Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 SEPTEMBER 1927
No. 2622
HET VOETBALSEIZOEN IS GEOPEND
VINCENT VAN GOGH, SCHOENEN
Radio Rubriek
Een en ander over luidsprekers
door J. STERRENBURG
'M ADAT men geruimen tijd
bijzondere aandacht heeft besteed
aan de volmaking van het ont
vangtoestel en er tevens in geslaagd
is de vroeger vrij gecompliceerde toe
stellen belangrijk te vereenvoudigen,
heeft men ingezien, dat dit alles voor
een goede reproductie van muziek en
spraak weinig of niet voldoende is,
wanneer de geluidweergever, d.w.z.
de luidspreker, niet eveneens aan de
.? hoogste eischen voldoet. Evenmin als
? er verbluffende resultaten bereikt
; worden, wanneer men een
regatta. jacht met de hulpzeilen van een
roei. boot uitrust, zal een goed ontvang
toestel met een primitieven luidspre
ker ons echt muziekgenot kunnen
verschaffen.
Bij de studie van het luidspreker
probleem, waarvoor uitgebreide onder
zoekingen noodig bleken, is men op
talrijke moeilijkheden gestooten, die
men aanvankelijk niet kon overzien.
Het is bekend, dat bij de ontvangst
m et behulp van een hoofdtelefoon alle
fijne details, alle toonschakeeringen
in orkestmuziek worden weergegeven,
n dat bij het gesproken woord het
juiste timbre, zoowel als alle nuan
ceeringen geheel tot hun recht komen.
Waarom was dit bij den luidspreker
aanvankelijk niet geheel het geval?
Wij zullen aannemen, dat het gebruik
te ontvangtoestel zelf geen vervor
ming in de ontvangst veroorzaakt.
Dan blijkt het, dat een zuivere weer
geving door een luidspreker heel wat
moeilijker te verkrijgen is dan met
behulp van een hoofdtelefoon.
Daar de luidspreker een krachtige
reproductie moet geven, dient de
luidspreker een instrument te zijn, dat
? ook krachtige luchttrillingen veroor
zaakt, en daarbij muziek en spraak
toch met de oorspronkelijke zuiver
heid weergeeft.
Gezien de goede resultaten, die met
hoofdtelefoons verkregen waren, is
het niet verwonderlijk, dat men deze
constructie ook voor luidsprekers
heeft trachten aan te wenden.
Een hoofdtelefoon bestaat uit een
dun ijzermembraan, geplaatst tegen
over de poolschoenen van een
staalmagneet, waarop een tweetal
draadklosjes is aangebracht. De aldus ge
construeerde luidsprekers bevatten
dezelfde onderdeelen. Zooals bekend
oefenen de polen van een staalmagneet
een aantrekkende werking op het
membraan uit, welke kracht wordt
beïnvloed door den wisselstroom, wel
ke aan de draadspoeltjes wordt
toegevoerd.
Om de trillingen van het membraan
aan de omringende lucht mede te
deelen, kan men volstaan met het
kleine oppervlak van het membraan
alleen. Door bovenaan het membraan
een hoorn te plaatsen, waarvan de
opening naar boven toe geleidelijk
wijder wordt, wordt het geluid belang
rijk versterkt.
Aan deze constructie zijn echter
diverse nadeelen verbonden, die theo
retisch verklaarbaar zijn, en zich zelfs
bij de grootste nauwgezetheid in de
constructie niet laten vermijden.
In de eerste plaats geeft het gebruik
maken van een membraan aanleiding
tot vorming van bepaalde
resonantietonen, d.w.z. tonen, welke luider
worden weergegeven dan andere,
doordat liet membraan op deze tonen
resoneert. Resonantie heeft nml. elk
voorwerp met elastische eigenschap
pen, het is de eigentrilling, die dit
voorwerp volbrengt, als het wordt
aangestooten. Verder is de werking
tusschen ijezermembraan en magneet
polen wel in staat om een zeer gevoeli
ge geluidsweergeving te doen ont
staan, doch alleen bij niet al te on
stuimige bewegingen van het mem
braan. Wordt dus deze constructie
voor groote luidsprekers gebruikt,
dan zal een hinderlijke onzuiverheid
in de reproductie hiervan het gevolg
zijn.
Een ander nadeel is het volgende.
De magnetische krachtlijnen van
staalmagneet en spoeltjes moeten hun
weg nemen door het ijzermembraan.
Daar dit membraan dun is, treedt in
het middengedeelte al^spoedigïz.g.
magnetische verzadiging" op, waar
door de uitbuiging van het membraan
niet een evenredige afspiegeling is
van de stroomwisselingen in de draad
spoeltjes.
