De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 27 augustus pagina 3

27 augustus 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2621 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 AUGUSTUS 1927 S, Fontainebleau door Pro/. Dr. H. BRUGMANS TEJVEN parel, in goud gevat, heeft men wel gezegd. De schooae slaapster in het bosch heet Fontainebleau bij anderen. Geheel juist is dat am niet meer. Het tegenwoordige Fontainebleau is een vrij groote stad met breede straten en singels; ?er is veel vreemdelingenverkeer; er zijn groote lotels. Toch is er nog altijd genoeg over van de oorspronkelijke situatie om te kunnen begrijpen, ?dat de heilige Lodewijk zich hier terugtrok in de ?eenzaamheid der wouden. Want nog altijd ligt het moderne Fontainebleau midden in het groote bosch, dat zich uren en uren ver uitstrekt naar alle zijden. Men spoort nog steeds door de donkere Jjosschen, die den indruk geven van de rustige ?eenzaamheid en zelfs verlatenheid van deze oorden. IBn men behoeft maar een mijl buiten de stad te zijn om midden in het geboomte te dwalen en zelfs téverdwalen; snel daalt de eenzame vrede der ongerepte natuur over den wandelaar. Ongerept is de natuur hier uit den aard der zaak slechts ten deele: ook hier is yeel aangelegd, wat oorspronkelijk lijkt. De Fransche staat, wien sedert ?eeuwen het groote domein behoort, onderhoudt liet met die zorgvuldige slordigheid, die bij zulk ?een natuurmonument past. Want het woud van Tontainebleau is waarlijk geen gewoon bosch of park met net en goed onderhouden paden en plant soenen. Het is veel meer geaccidenteerd dan wij in onze bosschen gewoon zijn; bovendien is het ?een rotswoud met zeer imposante partijen, die soms haast natuurwonderen zijn. Men kan zich meer dan ?eens in de vroegere tijden terug wanen! men meent ?de jachthorens te hooren in de verte van een vorstelijken stoet; het blijkt moderne Fransche ruiterij Ie zijn, die door het bosch galoppeert en dan plot seling rust houdt. Waarlijk, men kan zich indenken, dat in de der tiende eeuw de heilige Lodewijk zich hier midden in het woud aan de zorgen der regeering onttrok. Hier in de eenzaamheid kon hij zijn God zoeken «n vinden. Maar ook hier kon hij in snellen rit «n wilden ren het wild nazetten, klein, maar ook groot wild, evers, misschien nog wel wolven eu foeeren. En midden in het woud bouwde hij een jachtslot, welhaast een kasteel. Van dat middel«euwsche kasteel is uiterlijk weinig meer te zien. Maar de deskundige herkent nog in de zeer zware muren en ook in den half ronden vorm van som mige vertrekken den zwaren bouw der middel eeuwen. Uiterlijk is dat alles verdwenen. Want de re naissance, die haar stempel heeft gezet op het kasteel van Fontainebleau, had evenmin als eenige Andere nieuwe kunst eerbied voor haar voorgang,ster. In de zestiende eeuw gold de gothiek voor barbaarsch: bovendien, de nieuwe tijd vroeg geen zwaar bemuurde kasteelen meer, maar elegante, Aantrekkelijke paleizen: geen donkere somberheid meer-, maar lichte opgewektheid. Het leven was niet een zware depressie, maar een lichte schoonneid. De koning der Fransche renaissance, Frans I, die reeds Chambord en zoovele andere kasteelen bad gebouwd, vond te Fontainebleau den ouden zwaren bouw van den heiligen Lodewijk. Hij be sloot onmiddellijk tot stichting van een nieuw pa leis hier midden in het bosch. Niet de eenzaamheid der vromen trok hem aan, maar wel de jacht der bosschen, de jacht naar het schoone, ook de jacht naar de schoouen. Zoo verrees het moderne Fontainebleau. Zonder xjeerbied voor het middeleeuwsche kasteel bouwde Frans I zijn groot renaissance-paleis. Een groot deel van zijn stichting is nog aanwezig: overal ziet men nog het embleem van den ridderlijken koning, die wel bouwen, maar niet zwijgen kon. JDe geheele linkervleugel van het hoofdgebouw met zijn lage verdieping is van Frans I. Ook de weelderige kapel is uit dezen tijd. Maar hoe ver stond deze tijd van warm en diep godsdienstig gevoel af. Deze kapel is geen kerk, maar een feestzaal: hier is de godsdienst geworden tot een TABA SIGAREN ~ ~ ZIJN TOCH DE BESTE Het Fransch'Duitsche handelsverdrag Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek KEICHS-STEUEKAF1T EIN ECHTER DEUTSCHER MANN MAG KEINEN FRANZEN LEIDEN, DOCH IHEE WELXE TRINKT ER GERN." (GOETHE'S FAUST) pronkdienst, die niets heeft van waarachtige religie. Hier is alles menschelijk geworden; maar ook wel zeer aantrekkelijk: in alle weelde van kleur en goud is een liefde voor het schoone aardsche leven, zooals althans onze tijd het zich weinig meer bewust wordt. Frans I, die zoo weinig eerbied had voor het werk van zijn voorgangers, kan niet hebben verwacht, dat men zijn eigen schepping zou sparen. Dat is ook niet gebeurd; latere koningen hebben het gebouw van Frans I niet ongerept gelaten. Toch meer door bijbouw dan door ombouw hebben zij aan Fontainebleau gewerkt. Dat is volstrekt geen nadeel. Het is waar: Fontainebleau maakt niet den indruk van de geniale eenheid, die Versailles altijd weer achterlaat. Daar is niet het gebouw, dat de geestelijke schepping is van een geweldig monarch en van een groot kunstenaar. Aan Fon tainebleau hebben de eeuwen gewerkt: het vertoont daardoor een wat grillige maar toch ook vroolijke afwisseling, die Versailles geheel mist. Fontaine bleau mist de statigheid, maar ook de stijfheid, van de groote koninklijke residentie van Lode wijk XIV. Al dadelijk de zoon en opvolger van Frans I, Hendrik II, bouwde aan Fontainebleau voort: hij bouwde er een groote feestzaal aan, waar zijn em bleem te vinden is met dat van Diane de Poitiers. Maar het is vooral Lodewijk XIII ge weest, die aan het paleis zijn groote uitbreiding gaf. Groote en hooge galerijen, maar vooral ruime vertrekken heeft deze koning hier gebouwd en ingericht met alle weelde van toen reeds statiger geworden architectuur. Sommige gedeelten, die door Lodewijk XIII zijn gebouwd, laten de periode van Frans I geheel achter zich en laten Versailles voorvoelen. Veel meer dan Frans zocht Lodewijk in Fontainebleau de eenzaamheid, die den. wat verlegen vorst zoo goed voegde: een nobele, maar wat trieste figuur naast den strengen, sterken kardinaal. Met Lodewijk XIII is de eigenlijke bouwge schiedenis van Fontamebleau ten einde. Maar natuurlijk niet de geschiedenis. Want het paleis is vol van de allerbelangrijkste historische herin neringen. Ziehier de vertrekken van nadame de Maintenon: in een van deze kamers zeer karak teristiek teekende Lodewijk XIV de ordonnantie tot afschaffing van het edict van Nantes. In het algemeen: hoeveel verdragen, acten, decreten, ordonnantiën van Fontainebleau_zijn^er niet! In J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam?R'dam?Den Haag. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND deze kamers woonde Marie Antoinette, als het hof hier kwam jagen. Natuurlijk ook vinden wij hier de keizerlijke vertrekken van Napoleon; het is altijd weer merkwaardig om te zien, hoe onmiddel lijk de keizer, die toch maar een gewoon provinciaal was. zich overal aansluit bij zijn voorgangers. de oude koningen van Frankrijk. Zoo komen wij in de zalen en kamers, die paus Pius VII als de gevangene van den keizer eenige jaren bewoonde. Maar ook worden wij herinnerd aan de nemesis der geschiedenis: op deze tafel teekende Napoleon zijn acte van afstand; het groote voorplein van het kasteel heet nog altijd Ie cour des adieux; hier nam de keizer, verraden door zijn maarschal ken, afscheid van zijn trouwe garde. En dan is het vrijwel uit. Het Fontainebleau van tegenwoordig is geen historische plek meer, maar een historisch museum. Misschien is het daar beter om. Maar ten slotte waarschijnlijk toch niet: want liet leven gaat boven alles, zelfs boven de geschiedenis. SLUIT GEEN ZON BUITEN VRAAGT BEGROOTING VOOR EEN HUISINRICHTINQ MET UITSLUITEND DEN HAAG KLEURECHTE MATERIALEN MSTERDAM ? ROTTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl