Historisch Archief 1877-1940
20
DE GROENE -AMSTERDAMMER VAN 27 AUGUSTUS 1927
No. 2621
De FTaeldümmérs
.s>.
t
I "
TELEFOONTJE
door CEL 2
Nieuwe uitgaven
Met het Middenstandscongres,
juffrouw. Vraagt u den Voorzitter
even aan het toestel.
maar wat weet het Nederlandsche
volk tegenwoordig van zijn
middenstand?
Met meneer Schürmann?
Prachtig. Ik herken onmiddellij k
het geluid van al de schormannen.
Van Willem en Jules en Josef. Te
vreden over den gang van zaken van
het Congres?
Niets anders dan dat jullie veel
te hooge winsten maken.
........... . ................
Ik zeg niet dat het zoo is, maar
de tegenpartij colporteert dat ijverig
en wat doen jullie om dien indruk
weg te werken?
En wat een belangstelling in de
groote pers voor jullie !
??Beroerd dat het alleen maar is
als er een congres of zoo iets is.
Zoenhandjes in het donker.
Heb jullie een slagwoord? Heb jullie
propagandisten? Waar zijn de
bewegingen waar jullie je schouders
onder zet?
Heb jullie niet een persbureau
dat buiten congrestyd de belang
stelling ui het ruggemerg van de
maatschappij levendig houdt ?
Zonder reclame kan zelfs de
middenstand niet in dezen tijd, ver
geet dat niet. Dat hoef ik toch den
broer van Josef niet te zeggen !
Waarom nemen jullie niet een
voorbeeld aan de politieke partijen.
Wat zouden die zijn zonder de re
clame?
Jullie zijn te koest. Maak lawaai,
desnoods onderling. De kranten moe
ten minstens eenmaal in de week een
schandaaltje hebben over den midden
stand, of een hymne er op. Maar
jullie moet over je doen spreken.
Hoe is de S.D.A.P. zoo groot
geworden? Door niets anders dan dat
de groote pers de kleinste
snertvergadering versloeg, van de herrie notitie
nam, de kopstukken bij nacht en
ontijden interviewde en nu staan ze
vreedzaam naast het dierenhoekje
op de fotopagina. En jullie?
t
Meuwsen wist wat de pers voor
een partij, voor een organisatie
beteekenen kon. Die leefde met de pers,
Het is of jullie niet bestaat of
dat de groote kwesties voor jullie
niet bestaan.
............................
Ik geloof waarachtig dat jullie
te netjes zijn.
............................
Nou, je hoeft geen ruiten ergens
te gaan ingooien of betoogingen langs
den openbaren weg te houden. Maar
je moet van je bestaan laten blijken.
............................
Waarom zou voor ons
onpolitieke volk alleen de politiek attracties
hebben? Laat de partij -politiek maar
over aan de politici. Die hebben haar
op een al te schoon peil gebracht.
Maar er is nog zoo iets als de groote
politiek. Als in de groote levensvragen
de Middenstand van zijn oordeel deed
blijken, als het zijn adviezen gaf, niet
alleen in een middenstandsraad maar
openlijk in de kranten, als. . . .
............................
Ja, als jullie bang zijn om je aan
koud water te branden dan ....
............................
Roept de vergadering? Dan
veel succes, maar denk eens na over
dat persbureau. Reclame, reclame en
nog eens reclame. En dus
---............................
Dan maar tot het volgende
congres en wel te rusten !. . . .
_ r
p?Caesar.
wan
maakte zal gekomen zijn...
Rotterdam 192 / . Nijgh en
_ . , ,
van JJltmar s
Ik begrijp den titel van dit boekje
niet goed. Het is een stuk van den
bijbeltekst: ....doch wanneer het
volmaakte zal gekomen zijn, dan zal
hetgeen ten deele is teniet gedaan
worden". (Ik zou het niet weten als
die tekst niet als motto aan het
verhaal vooraf ging). Wat hier teniet gaat,
is het leven van het overspannen
onderwijzeresje, dat zich, nadat ze een
poos geworsteld heeft met een
hopelooze liefde, in school over de
trapleuning gooit, maar hoe dat moet
rijmen met den aangehaalden tekst,
is mij niet duidelijk. Ik wil niet
veronderstellen, dat de titel een diepere
symboliek inhoudt, en dat de schrijfster
tot zichzelf gezegd heeft: wanneer
het volmaakte zal gekomen zijn. . . .
dan zal er van mijn boekje ook wel
niet veel meer over wezen". Die
veronderstelling zou trouwens niet
heelemaal billijk zijn. Want het boekje is
niet volstrekt niets. Er komen aardige
notities in voor over den omgang van
Sijtje, het onderwijzeresje, met haar
leerlingen, aardige
moment-opnaampjes ook van de kinderen zelf. Notities,
waaruit blijkt dat de schrijfster goed
en scherp heeft waargenomen. En ze
vertelt die dingetjes met een fijnen
humor. Korte stukjes
natuurbeschrijving geven hier en daar een regel
zuivere plastiek. Maar dat goede zit
allemaal in het bijwerk. Want het
romannetje zelf is een erg
romantiekerig romannetje. Daar deugt niets
van. Dat die vroolijke Sijtje met haar
gezonden zin voor humor zoo maar
een-twee-drie zelfmoord pleegt, zal
geen mensch gelooven. Je gooit je-zelf
niet zoo gauw van de trap, al heb je
ook nog zoo'n verdriet, en al ben je
ook neg zoo hopeloos verliefd
---
MIDDENDORP
BADKAMEIINIIICIITINGEN
ZOOWel eenvoudige als betere Uitvoering.
G. ]. DE KONING 6 ZOON
Keizersgracht 447, A'da»
Tel. 43688. Opgericht Ao. 1739.
GERARD B. RIJKE
^-* ?*?' ?* V ?? * ?* V ?*?"^ ***? J. \ f-J ?*. x J?/
BINNEN ARCHITECTUUR
KEIZERSGRACHT 559 ~ Teief. 30559
TH p l C t C M 6 U 6 l l e C t l H
DE KLUCHT VAN DE BEUSKES
(Vervolg van pag. 19)
Oejoejoe! de pakkemanne ! 'k
word opgeleid!. . .. Moeder !.. .. Goli
ath I" riep ze huilend en ze week
achteruit tot ze tegen den muur van
't Dainberd botste.
Twee vorsters pakten Mieke vast,
die nog eens luid kreste en ze trokken
heur zachtjes omver, terwijl de twee
anderen van weerszijden gebukt ge
reed stonden om den drager eronder
vast te scharren.
Alle koppen rekten zich nieuws
gierig.
Doch waar ze 't koppel voeten en de
beenen van den Teppe meenden te
verwachten, ontdekten ze plots de
zwarte holte van een keldergat van
de brouwerij.
't Volk jouwde, riep en floot.
De vorsters pierden zenuwachtig
in Mieke heur hol lijf, pierden in den
donkeren kelder en toon vloekten ze
tegerieen: Hij is de pijp uit !"
En 't gelach en 't geroep van al dat
volk steeg maar eerst voor goed en
nog meer als daarginder Goliath, die
zijn Mieke miste, kwam aangewaggeld!
De reuskes werden op 't stadhuis
ondergebracht, de pijpers, de tromme
laar en ook Soe-de-Blazer, die sprak
van tooverderij. werden naar huis
gestuurd en daarmee was de
Reuskesoptocht afgeloopen !
Dien avond was 't bonlt in de Spaan
sc}le Poort, 't Leek of de Teppe razend
geworden was. De geburen moesten er
tusschen komen of er waren nog
ongelukken gebeurd. Ze deden de
schreiende Net naar heur moeder, die
Lisp woonde.
Drie dagen aan een stuk was de
Teppe zoo zat als een kanon. Hij
waggelde do stad op en aif op zoek naar
stafke, dien hij maar niet vond. Als
iemand het waagde over de Reuskes
^e gprejyjn, werd hij kwaad, speelde
7ijnen jas uit en wou vechten.
Na de kermisdagen moest hij op
>t stadhuis komen en hij kreeg van
den burgemeester een bolwassching
yan belang. Hij schreide: 't Is ons
Net heur schuld, Menheer den Burge
meester ! . . . . Ik had het nooit ofte
Waar Stafke gebleven was, geen
mensch die 't wist. Eerst maanden
die net meel. enhij was nog tien keeren
serieuser geworden, zegden ze.
TYP.: AMST. BOEK- EN STEENDRUKKERIJ, V/H ELLERMAN, HARMS & CO.