Als algemeen verschijnsel bij der
gelijke luidsprekers kan men gewoon
lijk constateeren, dat de lagere tonen
onderdrukt worden.
Ook de constructie van den hoorn
speelt hierbij een groote rol. Een
theoretisch ideale luidsprekerhoorn
zou enkele meters lang moeten zijn,
en dus praktisch onbruikbaar. Dit
heeft ertoe geleid om den hoorn geheel
weg te laten en het ijzermembraan
te vervangen door een zeer licht mem
braan van groote afmetingen en
konischen vorm. De werking van het
ijzermembraan wordt vervangen, door
die van een vibreerend ijzeren anker
tje, gemagnetiseerd door een staal
magneet, en onderworpen aan het
wisselend magnetisch veld van den
stroom in de draadspoeltjes. Door een
juiste constructie van een dergelijk
magneetsysteem, zooals ook de Phi
lips luidspreker bezit, worden alle
nadeelen van den gewonen
membraanluidspreker vermeden, en een abso
luut zuivere geluidsweergeving moge
lijk gemaakt.
Het spreekt wel vanzelf, dat ook
het uiterlijk van den luidspreker
aandacht verdient. Zijn de
hoornhüdsprekers over het algemeen weinig
fraaie voorwerpen om in huiskamer
of salon te plaatsen, de
conesluidspreker en in het bijzonder de in verschil
lende fraaie tinten uitgevoerde
Philipsluidsprekers, passen zich uitmuntend
aan de omgeving aan en zullen als oen
sieraad beschouwd worden, waarvoor
gaarne een plaatsje wordt ingeruimd.
Nieuwe lampen
Philips' Miniwatt" B 443 voor
eindversterking
De B 443 is een naar een ge
heel nieuw principe geconstrueerde
cindlamp met 3 roosters, geschikt
voor een zeer groote geluidsterkte.
Zij bevat het normale rooster, dat met
de roosterpen verbonden is, een
hulpooster, dat met het schroefje aan der
huls in verbinding staat en een derde
rooster, dat on het inwendige van de
lamp reeds is aangesloten.
Niet alleen is de veisterking bijzonder
krachtig, doch ook is de
wisselstroomsterkte, die door een luidspreker gaat,
bij dit lamptype onafhankelijk van
defrequentie, zoodat alle hoorbare fre
quenties in dezelfde mate den luidspre
ker beïnvloeden. Dit in tegenstelling.'
met normale eindlampen waarbij
dehoogetonen te zwak worden weer
gegeven.
Op sommige luidsprekers wordt
door deze eigenschap den indruk
gewekt, dat de versterking in de hooge
tonen te krachtig is en om aan dit
gebrek tegemoet te komen, kan
opaanvrage een toonzeef geleverd worde»
type Nr. 4004; deze wordt geschakeld
tusschen luidspreker en ontvangtoe
stel en onderdrukt dan het te veel aan
hooge tonen.
Ook bij de grootste
geluidsterktenblijft de weergave volkomen zuiver.
De gunstigste resultaten worden be
reikt bij een anodespanning van 150'
volt; hiervoor wordt in het
bijzonderhet Philips plaatspanningapparaat
aanbevolen. Bij 150 volt anodespan
ning bedraagt de toe te passen nega
tieve roosterspanning slechts 12 volt..
hetgeen tegenover de hoogere
roosterspanningen van andere eindlampen
eveneens een voordeel is.
De B 443 kan in elk ontvangtoe
stel op de normale wijze worden aan
gesloten, alleen moet een extra ver
binding worden aangebracht van het
schroefje aan de huls naar de positieve
pool van plaatspanningapparaat of'
anodebatterij. De
hulproosterspanning moet steeds gelijk zijn aan de
anodesparitüiig.
De B 443 is voor/.ien van. de nor
male Philips huls met 4 pennen (huls.
A 32); zij kan echter ook met elke
andere gebruikelijke huls geleverd
worden.
(üocispanning v f ----- 4,0 V
(iloeistroom i t' = 0.15 A
Anodespanning va = 50?150V
Hulproostcrspanning v g = 50?150V
Verzadigingsstroom is 50 mA
Versterkingsfactor g = 100
Hteilheid Alax. S = 1.8mA/V
Normale anodestroom ia = 1<S mA
De nieuwe D 143 is dezelfde lamp als
de B 443 doch eveneens voor wissel
stroomvoeding van den gloei draad. De
gloeispanning bedraagt 1.0 V., de
gloeistroorn 0.05 A.
(Enkele andere nieuwe lampen zul
len in een vo'gen'le rubriek worden.
besproken.)