelf zegt. Intusschen zoekt men onwillekeurig naar de oor zaak van deze universeele belangstelling, die soms , t»t nieuwsgierigheid wordt opgedreven. Het kan 's mans artistieke beteekenis niet wezen men interesseert zich voor de persoon van een groot kunstenaar in den regel eerst na zijn dood. Even min geeft Chaplin's privéleven aanleiding tot zulk «en overmatige interesse hij leeft kalmpjes en stilletjes voor zich heen en zelfs het bekende huwelijks-schandaaltje is in Filmlaiid" niets onge?woons. Hoe komt het dan dat het oog der wereld ' en speciaal van de intellectueele wereld nu reeds bijna vijftien jaar, in nverflauwde span ning op het Chaplin-verschijnsel gericht blijft ? Omdat hij naar ik vast geloof voor onzen nerveuzen, zoekenden tijd het Mysterie is en wel het ?Boeiendste van al: het onbewuste mysterie! Want aan dit merkwaardige genie, dat de volken der «arde heeft ontwapend en aan zich weten te onder werpen, als nog geen veroveraar vóór hem is let bijzondere, dat het... . eigenlijk heelemaal niet bijzonder is ! Alles, wat den kunstenaar interes sant" maakt, is aan dit kleine, stille manneke vol komen vreemd. Hij is noch indrukwekkend schoon noch imposant leelijk. Hij is niet buitengewoon braaf en niet slechter, dan wij allemaal op onzen tijd zijn.... hij is zelfs niet ziekelijk of pervers, het minste toch, waardoor een groot man, die zich respecteert, zich kan onderscheiden. Hij is maar een nee! gewoon circus-clowntje, dat ijverig zijn best doet grappige, goed-verkoopbare stukjes te maken. Dat hij, al werkende, door een vreemde hartstocht bezeten wordt door een beslistheid en een hard nekkigheid, die eigenlijk heelemaal niet bij zijn .timide persoonlijkheid passen, vindt hij zelf wed ik heel gewoon: de natuurlijke overgave van iemand, die met lust en ijver zijn werk doet. Eerst van ons, critici en snuffelaars, heeft hij vernomen, dat dit nu de mentaliteit van den scheppenden - kunstenaar" is. Ik ben er van overtuigd, dat hij ons maar toe laat praten zonder er, diep-in, een steek van te begrijpen of er een oogenblik aan te /gelooven. Den dag, waaro-p hij het begrijpt en er aan gelooft, is hij vrees ik als kunstenaar ver loren. Wij naderen dit wonderlijke ventje met honderd vragen op de lippen, om te bemerken, wanneer wij doof zijn klare, heldere oogen in zijn simpele, on gecompliceerde ziel kijken ??dat er eigenlijk niets ie vragen valt. En wij retireeren eenigszins ver legen, met wat rubbish over zijn hoedje en zijn Schoenen maar nauwelijks hebben wij de deur achter ons toegetrokken, of onze hoe- en waarómnatuur wordt weer opnieuw verontrust door de?zelfde raadselen, die wij niet kunnen doorgronden, omdat het geen raadselen zijn. Immers, het grootste ': mysterie blijft voor onze eeuwig speurende eeuwig achterdochtige oogen, het mysterie van den een voud en der ongekunsteldheid. Zoo pijnigen wij onze hersens voortdurend met de vraag: Wat is Chaplin? -?Wie is Chaplin? En wij komen, na veel gerede neer en na eindelooze uitpluizerij tot de conclusie dat Chaplin Chaplin is ! Hetgeen alles saamgenomen, het verstandigste is, wat wij doen kunnen. Dékleine bibliotheek, die er zoo langzamerhand over Ohaplin. is verschenen, werd dezer dagen ver meerderd, met een studie van Hollandschen oor sprong : de heer Constant van Wessem, op zijn beurt door het raadsel van Hollywood aangetrokken, heeft zich neergezet en zijn overpeinzingen te boek gesteld l). Het mag na hetgeen voorafging als een verdienste aangemerkt worden, dat hij de zaak niet al te psychologisch aanpakte en het gevalChaplin vrij concreet behandelt. De meer abstracte divagaties, die in zijn boekje voorkomen, zijn groo tendeels ontleend aan diepzinnige verhandelingen van buitenlandsche schrijvers en er zijn ontstellende voorbeelden van analyseer- en theoretiseer-manie bij. Zoo het citaat van Jean Prévost (ik ken het werk overigens niet) waarin deze omtrent Charlie's masker zegt, dat hij er de aandoeningen op mimeert zonder eenig spel der gelaatsspieren, alleen door een niet verstarde evenwichtigheid, door een lichtelijk verplaatsen der weeke partijen van het gelaat: oogen, wangen, lippen" en zelfs twee duide lijke formaties der uitdrukkingslijnen vaststelt: de ene in de breedte gaand, van het midden van het voorhoofd langs de oogbeenderen naar de kin, de andere, kleiner, van de neus, langs,de hoeken van den mond naar de kin, verlengd door de holten en groeven van de wangen". Zie een dusdanig kerven in de meest spontane, naive en bekoorlijke kunst, die het witte doek aan te wijzen heeft, is bijna griezelig. Gelukkig bevat het boekje, naast dergelijke ana tomische colleges, ook karakteristieken van Chap lin, die leven door een scherpe observatie en frappan te reproductie. Zoo zegt de auteur van Charlie's jasje: ,,. . . .het jacquetje is te nauw, met te korte mouwen en zit hem om het lijf alsof het tegelijk zijn overjas is en hij het er koud in heeft". Voortreffelijk is ook de volgende karakteristiek: . .. .een onzinnig contrast met de onbewogenheid van het gezicht ontstaat dan dopr de plotse linge explosie van beweging in de geheele figuur als deze met de ledematen als een levend seinenstelsel aan zichzelf begint te telegrafeeren: Gevaar !" En bliksemsnel met een wapperende wijde broek en belachelijk kleine handen springt de figuur in een holder-de-bolder ijver zich op een vlucht toe leggend, pijlsnel de hoek van een straat om. Daar entegen als de moeilijkheden niet meer te ontwijken zijn beveelt de figuur aan zichzelf kalm te blijven, zich niet door woede bloot te geven, de hand waar dig afwerend of vermanend kalmeerend tusschen zichzelf en zijn belager te houden, totdat hij het zwakke punt in de situatie ontdekt heeft en er bliksemsnel gebruik van maakt. . . ." Behalve dat het nuttig en vermakelijk is voor den lezer, de Chaplin-figuur door dergelijke goed geobserveerde en aardig weergegeven fragmenten, voor zijn geest te zien herleven blijkt eruit, dat de auteur zijn onderwerp aandachtig heeft bekeken en grondig bestudeerd. Wat ook de conclusies van het boek mogen zijn of men het er mee eens is, of niet in ieder geval heeft men het aangename gevoel met eerlijk werk te doen te hebben en niet met een litterair experiment. Ik ken moet u weten menschen, die alleen maar Goldrush" zijn gaan zien, zooals ze naar een kalf met vijf pooten zouden kijken en die niettemin vellen vol kunnen schrijven over Charlie Chaplin, het Dingan-sich". Als de molen eenmaal aan het malen is, halen ze er Freud en de wereld-revolutie bij en de arme kleine Chaplin blijkt niets meer dan het onbeteekenende voorwendsel te zijn voor een meneer, die zichzelf gaarne hoort. De film begint de ri gueur" te worden bij het intellect en het is wel een van de somberste schaduwzijden van dit overi gens verheugend verschijnsel, dat alles, wat het maagdelijk papier belaagt, nu met alle geweld wil publiceeren: Wat ik, over de film denk !" God beware de arme rolprent het rampzalige Stem"experiment ligt nog versch in het geheugen. ... ik DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVER TROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMBT6RD. VEERKADE 22» OEN HAA» voor mij praat nog liever met een bioscoop-portier, die weet er in ieder geval iets van ! De heer van Wessem heeft niet alleen de films van Chaplin bestudeerd, ook zijn kennis van de Chaplin-litteratuur is zeer uitgebreid misschien wat te uitgebreid, in zooverre het boekje voor een niet-onaanzienlijk deel uit citaten bestaat. Intusschen is dit nadeel betrekkelijk, want het geeft in ieder geval een kijk op de diverse meenin gen. Wat de auteur zelf over zijn sujet zegt, is veelzins het lezen waard. Zoo b.v. het hoofdstuk: Is Chaplin een clown?" een der beste deelen waarin hij met de inderdaad wat vage en onjuiste opvatting, als zou Chaplin een clown in de gewone circus-beteekenis zijn op afdoende wijze breekt. Ook het chapiter Chaplin's kleeding", dat door deze materie, feitelijk Charlie's beeldend vermogen raakt is interessant en met het dwaze gezeur, dat Chaplin het costuum van anderen (in casu: Little Titch) zou hebben geïmiteerd wordt grondig af gerekend. Zoo Little Titch deze (Chaplin's) hoed al mocht hebben gedragen, niemand draagt Little Titch's hoed zóó als Chaplin" besluit de auteur. Met belangstelling leest men ook, wat Chaplin over zich zelf zegt al zullen misschien velen met mij van meening zijn, dat niets minder betrouwbaar is, dan deze auto-biografie en zelf-analyse. Immers ons gezond verstand en een onafwijsbaar in stinct, weigeren van den kleinen, grillig-spontanen charmeur, zwaarwichtigheden te aanvaarden als: Ik ben geen clown ! Mijn clowneskheid heeft een innerlijke beteekenis. Ik zou liefst mij zelf als mi misch satyrist willen beschouwen " enzoovoort, enzoovoort. Kom, kom apekool ! Men proeft er den interviewendon journalist uit.... zeker niet den heer-lijken improvisator, die zelfs geen scenario schrijft !" Een ander hoofdstuk behandelt Charlie's com plete oeuvre, van zijn Keystone-comedy's tot en met Het circus" een overzicht, dat bij een heropvoering der Chaplin-films (zooals dit jaar in Parijs is geschied) goede diensten kan bewijzen. Tot slot volgt, volledigheidshalve, een overzicht van Charlie's privéleven, waaraan de liefhebbers hun hart kunnen ophalen: zelfs de korte idylle met Pola Negri ontbreekt niet ! Alles saamgenomen een boekje, dat vele lezers zal trekken en dit door zijn ernstigen en belangwekkenden ondergrond ongetwijfeld verdient. 1) ,.Charlie Chaplin" door Constant van Wessem. Uitg. Mij. De Gulden Ster", Amsterdam. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE AMSTERDAMMER" KEIZERS GRACHT 333, AMSTERDAM. Hier is de Kachel!!! een vulkachel, U kent toch het nieuwe systeem CENTRALE VERWARMING. Zoo niet, vraagt nog heden onze brochure: IN DEN WINTER DE ZOMER IN UW HUIS HERINGA & WUTHRICH, HAARLEM. Tel. 11966 Voor den. Haag: C. OLDENBURO Jr., RHswljk. Tel. Den Haag 18970 Voor 't Gooi: W. SE1BERT, Oranjelaan 3 A, Bussum. Tel. 1515.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl