De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 24 september pagina 1

24 september 1927 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

voor TRIANON ? is tóch gezelliger en gedistingeerder ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. B RUG M A NS, M. KANN EN TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM. C Het meest gevraagde merk OPGfcRICHT IN 1877 No. 2625 ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1927 Een Leidsche klopjacht v -: 8* f~\ P den derden Maandag der Septembermaand dragen de aftredende rectoren van de drie rn'ksuniversiteiten, van de universiteit van Amsterdam, van de Technische, de Handels- en de Landbouwhoogeschool hun ambt aan hun opvolger over en brengen verslag uit van de lotgevallen hunner universiteit of hoogeschool gedurende het afgeloopen studiejaar. Dit is de volgorde volgens het wettelijk voor schrift; de practijk heeft de wet gecorrigeerd door den rector zich eerst te doen kwijten van zijn laatsten plicht, het uitbrengen van het verslag, en hem pas daarna zijne waardigheid in handen van zijn opvolger te doen stellen. Van de redevoeringen, waarmede de rectoren afscheid van hun ambt nemen, kan men in de pers een breed uittreksel lezen, maar overigens wijdt zij er weinig aandacht aan. Geen wonder: wanneer . ?de zon opgaat, verbleeken de sterren; onmiddellijk na deze oraties óverstraalt ons immers de glans van troonrede, millioenennota en staatsbegrooting; nog geruimen tijd blijft het afschijnsel daarvan in de pers lichten. De rectoren zouden een betere kans ?op belangstelling buiten den kleinen, academischen kmng hebben, wanneer zij in den komkommertijd oreerden. Het is echter mogelijk, dat de afgetreden Leid sche rector hierin een ommekeer heeft teweeg ge bracht en dat voortaan op den derden Maandag van September het publiek de avondbladen uit de handen der krantenventers zal grissen, in de verwachting van nieuwe sensaties uit de acade mische wereld. Want de onverschilligen, die ook dit jaar de Kolommen Overdracht rectoraten" weder met geen blik hebben verwaardigd, zullen bemerken wat Kij hebben gemist, indien straks en het kan ? niet uitblijven ook tot hen het gerucht door dringt van de financieele ongerechtigheden, waar aan Leidsche studenten zich hebben schuldig ge maakt en van de bate, die de schatkist heeft te danken aan het alziend oog en de straffe hand van den Leidschen rector. f 50.000 te Leiden meer aan collegegelden ont vangen dan in vroegere jaren het is wel niet ?zoo'n verblijdende tijding als die van den passus in de troonrede, waarin verlaging der inkomsten belasting wordt aangekondigd en van de meer ge specificeerde belofte der millioenennota, dat deze belasting voor alle aangeslagenen met ongeveer 1/5 zal worden verminderd, maar het geeft den burger toch weer moed, het wekt de hoop, dat er óók aan andere universiteiten zulke buitenkansjes zullen voorkomen en het kan in elk geval aan den general reader het inzicht bijbrengen, dat het ,vPe»8ïag van de lotgevallen der universiteiten", al valt het, ondanks de grapjes, waarmede het vernuft der rectoren het weet te kruiden, voorlöopig nog niet tot de prikkellectuur te rekenen, toch niet ten eenen male den pikanten smaak mist, diézijn gehemelte zoo zeer streelt. Vijftig duizend gulden meer aan collegegelden en dat niet door grooten toevloed van studenten, maar door scherper controle. 'De Leidsche rector heeft blijkbaar de atmosfeer trillen zuiveren, voordat Prinses Juliana de acadedemische lucht zou inademen en haar er voor willen feèwaren, op de collegebanken te moeten zitten in gezelschap van jongelieden, die de collegegelden, hun dóór hun brave, immers den fiscus niet wil lende verschalken, ouders toe vertrouwd,"aan hunne rechtmatige bestemming onttrokken. Zoo leverde hij de proef op de door hem reeds berekende som, dat er in the sta.te of the university of Leiden something rotten was, hing zijn rectorale waardigheid tijdelijk aan den kapstok, kroop, na zich voor deze hachelijke metamorphose van den steun van eenige ambtenaren der Rekenkamer te hebben verzekerd, in de huid van een hoofd rechercheur bij de betaling der college- en inschrij vingsgelden", liet door ambtenaren, bevoegd om proces-verbaal op te maken", hét collegebezoek nagaan en daagde voor zich hen, die op heeterdaad betrapt waren van zich te hebben schuldig ge maakt aan het misdrijf van college te loopen zonder inschrijvingskaart, alsmede degenen, van wie dit nog niet onomstootelijk vaststond, maar die er van verdacht werden. Toen den schuldigen het masker was afgerukt, bleek tegen de verwachting? de meerderheid ervan niet uit juristen te bestaan, maar uit medici en theologen ! Voor deze laatsten was de spijs der wetenschap blijkbaar het manna, dat zonder tegenprestatie uit hooger sfeer neerdaalt. Men kent reeds het resultaat van de recherche, waartoe de Leidsche rector zich, bij ontstentenis van een hem dit werk uit de hand kunnende nemen academisch bureau, heeft moeten leenen: vijftig duizend gulden meer in de schatkist. Maar het is niet het eenige. Hij heeft de Leidsche universiteit niet alleen gezuiverd van parasieten, maar ook van een blaam, , die haar door benijders werd aangewreven, n.l./ dat zij wel is waar nog steeds de oudste en, behalve om andere redenen, alleen daarom reeds dus ook de eerste, maar niet meer de grootste universiteit van Nederland was, grootste hier genomen in <den beperkten zin van het meeste aantal voedsterlingen hebben". Dat is thans gebleken vuige laster te zijn. Wat vroeger wel eens, op grond der statistische gege vens, scheen waar te zijn, dat Leiden, wat studen tenaantal betrof, door Utrecht en Amsterdam. verre overvleugeld was geworden, is nimmer juist geweest; te Leiden heeft slechts veel meer dan elders het misbruik van zich niet laten inschrijven bestaan". Waarom dit misbruik op Leidschen bodem zoo welig tierde, wordt ons niet verklaard; maar het onkruid zal nu wel zijn uitgeroeid; Leiden staat nu weer aan de spits, met 2044 inschrijvingen. Maar ik heb er 300 meer, n.l. 2332, roept de. Utrechtsche rector en dus zal er te Leiden weer een nieuwe klopjacht moeten worden gehouden. wil men zich niet laten overvleugelen". De Utrechtsche rector roept dit echter niet triomfantelijk. Hij blaast niet hoog van den toren, al heeft hij daarvoor den Dom tot zijn beschikking. Zijn 2332 inschrijvingen benauwen hem eerder een beetje. Eenerzijds" schept hij nog lucht: de meeste studenten hebben nog oog voor ideeëele goederen" ;? met grooten ernst trachten zij naar verdieping van kennis"; opgewekt is het leven in het Utrechtsche studentencorps" enz. Maar anderzijds" stokt hem de adem: Waar moeten ze allen een plaats krijgen? Evenals in andere landen heerscht ook in Nederland over productie op het terrein der gestudeerden. Maar al te veel moeten advocaten het werk doen van een jongsten bediende; ingenieurs treden op als trambestuurders, terwijl menig geneesheer nog minder verdient dan een stucadoor". Te veel jonge lieden gaan studeeren: we lijden aan intellectueele hypertrophie". Wordt die klacht overal aangeheven? 7 J f evuld boontjes " : pikant? tnol&CL- *, crome. qzvuld. en. daardoor bijzonder %-' De inhoud staat op pag. 20 Niet elk rector heeft ze geuit; maar het aantal studenten is bijna overal nog stijgend. Niet aan de Technische hoogeschool: Delft bereikte in 1920/21 zijn hoogtepunt, ruim 2400, en bleef ongeveer drie jaren daarop staan; in de vol gende jaren nam het aantal studenten snel af, tot 1479 in het afgeloopen studiejaar. Er schijnt nu een evenwichtstoestand te zijn bereikt. De Handelshoogeschool had in het laatste studiejaar 25 inschrijvingen minder, en de Landbouwhoogeschool 30 meer: dat heft elkaar dus ongeveer op. Maar Amsterdam had er bijna 200 meer, en Groningen ruim 100, en Utrecht 150, en van den Leidschen overvloed hoorden we al zoodat we moeten spreken van het wassende water". Aan de kruin van den dijk staat het nog niet; maar de nood begint te dreigen tenzij veel aan staande studenten zich door het hooge inkomen, dat een stucadoor volgens den Utrechtschen rector heeft (75 a 100 gulden in de week. en toch nog staken !) tot dit beroep aangetrokken gaan ge voelen. Of wat waarschijnlijker is tenzij do dam het water keert. KERNRAMP -: ?-..?.?'? -r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl