De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 17 september pagina 2

17 september 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 SEPTEMBER 1927 No. 2624 Indrukken van de Volkenbondsvergadering (Met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" dóór Edna Plachte) HDAT-4D Achter St' . K/\nJCV Utrecht Tel. 443 MUZIEKHANDEL D T A NT fV <N Violen Snaren lT l /A IN W O Genève, 15 September 1927 ; / . A, GUANI i Voorzitter van dg Assemblee STJ N ding is, zeker ! . Het Britsche kabinet |^"* zou nu niet meer durven volhouden, dat Lorii iCecil beter had gedaan aan te blijven en mee te S gaan naar Genève. Dit had slechts tot de grootst^ [verwarring aanleiding gegeven en de zaak geen goed 'gedaan. Be houding, die de ngelsehe minister van pBuitenlarïdsche zaken zich verplicht voelt aan te ;nemen tegen iedere strikte formuleering van eeh jaJle landen; omvattenden dwang tot arbitrage en [?waarborg tegen aggressie, zou er dés te scherper jdoor zijn geworden. ! In de ontvangst, door Sir Austin Chamberlain 'Maandag aan de geheele pers aangeboden, heeft hij nogmaals betuigd, dat deze houding geenszins voort vloeit uit een wanhopen aan of gebrek aan ver'trouwën m de gestelde desiderata. Integendeel. Maar waarop dan ? ? Natuurlijk kwam in zijn mededeeling de ver gelijking Biet het British Empire weer naar voren, dat dikwijle een- Volkenbond zonder Constitutie wordt genoemd. En daar het Britsche rijk, of eenig onderdeel er van, een Dominion voor zich zelf, geen garanties op zich nemen wil, die het later wel licht niet .zou kunnen nakomen, gevoelt het Bijk zich en bloc wars van elke formuleering. Zelfs intern. Er is op dit oogenblik geen enkele tjarantie, dat Canada niet eens een staatkundige aansluiting bij de V;*. 8. zal zoeken-(maar er ziju weinigen, die ? d&t serieus gelooven).. Wél -is er een feitelijke en ^^persoonlijke band met Londen, en de aan een garantie grenzende overtuiging, dat ieder conflict tueschen verschillende deelen van het Rijk in der Boinne geschikt zal worden, Aan- conflicten waarlijk ? geen gebrek maar dat doet hier niet ter zake. ; Nu'is het technisch niet alleen uitermate on dankbaar om een complex van staten, dat slechts i;door conventies en niet door constitutioneele formtdee tot een Rijk vereenigd is, naar buiten toe .?wèl'door constitutioneele regels (als er b.v. in het z.g. Protocol van Genève vervat zijn) in den Vol; kenbond aan formeele en strikte banden vast te leggen.; Maar, hoe schoon de moeilijke uit komst ook zou zijn, Sir Austin wil dat zelfs niet; . tenminste nu niet. Later, wanneer er zooveel .onderlinge verdragen gesloten zouden zijn, dat een algémeene regeling slechts een verklarende be krachtiging van den bestaanden en wei-geregelden itoestand is, zou daar in het minst geen be zwaar tegen zijn. Zoo is immers ook het verdrag TABA SIGAREN ** ** ZIJN TOCH DE BESTE ** -* van Locarno ontstaan volgens Chamberlain's opvatting. Nu moeten wij tevreden zijn met den jaarlijks te constateeren vooruitgang. Deze redeneering was bekend. Zeker, er is een jaarlijksche vooruitgang. In dit opzicht was de rede van Stresemann belangrijk, die verklaarde dat Duitschland bereid was het verdrag tot verplichte arbitrage te teekenen. Frankrijk had zich hiertoe reeds vroeger bereid verklaard, mits nog minstens n groote mogendheid dezelfde verklaring zou afleggen. Ongetwijfeld een groote stap vooruit. * * * Briand heeft het in zijn groote rede voor de Assemblee dan ook niet aan waardeering voor de politiek der Duitsche regeering laten ontbreken (zeer ten ongenoege van zekere Duitsche bladen). Aan, Fransche zijde vindt de traditie van het voetje voor voetje, de politiek van Chamberlain, grooten weerklank. Algemeen wordt er op gewezen dat de Fransch-Britsche Bntente van den aanvang af toch ook een TJnderstanding zonder garanties was. , . . nog een stap verder, en de oude politiek van Ententes en Bondgenooten wordt weer tot de grpndveste van den wereldvrede verklaard J * * ; ? ? ? , * Veel waarheid moge er schuilen in de Britsche redeneering ??maar n zeer ernstig bezwaar kleeft er aan, n.l. dat een dergelijke politiek de bewapening weer in de hand werkt. Minister Beelaeipts heeft hier openlijk op gewezen. Rn in de derde ;(ontwapenings)commissie, waar ook de Hollandschèen Poolsehe Voorstellen behandeld worden, verdedigde Jhr. Loudón het Nederlandsche standpunt. " Dat door de Britsche politiek de ontwapening weer in het vergeetboek dreigt te raken, is niet het eenige nadeel dat deze richting aankleeft. Er schuilt in (Kt conservatisme een nog veel grooter gevaar. Het zal niet in ons opkomen te zeggen, dat Cham berlain,. of Briand, de vos ie, die de passie preekt B H IA N O maar stel, dat er eens een vos kwam, dan zou hij zeker op deze manier de passie prei'ken, en '/Ach voor alle voorkomende gevallen van een uitweg verzekerd weten. Het valt niet te loochenen, dat het Volkenbondswerk op dit oogenblik in een vicieuzen cirkel rond draait. Garanties die kunnen we niet geven", zeggen de Engelschen, niet omdat we niet willen, maar omdat we de goede zaak allerminst zonden bevorderen, door iets te beloven, dat wc eventueel onmogelijk gestand zouden kunnen doen". Goed. Maar dan blijft ook het internationaal wantrouwen bestaan en schrijdt de wedloop in bewapening' weer voort, die op zijn beurt de goede zaak alweer minstens even ondienstig is. Verzekeringen van vredelievendheid helpen daar weinig tegen, wat Chamberlain ook zeggen moge. En Engeland's politiek inzake de ontwapening bewijst dit reeds, Hoe ernstig men de ngelsche redeneering ook nemen moge juist het uittreden van Lord Cecil bewijst dat niet ieder Britsch politicus aan de op lossing twijfelt. Waar een wil is, is een weg. En als een vastgeworteld vertrouwen in de volkenbonds-idee gerechtvaardigd is, dan moet er ook een weg zijn om uit den tegenwoordigen vicieuzeli cirkel te geraken. Het Hollandschèvoorstel, eigenlijk: de goede raad om de principes van het Protocol opnieuw in studie te nemen, spreekt daarom voor zich zelf, * * * Teneinde aan Chamberlains objecties tegemoet te komen heeft de Nederlandsche delegatie haar voorstel geamendeerd. Jhr. Beelaerts legde het als volgt aan de Vergadering voor: De Vergadering, overtuigd, dat het, zonder dat de discussie over het protocol van Genève van 1924 icordt heropend, (/eiretficht is te onderzoeken, of kef moment niet is gekomen, om de studie der ontwapening, veiligheid en arbitrage, uitgedrukt in het Pact, te hervatten; overwegende, dat het van het, grootste belang is, dat de Vergadering de tcerkzaamheid van de voor bereidende commissie voor de ontwapeningsconfe rentie stimuleert, besluit de studie van, de bovengenoemde principes en der paragrafen van het rapport en van het supplement-rapport over de werkzaamheden van den Raad en het secretariaat, die betrekking hebben op ontwapening, naar de derde commissie te verwijzen. in welken vorm hét naar de commissie werd verwezen. Behalve het werk in de commissies, dat deze week de aandacht van de leden der versch ijlende delega ties vorderde, heeft in de Assemblee de verkiezing voor de leden van den Kaad plaats gehad. Onder groote publieke belangstelling werdpn Cuba, Canada en Finland tot leden van den Baad verkozen, waarbij Chamberlain en Stresemann als stem-opnemers fungeerden. Een dag tevoren was bij stemming uitgemaakt, dat Belgiëniet voor herkiezing in aanmerking kwam. Belgiëwas evenmin permanent als z.g. semi-permanent raads-, lid. Een herkiesbaarstelling was echter mogelijk doqr een. besluit met twee-derde meerderheid te nemen. Een soort constitutie-wijzigend besluit dus, waar bij in zeker opzicht van het rotatie-stelsel, waardoor alle landen op hun beurt in den Baad komen, wordt afgezien. 29 staten waaronder Nederland?waren voor de herkiesbaarstelling van België, 19 er tegen. Nu is juist door de kleine staten verleden jaar het rotatie-stelsel zoo vurig bepleit en hoe is het nu mogelijk vragen sommige delegaties zich af ? dat Nederland, dat zich in volkenbondszaken dit jaar tot kampioen der oppositie heeft opgeworpen, nu plotseling tot de binnenkamer-politiek terug keert? Houdt men echter rekening met het feit, dat organisatorisch dit rotatie-systeem zeer soepel (vergeef mij, Charivarius !) is gemaakt, zóó dat de rooster van zetels naar behoefte vlugger of langzamer kan draaien, mits hij draait en be denkt men, dat Nederland nog n jaar recht op zijn zetel heeft, dan is er weinig begrip van den toestand voor noodig, om in te zien waarom Nederland zijn stem op Belgiëuitbracht. M. K. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE AMSTERDAMMER" KEIZERS GRACHT 333, AMSTERDAM. BATENBURG & FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG. HUYGENSPARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl