De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 3 september pagina 4

3 september 1927 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 SEPTEMBER 1927 No. 2622 GROOTE WAJANGPABTIJ IN DJOKJAKARTA. door Mr. H. G. KOSTER Alweer een populair boek over Indië1). Gelukkig ditmaal geen reis verhaal. Want reisverhalen zijn er nu heusch voor de eerste tien jaar genoeg. Al die hoogst persoonlijke indrukken, dikwijls nog gebrekkig weergegeven, ontwerpen doorgaans een zeer onvol komen beeld van de Indische wereld. Want laat ons toch goed onthouden: Indiëis niet een volk, niet een natie, niet een land: Indiëis een wereld. Bovendien wordt in slechts heel enkele der hedendaagsche Indische reisverhalen het geziene en gehoorde getoetst aan betrouwbare werken van deskundigen. En dat is toch o zoo noodig. De vluchtige waarneming van ? den toerist is geen grondslag voor boeken, die kennis moeten verspreiden. Hoe vaak wordt bovendien des reizi gers blik nog vertroebeld door politieke of maatschappelijke vooroordeelen ! Wie nog waarde hecht aan het reis verhaal als voorlichtingsmiddel, hij leze de reisbeschrijvingen van vreem delingen over ons vaderland. Hij zal spoedig ontgoocheld worden. Deheeren J. Koning en D. Wouters, die Mooi en Nijver Indie samenstelden, hebben den goeden weg bewandeld. Zij wilden vóór alles doceeren: kozen daar om den vorm der monografie. Eigenlijk is hun werk eenreeks vanachtmonografieën. Alle deze zijn vlot geschreven. De taal is goed, de uiteenzetting helder. De schrijvers, onderwij s-mannen van professie, zijn ook waarlijk de ars docendi meester. Aan allerlei kleinigheden bemerkt men dat. Alleen reeds aan de uiterst handige indeeling in kleine hoofdstukjes. Ieder leerling is van nature gemakzuchtig; de volwassen leerling niet het minst. Lange hoofdstukken (oase-looze letter woestijnen) schrikken af. Daarom hebben de auteurs elke monografie verdeeld in een aantal kittige kapitteltjes, waarvan elk op zijn beurt wér een klein monografietje oplevert. Het gevaar dezer methode is veilig omzeild: nergens is het volume kennis, dat moet worden bijgebracht, ver kruimeld. Ieder kapitteltje is als het ware een pil, een capsule, gevuld met Indologische leer stof. En het zijn geen bittere pillen. Bizondere vergul ding om smakelijk te schijnen hebben zij niet van noode. Ook de droogste materie wordt zoo op de gemakkelijk ste en aangenaam ste wijze ingeno men' ' .Nergens wor den onbekende be grippen ingelascht of vreemde woorEEN WAYAXG-FIGUUR den gebruikt, die niet vooraf zijn verklaard. Ziet hier de titels der acht monogra fieën. Het passarwezen. De inlandsche landbouw. De groote zeehavens. De suikerindustrie. De Volksraad. Mooi Indië. De Sultanslanden. Wayangspelen. Een bezwaar is dit: de mono grafieën houden onderling in het geheel geen verband. Zelden nu zal een lezer zich voor al deze onderwerpen tege lijk interesseeren. Daarvoor loopen zij te ver uiteen. Vanzelf komt hij er dan toe groote stukken ongelezen te laten. Juist het tegendeel van het geen de schrijvers met hun vernuftige didactiek wilden bereiken. Bij voor beeld: de Llollandsche huisvrouw in Indiëzal oen ver handeling over de passars (markten) interessant vinden, maar die over <le zeehavens zal haar geheel onverschillig laten. De nauw gezette krantlezer zal veel bogripsverheldoring vin den iri het artikel over den Volksraad. maar [de tuitnemende schets van de inlandsche landbouwmethodes zal hij allicht versma den. De verhandeling over de suikerin dustrie schijnt, behalve voor hen die ..in de suiker" gaan, te technisch. Alleen het meegedeelde omtrent het toerisme (Mooi Indië) en over f den Wajang zal lederen ontwikkelden lezerskring behagen. Een schat van ethnologische en te weinig bekende historische bizonderheden bevat ook de verhandeling over de Sultanslanden. Het boek wordt opgeluisterd door 82 platen naar fotografieën en S platen in kleurendruk naai' schilderijen ver vaardigd. Jammer is, dat geen alfa betisch register is opgenomen. Dit zou de bruikbaarheid van het werk aanmerkelijk hebben verhoogd. Echter wordt dit gemis wel niet geheel ver goed, maar toch opgewogen door een beknopte littcratuuropgave: een wel kome wegwijzer naai' de onbegrensde regionen van de indologische weten schap. l) Moot en Xijrfr Iiin<ili/ide. Land ci> rolk van Nederlaiidsch (Joftt-1 iidii'; door J. Kotihif/ en D. Wouters. J'. Noordlwjf-(ïr<»iin</eii. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DB BEDACTIE IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE A M S T E R D A M MER", KEIZER SGRACHT 333, AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl