Historisch Archief 1877-1940
roene ^jnslerdommer
voor Nederland
TRIANON
is toch gezelliger en
gedistingeerder
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C.
Niet te overtreffen
OPGERICHT IN 1877
No. 2622
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1927
i
Kroniek van de week
Ierland. de Jouvenel, Lord Cecil
en de Volkenbond
"'I' OEN Bismarck op Friedrichsruh het bericht
kreeg van Nobiling's aanslag op het leven
?van Keizer Wilhelm I (Juni 1878), riep hij dadelijk
uit: ,,Nu ontbinden wij den Rijksdag!"; eerst
?daarna informeerde hij naar den toestand van den
Keizer. Zoo bericht de geheimraad von Tïedemann,
die het geval bijwoonde.
Aan Bismarck's bezorgdheid over den Keizer
4al wel niemand twijfelen. Dat desniettemin zijn
?eerste reflex op de tijding van den aanslag een
politieke gedachte was, bewijst hoezeer zijn brein
zich bezig hield met de verwerping,een week tevoren,
van de uitzonderingswetten tegen de
sociaal? democratie; zelfs de nationaal-liberalen hadden
«r tegen gestemd. Nu echter ten tweeden male (in
Mei '78 had Hödel reeds op den Keizer geschoten)
het leven van den Souverein gevaar had geloopen,
berekende Bismarck onmiddellijk, dat thans het
?gunstig oogenblik gekomen was om den Rijksdag
~te ontbinden en verkiezingen te doen houden terwijl
?de verontwaardiging, die de nieuwe aanslag bij de
i overgroote meerderheid van het Duitsche volk
had gewekt, nog versch was. Hij bedroog zich niet;
de nationaal-liberalen waren bekeerd: zij en de
?conservatieven leverden hem in den nieuwen
Kijksdag de meerderheid voor de uitzonderings
wetten.
Andere staatslieden hebben, in soortgelijke
?omstandigheden, eveneens gehandeld als Bismarck.
Ook het kabinet-Cosgrave in Ierland heeft het
ijzer willen smeden, terwijl het nog heet was.
De vorige, week schreven wij hier over zijn wan
delen toestand; de beide tusschentijdsche ver
kiezingen, waarvan wij toen gewag maakten,
-liebben inmiddels plaats gehad en een voor de
regeering gunstigen uitslag opgeleverd. In strijd
/met de algemeene verwachting, dat . eerst over
?eenigen tijd zou worden overgegaan tot een ont
binding van de Dail, in de hoop dat de nieuwe
verkiezingen dan aan de regeering een vaster zit
?zouden geven dan zij op het oogenblik heeft,
besloot het kabinet-Cosgrave onmiddellijk na den
-voor haar fortuinlijken afloop der tusschentijdsche
"verkiezingen om een beroep te doen op de kiezers.
Klaarblijkelijk heeft de lersche regeering wind en
?weer dienende geacht om de reis op de
verkiezings;zee te aanvaarden; de aanvankelijke weigering van
de Valera's partij om den eed van trouw af te
ieggen en haar later weer terugkomen op dit besluit
hebben haar, zooals Cosgrave zal vermoeden,
-zooveel afbreuk toegebracht, dat er kans bestaat
?op vermeerdering van den aanhang der regeering.
De September-maand zal dus een woelige maand
"worden in Ierland, want de Valera zal het wel op
haren en snaren zetten om te voorkomen dat zijne
partij, die bij de verkiezingen in het voorjaar zoo
plotseling in beteekenis bleek te hebben gewonnen,
thans weder afbrokkelt.
In'Genève, op de Volkeiibondsvergadering, zal
het rustiger toegaan. Handgemeen zal men er niet
"worden. Belangrijke punten staan niet op de
-agenda; daar de voorbereidende conferentie voor
-de ontwapening er niet in geslaagd is dit onderwerp
in staat van wijzen te brengen, moet de Assemblee,
Hu de voorbereiding nog slechts voorbereid wordt,
maar niet is voltooid, weer geduld oefenen.
. Toch is het te hopen, dat de ontwapening op de
September-vergadering niet geheel zal worden
doodgezwegen. Twee geruchtmakende gebeurte
nissen van den laatsten tijd kunnen daartoe iets
?bijdragen.
De eerste is het besluit van den Yanschen
staatsman de Jouvenel om y.ich niet meer beschik
baar te stellen als lid van de Fransche delegatie
naar den Volkenbond een besluit, niet alleen
van beteekenis wegens het groot aandeel, dat de
Jouvenel tot dusverre aan de werkzaamheden van
dien Bond heeft genomen, maar vooral wegens de
motiveering ervan.
Als redenen toch voor het zich onttrekken aan
de taak, die hij met zooveel toewijding vervulde,
noemde hij: de passieve rol van den Volkenbond
bij dreigende conflicten waarbij groote mogend
heden zijn betrokken, en het feit, dat diezelfde
mogendheden in den Volkenbond een soort van
voor-parlement vormen, waarin alle belangrijke
aangelegenheden, die in de Assemblee ter sprake
moeten komen, vooraf worden bedisseld. Beide
motieven komen dus eigenlijk op hetzelfde neer,
en wel hierop, dat de groote mogendheden door
onderhandsche besprekingen hetzij den Volkenbond
op zijde duwen, hetzij aan de vergaderingen daar
van alle beteekenis ontnemen, omdat er door de
kleinen slechts ja en amen wordt gezegd op wat de
grooten onderling hebben vastgesteld.
Men kan daartegen aanvoeren zooals mr.
Limburg heeft gedaan dat de heer de Jouvenel,
die immers deel uitmaakte van de delegatie eener
groote mogendheid, het door hem gewraakte
kwaad beter had kunnen bestrijden, wanneer hij
niet het bijltje er bij had rieergegooid, maar
bij de regeering, die hem afvaardigde, alh pleit
bezorger was blijven optreden van den Volkenbond
in zijn geheel, en met name van de kleine mogend
heden tegenover de groote. Maar men moet aan
nemen, dat de Jouvenel dit reeds geruimen tijd
heeft beproefd en tenslotte, omdat hij er niets
mede heeft bereikt, in arren moede is weggeloopen.
Daargelaten of sommige aangelegenheden, die
naar zijne meening door den Volkenbond zelf
hadden moeten w-orderi ter hand genomen, niet
beter op andere wijze zijn afgedaan, valt het niet
te ontkennen, dat de Jouvenel heeft uitgesproken,
wat velen gevoelen: in zaken, waarbij het er op
aankomt, waarbij, zooals men vroeger placht te
zeggen, de vitale belangen" van groote mogend
heden zijn gemoeid, heeft de Volkenbond geen
doorslaggevende beteekenis. Hij kan wenschen
uiten; hij kan zelfs besluiten nemen; maar de
regeeringen leggen die rustig naast zich neer, wan
neer zij er geen uitvoering aan wenschen te geven.
Dezer dagen vergaderde ook de algemeene
Verkeersconfereutie van den VolkeiJbond. Ook
daar werd er over geklaagd, dat de regeeringen
in gebreke bleven verschillende overeenkomsten,
die op vroegere conferenties waren aangegaan, te
bekrachtigen. Men. besloot met klem aan te dringen
op het alsnog ratificeeren daarvan. Bij het op
maken van de lijst der nog niet bekrachtigde
conventies bleek deze echter zoo lang te zijn,
dat men zich maar tot de voornaamste beperkte,
daar het opsommen van alle aan het beoogde
doel afbreuk dreigde toe te brengen. Ook hier dus
hetzelfde verschijnsel: de regeeringen saboteeren
het werk van Genève.
Het aftreden van de Jouvenel raakt de zaak
van de ontwapening niet direct. Indirect wél:
omdat het overheerschen van de kleine mogend
heden door de groote ook de ontwapening tegen
houdt.
Daarentegen is de ontwapening direct betrokken
bij de tweede der geruchtmakende gebeurtenissen.
waarop hierboven werd gedoeld: liet uittreden
van minister Cecil uit de Britsche regeering.
Dat uittreden is een aanklacht, niet tegen den
Volkenbond, niet tegen het opslokken van de
kleine mogendheden door de groote, maar tegen
het kabinet-Baldwin. Cecil's heengaan wil zeggen:
gij, overige leden van dit kabinet, belijdt wel met
INHOUD:
6.
7.
9.
10.
12.
13.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Prof. Dr. Gr. W. Kernkamp, Kroniek van de week.
Prof. R. Casimir, Toenadering.
Joh. Braakensiek, De ontbinding van het lersche
parlement Mr. E. v. Bolhuis, Notarisambt en
risico.
Mr. H. O. Koster, Mooi en nijver India.
L. J. Jordaan, De vlaggenkwestie te Berlijn
Prijsvraag Boevenjacht A. Defresne, Nieuwe
verzen.
Annie Salomons, Bijkomstigheden.
Dr. Jac. P. Thijsse, Muggen en Malaria.
Voor Vrouwen, Red. Elis. M. Rogge.
Tegenstellingen J. Sterkenburg, Radio-Rubriek: ?
Luidsprekers
Cornelis Veth, Weleer en Nou A. Plasschaert,
Schilderkunst H. Middendorp, Boekbespreking.
H. Scholte, Comoedia Wat ons in dit
tooneelseizoen te wachten staat.
Top Naeff, Dram. Kroniek J. O. Sinia,
Bali O. v. Tussenbroek, Toegepaste Kunst.
Jhr. Mr. H. Smissaert, Duur Holland Ad Int.,
Beursspiegel.
C. A. Klaasse, Beleggingstrusts.
Charivarius, Dingen die dezer dogen misschien
wel eens gezegd zullen worden Ce! 2, Telefoontje.
UU het Kladschrift van Jantje -- Alida
Zevenboom's Croquante Croquetjes.
Herman de Man, De barre winter van negeniig
Charivaria.
De Familie Fiedeldiim.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Jch.. Braakensiek, Het aftreden van
Lord Cecil.
uwe lippen het ideaal van de ontwapening, maar
gij gelooft er niet aan en handelt er dus ook niet
naar.
En dit tast de zaak van den Volkenbond in het
hart.
Want wél kan men. betoogen: Keulen en Aken
zijn niet op n dag gebouwd; de Volkenbond
verkeert nog maar in de kinderjaren: hij moet nog
groeien; laat hem tot wasdom komen en wacht
dan zijn daden at'.
Dit is alles goed en wel, wanneer men bij de
regecringen van de groote mogendheden het geloof
in de zaak van den Volkenbond mocht
vóóronderstellen, enden wil om die zaak te bevorderen. Indien
die beiden aanwezig waren, zou men den staatslieden
gaarne den tijd gunnen om de practische moeilijk
heden uit den weg te runnen, die aan de bereiking
van het einddoel in den weg staan.
Maar het uittreden van C'ecil uit het
kabinetBaldwin geeft recht tot het vermoeden, dat
om van overige groote mogendheden te zwijgen
althans bij de B ritsene regeering het geloof aan
tien Volkenbond ontbreekt.
Ware het dan echter niet veel beter, dit geloof
ook niet te veinzen?
Voor een tegenstander van den Volkenbond,
die in woord en daad van die overtuiging laat
blijken, kan. men eerbied hebben, maar niet voor
regeeringen, die, krachtens haar toetreden tot den
Volkenbond, ontwapening moeten bevorderen,
maar ze feitelijk tegenhouden.
Op hen zijn de woorden van Hcine toepasselijk:
., Sic franken heimlich \Vein
Und iiredirjten ffentlich Wasser".
KERNKAMP.