De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 10 september pagina 11

10 september 1927 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

WELEER EN NOU door en met .teekeningen van CORNELIS VETH Onhoorbaar opent zich het hooge riet, Een man loert om zich heen, of geen hem ziet. 't Scalpeermes heeft hij in de hand gevat : 't Is de Apache op het oorlogspad. De roover van zijn land, dien hij besloop, Bewondert hem nu in de bioscoop. De Apache De film vertoont ook dezen bleeken sluiper; Die haalt nog romantiek uit zulk een gluiper.' De naam Apache is voor hem te mooi. Hij vecht niet voor zijn land, maar aast op prooi. Hij is een laffe schurk in 't werklijk leven, Die, als men hem voorkwam, zou staan te beven. i'. Schilderkunst door A. PLASSCHAERT M. Adamse, Pictura, den Haag Mijn vriend Adamse vervolgt langzaam en zeker een weg, die naar de innigheid toe moet gaan, en, het blijkt hier, inderdaad er heen gaat. Het stil leven, dat wij op deze tentoonstelling zien, is onge twijfeld vol vooruitgang; de verf wordt zuiverder, klankrijker opgebracht; er is.'geen verkeerde nadruk.; de materie doet niet te zwaar en te dik aan. Drie stillevens zijn daarvan de beste getuigenis, twee met een paar potjes, en een grooter, voller, guller geschilderd met het witte Delftsche vergiet (18, 20 en No. 2), terwijl het Beethovenmasker (No. 3) de zelfde goede hoedanig heden doet zien als dat vergiet op No. 2. Daarnaast zijn te vermelden: de eieren en een meisjeskopje. Wat ik altijd gehoopt heb van Adamse schijnt zich te voltrekken; hij begint een eenvoudige ?zuivere persoonlijkheid te worden, en de toewijding van een eenvoudige lief de is kenbaar in wat hij thans maakt. Dat is wat wij in zijn stilleven zochten, en wenschten te vinden. Adamse is een eerbaar "werker, en deze eerbaarheid, die van het karakter ia, was steeds een goed hulpmiddel ter ontplooiing van wat iemand aan gaven bezit. Een zoodanig schilder dient iedereen tegemoet te komen; een portret in Pictura, dat, na de voltooiing, klakkeloos werd geweigerd door wie een kriterium stelde, dat ik nooit zoii hebben aanvaard, blameert (het is van Mevrouw Rijken) niet den schilder, maar de "weigerende lastgevers. OEBESTEVARIIÏAS H. Draver, De Bron, den Haag . De heer H. Drayer schijnt een Haagsch teekenleeraar te zijn, die in de uren, die zijn officieel werk hem laat, schildert en zich in zwart en wit uit, etc. Zijn schilderkunst is dikwijls donker, naar het tragische heen als kleur; de vorm heeft de lust tot het kxibieke volume ten eerste en bovenal ge vende; de evenwijdigheid van lijnen wordt gaarne geaccentueerd. Dit zijn allemaal eigenschappen, die wij bij de modernen vinden, het vereenvoudigen (wat niet altoos hetzelfde is als synthese geven) hoort daartoe. Ook dit doet de heer Drayer. Natuurlijk herkent ge invloeden; een gezicht op huizen doet mij aan bepaalde vroege Kelder's denken, terwijl de boomvormen (van de kale boomen.) aan sommige Amsterdammers herinneren. Dit behoeft niet te verwonderen, daar ge in dit werk naast persoonlijker zaken als het witte wagentje etc. en n der gezichten op huizen, of op een straat, zwakke werken vindt, die beter niet waren tentoongesteld, en die bewijzen, dat de heer H. Drayer een nog niet sterke persoonlijkheid is, tenminste als schilder, met enkle sterkere momenten. Wat van de schilderijen is te zeggen is evenzeer waar voor het zwart-en-wit. Hoe zou 't ook anders kunnen? Grégoire, Gemeente?Museum, Amsterdam Ik was bevreesd, dat Grégoire's werk, wanneer ge er veel van zaagt., zou tegenvallen. Het mist toch spanning, en zelden heeft de kleur bekoring; meestal is zij schoolsch, en met moeite gemanipu leerd; ge vindt daarenboven geen persoonlijk accent, of geen voldoend-persoonlijk accent in den vorm. Tot mijn spijt heeft de tentoonstelling deze vrees niet ijdel doen blijken er is weinig, dat de aandacht trekt of dat ge, bij voorkeur, nog eens gaat kijken. Wanneer ge den Ahasverus ziet, die aan den Pelgrim van Toorop doet denken, dan weet ge tegelijk den afstand, die Toorop's kunst scheidt van die van Grégoire, beiden katholieken en beiden katholieke onderwerpen behandelend. Er is in de decoratieve voorstellingen van Grégoire een ronde lijn, een gebogen lijn.'waaruit ge gansch het karakter kunt lezen van dit werk; zijn zwakte» zijn gebrek aan innerlijken drang. En de portretten en de stillevens, die hij maakt, zijn nog zwakker dan de decoratieve voorstellingen; zij zijn van een scholier van de Akademie, van wien ge in de toe komst niet veel verwacht (zie bijv. Matthieu Wiegman's portret, etc.) Ik vermoed, dat mij naar aanleiding van dit alles van Grégoire n ding maar in de herinnering zal blijven, en dat is. de afstand, die Grégoire's werk scheidt van de teekening van Piet Wiegman, die Grégoire en zijn. vrouw voorstelt. Jan Sluyters, bij van Lier, te Amsterdam Het was een verkwikking na Grégoire Jan Sluyters te vinden bij van Lier. Niet, dat wij in den laatsten tijd niet op de hoogte gehouden worden van wat Sluyters, die kan gelden als de schilder van Amsterdam, doet en vermag, maar er is altijd verfijning, soms alleen maar moedwilligheid, in zijn werk; zwier, en een zeker fel branden in de kleur kunt ge er dikwijls eveneens aantreffen en. teederheid. Er is hier een kinderportret, ten voeten uit, van een dochtertje van Sluyters; het portret met de kanaries zoudt ge 't kunnen noemen. Er is. daarop een partij, de linkerbenedenhoek, met bloemen, waartusschen ge eveneens een kanariebeest ziet zitten, en die bloemen hebben het zeldzame, wat, ongeveer, Redon's bloemen kuanen hebben, een teederheid, die gegeven is in de teeder heid der verschijning van de bloemen; zij ver schijnen zedig, zoudt ge moeten zeggen. Twee schilderijen zijn hier dan verder met nadruk temelden; het naakt met de witte kan (dat veel beter hing in het Stedelijk Museum) en waarvan mij » stemming van het gezicht n kleur van 't naakt altijd doet denken, dat zóó een maangodin kon worden geconterfeit, en, de forsche tegenstelling daarvan, de Negerin, met de zware kleur en du geslotenheid van het geheel in de lijst. J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam~R'dam~Den Haa« DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl