De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 3 september pagina 18

3 september 1927 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 SEPTEMBER 1927 No. 2622 Uit het kladschrift van Jantje Alida's croquante croquetjes door ALIDA ZEVENBOOM T"} AT is toch wel lief van Louis de Vries hij stuurde mij voor zijn eer?' ste voorstelling van den, ,Köopman van "Venetië" een vrijbiljetje maar er was ook zoo'n aardig briefje bij: Lieve Juffrouw Alida Zevenboom, schreef hjj mij, permitteer dat ik u een uitnoodiging stuur voor mijn eerste op treden als Shylock na den dood van den Grooten Louis. Ik heb gelezen van het leed dat u is overkomen en ik hoop dat mijn voorstelling u eenige Afleiding zal schenken. Ik speel den Koopman namelijk als een hoogst tragisch spel. Met beleefde en niet minder hartelijke groeten steeds gaarne uw Louis de Vries. Van den Artisschouwburg''. Het lag misschien aan mijn ge? moedsstemming maar ik kon een traan bijna niet uit mijn linkeroog krijgen. Het ding kwam telkens weer terug. Of het briefje mij ook getroffen had, maar zoo is Louis. Altijd vol mede gevoel en al had ik heel weinig hoofd voor den schouwburg, ik ben gegaan en ik moet zeggen, dat ik veel schik gehad heb al blijft het tooneel voor «en waarlijk geloovig mensch toch iets dat uit den booze is. Want als een actrice niets te verbergen heeft, waar om dan haar aangelaat bedekt onder allerlei smeersels? Ik poejer mij ook niet al kan iedereen op straat aan mijn gezicht zien, dat er wat met me gebeurd is. Ik vind het een raar stuk. Wie neemt nu een man als hij raadt wat er in een kistje is ! Of zou het misschien een zinnebeeld zijn en de kistjes een zwarte, een blonde en een roode vrouw beteekenen en moet de man maar weten wat er in ze omgaat? Meneer Pierre zei altijd Shakespeare is zoo makkelijk te spelen. Het is altijd raak wat je doet, heb ik hem eens tegen meneer Verkade hooren zeggen, want er is nog nooit een sterveling geweest die weet wat hij eigenlijk met zijn stuk bedoeld heeft. En daarom heb ik me Donderdag avond ook afgevraagd waarom die meneer Shylock eigenlijk een Jood móet zijn. Waarom hem niet gespeeld als een christenkoopman ? Zijn er daar ook niet onder die net zoo doen? En wat een reuze-slager moet dat zijn die precies een pond vleesch afsnijdt als je het hem bestelt. Ik wou dat ik er zoo een had. Die van ons brengt altijd negen ons als je er vier in het boekje opschrijft. En weet u wat ik zoo mooi vind bij dit gezelschap, dat ze elkaar allemaal bjj den voornaam noemen. Ik heb dat uit de krant. Louis de Vries spreekt Herman Kloppers aan met Herman" en Herman spreekt tegen Louis van Louis" en zoo gaat het door van Philip tot Gerrit. Dat zegt mij genoeg. Dat zijn broeders en zus ters in de kunst zoo als wij op de Keizersgracht broeders en zusters zijn, en zij zullen elkaar bijstaan tot hun laatste succesrol, zooals ik een meneer in de pauze hoorde zeggen, al heb ik niet goed begrepen wat hij bedoelde. Het is misschien zondig maar ik kon het niet nalaten ik heb in de kranten die interviews allemaal van a tot z gelezen wat de directeuren der gezelschappen over zich zelf gezegd hebben. Maar toen ik dat allemaal gelezen had, dacht ik bij mij zelf: nu hebben de heeren van de krant al de directeuren naar hun plannen voor het komende seizoen gevraagd maar waarom vraagt geen een van hen den schouwburgbezoeker naar zijn plan nen? Ik geloof als ik mij vergis dan verbetert u liet wel dat dat wel zoo belangrijk is, want als de schouwburgbezoeker wegblijft waar blijven dan de directeuren met al hun mooie plannen? Als ik goed geteld heb, dan krijgen wij den aanstaanden winter niet minder dan zes behoorlijke gezelschappen met nog twee uit de provincie er bij en naar wie van de zes zal de schouwburgbezoeker gaan? Zal hij zich laten verlokken door de stichtingskaart van mevrouw Rika Hopper ? Ik heb me in de pauze door een net jongmensch, die me scheen te kennen, laten vertellen dat die stichtingskaart ook recht geeft op een broodje heen en weer" in de pauze of. een half-om" en dat de andere directeuren de koppen al bij elkaar hebben gestoken om daar iets tegen te doen. Ik sprak Louis de Vries Vrijdagmiddag op de Munt en hij was ik de wolken over de critiek maar die Hopper-schouwburg laat hem niet met rust. Als van Hoven, zei hij mij in vertrouwen, met broodjes half-om gaat werken, zal ik hem met matzes moeten beantwoorden en waar blijven wij dan met de hooge kunst? Maar dat zal het laatste zijn. Eerst zal ik het met autocars probeeren die ik door de stad zal laten rijden en die de bezoekers voor mijn schouwburgzullen oppikken. Maar het zal op passen zijn dat ze, als ze uitgestapt zijn niet een deur verder loopen. Wij zullen iets moeten doen om de bezoekers te trekken. Op de kermissen had je vroeger het bonirnent" voor de tent. Onder ons gezegd voel ik er iets voor. Wij hebben nog al een groot bordes en het zou wel aardig zijn als wij, vóór dat het stuk begint, op het trottoir een kleine samenspraak hielden. Het is iets nieuws en niet onartistiek. Maar dan heb je weer kans dat Eduard en Dirk het na gaan doen op hun peristyle die zooveel mooier gelegen is. En dan visch ik toch weer achter het net. Van Riemsdijk, van wie ik vier nieuwe stukken ga spelen een van Shaw. een van Ibsen-Pirandello, een van Hauptmann uit zijn realistischen tijd en een van Heyermans-Sliakesl Kenners zeggen: MIJ smaakt allén eea BROCHES Cigaret" l peare-Bouber voelt ook wel iets voor mijn idee maar hij zegt, dat het misschien nog meer zou pakken als de auteurs zelf ook iets deden om be zoekers te vangen, bijvoorbeeld als zij eiken tiende een rondje aanboden. Dat is grooter attractie, zei hij. dan dat ik de tien eerste rijen stalles eiken avond koop. U begrijpt, juf frouw Alida, zei meneer de Vries, dat er na een paar maanden iets gebeuren moet. Ik heb eens nalaten gaan door Herman hoeveel schouwburggangers er in Amsterdam zijn en die is na een ingewikkelde berekening gekomen tot zes en een halve per avond. Er zijn zes schouwburgen plus Carréen de Flora zoodat u het gemiddelde maar moet uitrekenen. En dan spreek ik nog maar niet eens over de subsidie kwestie. Rika Hopper heeft al de mannelijke raadsleden bezocht en van Hoven de vrouwelijke en wat blijft er dus voor mij over? Ik heb meneer Merckelbach de hoofdrollen in al zijn stukken aangeboden maar het schijnt dat Verkade daar de lucht van ge kregen heeft en nu zal hij op het Plein optreden is mij verzekerd. De eenige op wie ik nog mijn hoop gevestigd heb is meneer Wibaut. Hij moet op Rolduc alleraardigst tooneelgespeeld hebben, heeft een tijdgenoot van hem mij verteld toen ik in Rome voor den Paus de monoloog uit Pro Domo" heb voorgedragen, en als ik hem er toe krijgen kon een paar gastrollen te vervullen.... Het worden be roerde tijden, juffrouw Alida, zei hij en meteen trok hij aan zijn neus en nam afscheid. Als hij geweten had dat ik rnet O ctober buiten betrekking ben, had hij mij ook beslist een rol aangeboden. Zijn hart is er goed ge noeg voor. ieuwe uitgaven Maurice Barres, La folie de Charles . Baudelaire, Parijs, Les Ecrivaiiis réunis; luxe-editie. Jeugdwerk: een uiterst intelligente, zeer gevoelige beschouwing over Baulaire en de zijnen, gezien als de dichters der sensatie, als slachtoffers der sen satie. Barres wist dat er nog iets anders was in Les Fleurs du mal dan de sen satie, en geeft het te kennen: Les Fleurs du Mul déterminent un des mille retours du moral sur Ie physique" Het boekje is doortrokken van finde-siècle-atmosfeer. maar met de cor recties die de vaste redelijkheid van Barres noodzakelijk moet aanbrengen. J. T. VACANTIE IN ZWITSERLAND PER K.L.M. NAAR BAZEL F 60.--.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl