De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 17 september pagina 4

17 september 1927 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

't' / DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 SEPTEMBER 1927 No. 2624 Tweede Groot-Friesch Congres door C. A. FABER In memoriam de gevallen Oceaanvliegers >:? ii*ffis$ï>, fcw?>": MR r hv Een nabeschouwing TUT EERWAARDIGE dagen waren dat, die eerste en, tweede September 1927 in Leeuwarden. Het is op zich zelf beschouwd al een merk waardig verschijnsel, dat hier langs de Noordzee-. kust en op de eilanden een Gerniaansche stam woont, welks naam in de oudste literatuur, waarin van Germanen sprake is, reeds genoemd wordt; dat die stam ondanks het feit, dat de leden ervan nooit een. zelfstandigen, n en ondeelbaren staat hebben kunnen vormen, maar in drie gebieden, waartusschen zich vreemde elementen hebben gedrongen, over verschillende staten verspreid woonden, een zoo uitgesproken eigen volkskarakter en ten deele ook een eige.n taal bewaarde. Waar zooveel, vaak belangrijker, stammen zijn verdwenen of in andere opgenomen, heeft die der Friezen zich tot op den dag van heden weten te handhaven. De Friesche taal staat nog als een zelfstandige naast het Neder landsen, zóó zelfs, dat de Maatschappij van Neder-landsche Letterkunde de Friesche schrijvers van mededinging naar de prijzen der Maatschappij beeft uitgesloten. Merkwaardig blijft dit verschijnsel ook als men alle economische en geografische factoren, die er toe medewerkten', in aanmerking neemt. Maar nog merkwaardiger is het, dat een samen komst met de stamgenooten, die burgers van vreem de staten zijn, een samenkomst nog wel, die een tamelijk wetenschappelijk karakter draagt, een geestdrift vermag te wekken, zooals wij bij dit gesloten en soms stugge volk zelden hebben mee gemaakt. De buitenstaander moest ongetwijfeld den indruk krijgen, dat het een demonstratie was voor de staatkundige bevrijding en vereeniging van Noord-, Oost- en West Friesland. Toch was niets minder waar dan dit: de persoon van den voor zitter, den Commissaris der Koningin, in de provincie Friesland, is daarvoor de beste waarborg. GrootFriesland is geen staatkundig ideaal, uitgezonderd misschien bij een heel enkelen, zich al te weinig om de nuchtere economische en politieke mogelijk heden en noodzakelijkheden bekommerenden geest. Tot aan het begin dezer eeuw was er weinig gemeenschap tusschen de drie Frieslanden. Wel hadden Harmen Sytstra en Teade Dijkstra zich een voorstelling gevormd van een Groot-Friesland in taalkundigen zin en had zelfs eerstgenoemde in zijn bij het oud-Friesch aansluitende spelling hier mede rekening gehouden, doch van ee.n onderling verband tusschen de taaibeweging hier en ginds was geen sprake. Berst in 't begin dezer eeuw laakte men aan beide zijden eenigszins met el kanders streven bekend. Het tengevolge van den oorlog fel oplaaiend nationalisme deed hier opnieuw den droom van Groot-Friesland vorm en gestalte krijgen: Fries land de brug tusschen .Scandinaviëen Engeland, tusschen de Noordsche en de Engelsche cultuur. De Jongfriesche beweging bracht nieuw leven. Weldra echter verwisselde zij haar staatkundig ideaal voor de internationale idealen eener humanistisch-socialistische volkerengemeeuschap, waarin Friesland en zyn taal gelijke rechten zouden hebben als de andere deelen, terwijl de Calvinisten onder hen zich deze volkerengemeenschap als een protestantsch-christelijke dachten. Thans, nu het doel dat men nastreefde, niet meer zuiver taalkundig was, moest men wel met klem aandringen op een nauwe geestelijke aan sluiting bij Oost- en Noord-Friesland. Zoo werd in 1925 te Jever het eerste Groot-Friesch Congres gehouden; waar voor de eerste maal sinds eeuwen Friezen uit alle drie Frieslanden voor het houden van gemeenschappelijke besprekingen bijeen waren Hoewel velen dit congres enkel beschouwden als van zuiver wetenschappelijken aard, was er toch reeds dadelijk een strooming, die deze congressen dienstbaar wilde maken aan idealen, die men moeilijk elke nationalistische tendentie ontzeggen kan. Zoo droeg het tweede Groot-Friesch Congres, dat f. S. MBUWSBN. Boft. A'dam-R'dam-Oen HM?. DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND ter van feest van het Friesch Genoot schap in Leeuw arden gehou den werd, een zonderling ge mengd karakter. half weten schappelijk, half demonstratief. Het besef van stamverwantschap en saamhoorigheid ver mocht er een on verwachte geest; drift te wekken die zich herhaal delijk uitte in de woorden der sprekers en in het applaus der toehoorders. Ten deele was misschien "deze geestdrift een reactie op de somber gekleur de beschouwing van een der sprekers over de Friesche taal en haar toekomst, zooals heel de Friesche bewe ging een reactie is een van de vele tegen den nivelleerenden geest van dezen tijd. Zelden wa ren de menschen romantischer en sentimenteeler dan in het koelverstandelijk en zakelijk-nuchter West-Europa, waarin alleen politiek en eco nomie dingen van wezenlijke beteekenis zijn. Onze verteedering en onze ge- ___^^___^__^__^^__^^__ voelens dragen wij over op wat oud en eerwaardig is of lijkt, In dezen tijd van snelverkeer scheppen wij weer behagen in wandelingen en voetreizen, wij stellen belang in antiquiteiten, trachten volksdansen tot nieuw leven te brengen en zingen oude volks liedjes. Het is mode. Maar naar den geest staan wij toch mijlenver van dit alles af. Zoo ook is het op het gebied van de kunst, van de religie. Tallooze kunstrichtingen bekampen elkaar, het aantal vereenigingen op religieus gebied neemt met den dag toe, doch nooit waren wij verder verwijderd van het wezen van kunst en religie dan thans. Zoo ook hebben de Friesche intellectueelen nooit vreemder gestaan tegenover het eigene van hun volk, voor de rechten waarvan zij met zooveel nadruk opkomen. Gelijk de dingen, die wij hier boven noemden, is de Friesche beweging voor velen niet anders dan een vlucht uit de al te dorre practijk van het leven.' Wij kunnen niet zonder illusies. En hoe groot en verblindend deze illusie is, blijkt uit het nationalisme, dat verlangens koestert en eischen stelt, waaraan alle besef van politieke en economische realiteit vreemd is. Dit romantisch dilettantisme is het duidelijkst bewijs van de innerlijke voosheid althans van dit deel der Friesche beweging. De heer J. J. Hof, als Friesch schrijver en dichter bekend onder den naam Jan fen 'e Gaestmar, constateerde in zijn lezing niet meer of minder, dan dat het Hollandsch het Friesch einde lijk onder de knie heeft. Hij had gelijk. Als Fries spijt het ons dit te moeten verklaren, zooals ook de heer Hof zeide, dat hij zich voelde als iemand, die zich in faillis sement begeeft. Nooit heeft het Friesch zoo sterk den Hollandschen invloed ondergaan als thans. De verklaring hiervan behoeft men niet ver te zoeken: de breedere volksontwikkeling, waardoor ook de groote massa \ Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan MOED! in aanraking komt met het cultuurleven van onzen tijd, dateert pas van de laatste kwarteeuw. Die volksontwikkeling men vergete hier vooral de pers niet komt bijna uitsluitend in het Nederlandsch tot ons en daardoor krijgt natuurlijk deze taal, die bovendien al sedert eeuwen de kerkelijke en ambtelijke taal van dit gewest is, een grooten voorsprong op het Friesch, dat ten doode is opge schreven. Nog enkele geslachten en men zal waar schijnlijk op het platteland van Friesland niet veel anders spreken dan het mengelmoes, dat men nu reeds in de steden de centra vanwaar de hedendaagsche cultuur over het omliggende ge bied verspreid wordt! hoort. Hier gaat iets verloren, dat oneindig meer waard is, dan de merkwaardigste oude gewoonte, dan het eerbiedwaardigst gebruik: geheel een taal met een rijk verleden en een, de omstandigheden in aanmerking genomen, rijke literatuur. Nivelleering is in geestelijk opzicht altijd verarming. Hierbij kunnen wij, noch iemand anders, iets winnen, alleen maar verliezen. In zooverre de Friesche beweging dxis verzet beteekent tegen dit dreigend verlies, heeft zij recht van bestaan en kan zij aanspraak maken op onze sympathie. Men zegt, dat zij er goed voorstaat. Ze heeft althans bereikt, dat op het Friesch niet meer minachtend wordt neergezien. Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Groote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl