De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 3 september pagina 3

3 september 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 SEPTEMBER 1927 Notarisambt en risico door Mr. E. VAN BOLHUIS T is het leven anders dan n groot voort? (durend en nimmer eindigend risico? Al slapen wij des nachts den slaap van den rechtvaardige, al verkeeren wij steeds in vijandschap -Biet ons zelven en anderen, al zijn wij de zon in ons (huis, al gaan wij laakbaar onzen ondermaanschen gang, het leven is en blijft voor ieder der aardsche atehepselen. zonder onderscheid vol meer of minder gevaarlijke onzekerheden. 1 Wie onze ouders zijn, onze grootouders-en overige Voorouders is al het eerste risico, dat voor ons is ?Weggelegd: zooals de ouden zongen, piepen de jongen. Hun maatschappelijke positie beinvloedt Onze opvoeding, jeugd en verder bestaan. En ?waarvan hangt af de verscheidenheid van de gaven, ?waarmede wij stervelingen worden begiftigd, en het deel, dat ieder wordt toebedacht? De weg van de ' lagere school tot en met het einde van de universitaire studie is voor velen helaas n gang met onbe rekenbare hinderpalen. De beroepskeuze is niet aninder van toevalligheden afhankelijk en als een Sprong in het duister. Hebben wij een gezin, de gezondheidstoestand van de onzen en ons zelve is steeds een onderwerp van voortdurende zorg en «iven. wankelbaar als alles van deze aarde. Eerst wanneer wij het tijdige met het eeuwige hebben ?Verwisseld, dreigt niet meer het onzeker-gevaarlijke Van dit tranendal. i Dat ook, evenals aa n alles, aan de uitoefening Van het ambt van notaris risico verbonden is, is onlangs gebleken. \ Notaris N. Negidius kreeg op 8 November 1917 iemand wij zullen hem met den geslachtsnaam Agerius benoemen op zijn kantoor, die zijn testament wou maken. Wij veronderstellen, dat de notaris, zooals gebruikelijk is, volgaarne aan dien wenseh heeft voldaan, althans hij weigerde niet. De acte werd gepasseerd, waarbij met herroeping ?van alle .vroegere uiterste wilsbeschikkingen A. Agerius verklaarde, dat hij tot zijn eenigen en «dgeheeleti erfgenaam benoemde zijn broeder P. Agerius en in geval van diens vooroverlijden diens aoon, L. A. Agerius. A. Agerius overleed op 31 Maart 1925 te Rotter dam. Inmiddels was ook zijn broeder gestorven, /zoodat zijn neef als erfgenaam dacht te kunnen opkomen. Wat bleek echter? Dat het testament nietig was, omdat daarin geen melding was gemaakt Van het feit, dat de testateur, alvorens de voor lezing daarvan geschied was, zijnen wil nader zakelijk in tegenwoordigheid van de getuigen had -opgegeven. In artikel 986, 3e lid, van het burgerlijk wetboek toch is bepaald dat dit moet geschieden, ?wanneer de opgave voor het testament buiten de tegenwoordigheid van deze nuttige personen is gedaan, terwijl artikel 1000 zegt, dat die formaliteit op straffe van nietigheid moet worden in acht genomen. Het testament, op 8 November 1917 voor den notaris N. Negidius verleden, was dus nietig; daaraan viel niets te doen. Maar desalniettemin ?was het een authentieke akte als bedoeld in artikel 1039 van het burgerlijk wetboek , waarbij de erflater zijn uitersten wil geheel of gedeeltelijk kan intrekken, zoodat een reeds eerder op ?2 September 1909 door A. Agerius gemaakt testament daarmede krachteloos was geworden. Het gevolg van een en ander was, dat zijn intestaat«rfgenamen (dat zijn de erfgenamen, die bij gebreke van een uitersten wil volgens de regelen van het burgerlijk wetboek opkomen) hun rechten op den nagelaten boedel deden gelden. Dit natuurlijk ten nadeele van neef L. A. Agerius, die was het testament van 8 November 1917 geldig geweest A!B universeel erfgenaam alles had gekregen. Maar L. A. Agerius ging niet bij de pakken neer zitten. Hij meende in den geest van zijn oom te handelen door een advocaat in den arm te nemen om te zien of er toch nog niet iets aan de zaak te doen zou zijn. En werkelijk, er bleek nog wel een licht puntje aan te zitten voor den gedupeerden neef: notaris Negidius had beter moeten oppassen; het Was zijn schuld, dat het testament nietig was: en daarom kon hij aansprakelijk gesteld worden voor de geleden schade. Het lichtpuntje werd een helder stralend licht. ?want de Rechtbank te Rotterdam was het met deze opvatting eens. In haar vonnis van 16 Juni 1926, gepubliceerd in het Weekblad van het Recht De ontbinding van het lersche Parlement Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek COSGRAVE: GOOI DE TOUWEN MAAR LOS! DE WIND IS GUNSTIG.' van 11 Maart j.L, No. 11625 kan men het volgende lezen: > O. dat gemelde authentieke akte volgens de blijkbare bedoeling van gemelden erflater zou moeten gelden als diens uiterste wil; O. dat echter in die akte niet werd vermeld, dat de testateur, alvorens de voorlezing van de akte geschied is, zijn wil zakelijk in tegenwoordigheid van de getuigen heeft opgegeven; O. dat dientengevolge die authentieke akte als uiterste wil niet kan dienen en als zoodanig geen gevolg kan hebben; O. dat echter door den inhoud van gemelde akte bewezen is, dat destijds de erflater als zijn wil te kennen gaf, dat bij zijn overlijden zijn broer en bij diens voor-overlijden diens zoon, zijn neef, thans requirant, eenig erfgenaam van zijn des testateurs vermogen zou zijn; O. dat aan te nemen is, dat gemelde erflater in de meening verkeerde, dat er geen fout aan de ver leden akte kleefde en het feit, dat hij tot zijn dood naliet een ander tot erfgenaam in te stellen, er op wijst en mag doen aanvaarden de meening, dat tot zijn dood toe zijn wil was om over zijn vermogen te beschikken, zooals in die akte werd aangegeven; O. dat gemelde onachtzaamheid van den instru menteerenden nota.ris schade heeft veroorzaakt aan requirant, daar hiervan het gevolg is geweest, dat requirant het hem uit het vermogen van den erflater door dezen toegedachte heeft moetsn derven.... Daarom was volgens de Rechtbank notaris Negidius verplicht om L. A. Agerius daarvoor schadeloos te stellen. De wetgever heeft in het burgerlijk wetboek voornamelijk de rechtsregelen neergeschreven, welke den burgers van den staat in hun onderling verkeer als leiddraad moeten dienen. Hetgeen daarmede beoogd wordt bewust dan wel onbewust is ten slotte de bevrediging van het rechtsgevoel van het volk. De rechtspraak is ingesteld om dit in de practijk in elk concreet geval na afweging van de belangen van de betrokkenen te verwezenlijken; behalve het wettelijke recht, het gecodificeerde recht, staat aan de rechterlijke macht voor dit moeilijke werk het z.g.n. jurisprudentierecht ten dienste. Voldoet het bovenvermelde vonnis van de Rechtbank te Rotterdam van 1(3 Juni 1926 nu aan den eisch van het bevredigen van het rechtsgevoel, na afweging van de belangen van notaris Negidius en van den bedrogen uitgekomen neef. erfgenaamin-spe? Evenals ieder ander, die een bedrijf, beroep of ambt uitoefent, doet de notaris dit. Door in een of andere hoedanigheid in het maatschappelijk leven te gaan optreden en een bedrijf, beroep of ambt uit te oefenen, neemt men echter ook op zich om alle eventueele normale gevolgen daarvan zoowel goede als slechte: kortom de lusten en lasten - te dragen. Passen wij deze algemeene regelen toe op het geval van notaris Negidius, dan behoeft, dunkt ons, niet nader te worden aangetoond, dat hem kon worden aangerekend, dat het testament van wijlen A. Agerius nietig was en diens neef L. A. Agerius dientengevolge door zijn toedoen een geldelijk voor deel door den neus werd geboord. Het wil ons voor komen, dat de gemaakte fout in casu zelfs geen twijfel toelaat: zij was er een, welke normaliter voor rekening van den notaris moet komen, als betreffende de gewone uitoefening van zijn ambt. En het ware onbillijk en strijdig met het rechts gevoel, zoo hij, die in werkelijkheid de Rotterdamsche Rechtbank motiveerde dat heel juist de erfgenaam had moeten zijn, de gevolgen daarvan had te dragen. Daarom lijkt ons dan ook de bovenaangehaalde beslissing van dit rechts college de gewenschte. Het is natuurlijk geen prettige gewaarwording zou zij. minstens genomen, niet met die door een straal koud water opgewekt, vergeleken kunnen worden? wanneer men als notaris, jaren na het verlijden van een testament, een dergelijk vonnis thuis gestuurd krijgt. Doch. ... 't is het risico van het ambt. Wat er aan te doen ? Het leven is nu eenmaal een en al risico. SLUIT GEEN ZON BUITEN VRAAGT BEGROOTING VOOR EEN HUISINRICHTING MET UITSLUITEND DEN HAAG KLEURECHTE MATERIALEN AMSTERDAM . ROTTERDAM XHDER & ZOMEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl