Historisch Archief 1877-1940
DÉBOENE AMSTERDAMMER VAN 24 SEPTEMBER 1927
B:.
Uit de Natuur:
DE VEENPLAS SCHUUR EN BERG, EEN STAATSNATUURMONUMENT
Rijk Drente
door Dr. JAC. P. THIJSS
ii
\T AN het Mantinger Bosch ging het naar Wijster.
Reizigers naar en van Groningen, kennen
Wijster als een stopplaats tusschen Hoogeveen en
Bijlen. Het'dorp zelf ligt een minuut of tien Oost
van de spoorlijn. Naar West ziet er1 een nog
ruime hei en aan den harden weg, vlak bij een
jeugdig dennenbosch, een mooi nieuw huisje met
jongen tuin. Dat is de woonplaats van een van
onze leiders, Dr. W. Beyerinck. Een deel van het
huis is ingericht als laboratorium en daar bestaat
altijd voor een paar biologen gelegenheid om te
komen werken en zich wetenschappelijk bezig te
houden met de wondere wereld van de Drentsche
heiden en venen en wel in het bijzonder de hei
piassen en veenplassen. Beyerinck zelf heeft de
grondslagen voor die studie gelegd in zijn fraaie
dissertatie over Verspreiding en periodiciteit
van de zoetwaterwieren in Drentsche heipiassen".
De koele hooge venen vormen een gebied waar
vertegenwoordigers van de oudste flora van
Holoceen Nederland zich het langst kunnen hand
haven en onder die vertegenwoordigers nemen
de wieren een zeer belangrijke plaats in.
De Drentsche Heidepiassen hebben ons dus nog
heel wat te vertellen en hen te vernietigen of zelfs
te storen zou een wandaad zijn, ongeveer te ver
gelijken met den beeldenstorm of het verbranden
Van de Alexandrijnsche boekerij, misschien nog
erger. Het gebied, dat Beyerinck bewerkt heeft,
Strekt zich uit van Mantinge tot Dwingeloo en
van Beilen tot Kraloo. Het is te hopen,dat wij
hier flinke stukken heide kunnen reserveeren,
l LET OP HET MERK |
groote stukken, want wanneer de plassen bereikt
worden door meststoffen, dan is het met vele van
die merkwaardige wieren spoedig gedaan.
Het viel ons moeilijk te scheiden van het
Botanisch Station Wijster, dat tusschen twee
haakjes precies ligt op de waterscheiding van het
gebied van den Beiier Stroom en dat van de Wold
Aen reden weer in onze wagens westwaarts. Hoe
mooi lag Spier voor ons in de heide, een klein
gehuchtje, maar midden in de hei in zijn nest van
boomen, de groene stroodaken als kuikentjes op
een hoop. Een eindje door Spier heen was het
weer uitstappen en daar stonden we aan het begin
van de groote nieuwe ontginning van het
Staatsboschbeheer, het Lheebroeker zand in de
boschwachterij Dwingeloo. Hier zijn in de laatste jaren
honderden hektaren heide en stuifzand beboscht.
Het was niet alles heide; in vroeger tijden is hier
al wel gewerkt met dennetjes en zeepijnen en de
natuur zelve heeft hier het echte oerwoud van de
Nederlandsche zanden doen opslaan, het bosch van
jeneverbessen. Die oude boschpartijtjes zijn zoo
mooi, dat de Staatsbebosscher er op menige plaats
niet aan heeft willen raken en zoo gold onze eerste
wandeling een heuveltje bekroond met een zwaren
pijn en gesierd met prachtige jeneverbessen, een
krachtig element van oorspronkelijke schoonheid
in de altijd wat eenvormige jonge dennenaanplant.
Dit kleine stukje is niet geclasseerd als natuur
monument, maar niet anders dan een hoogelijk
gewaardeerd gebaar van het Staatsboschbeheer
ten opzichte van bestaand natuurschoon. Het
geeft vertrouwen, dat het ook elders in dien geest
zal handelen en daar hebben we dan ook op andere
dagen wel voorbeelden van gezien.
Maar er is nog meer. We wandelen een poosje
door en langs een plantage van eikjes van onge
veer een voet hoog. Weldra krijgen we links van
ons onbewerkte heuvelklingen en prachtige jenever
bessen en we bevinden ons nu in een uitgestrekt
gebied, dat officieel gereserveerd is als natuur
monument: Het Lheebroeker Zand", een pracht
stuk van zandstuivingen, heiden en plassen,
daaronder een paar hoofdfiguren uit Eeyerinck's
studieveld. We rusten even uit op een hoogen
heuvelkam met de plas Kiploo diep onder ons.
Aan de overzijde staat in de lucht een rood
torenvalkje te bidden; hij houdt de muizen uit de
jonge aanplantingen ginds. In het witte zand,
waar de zon op blakert, loopen een paar van onze
vrienden te zoeken naar vuursteenen mesjes en
pijlspitsen, want Drente is voor den archaeoloog
al even belangrijk als voor den bioloog. Over de
heidestruiken kruipt een prachtige rups, zoo groot
als een vinger, fel groen met dwarsrijen van
donkere stippen op elk segment, de rups van de
BOOTMOTOREN
MOTORBOOTEN
BINGHAM & LUGT
Haringvliet 85
ROTTERDAM
nachtpauwoog, een vlinder die nergens in ons
land zoo algemeen voorkomt als in Drente.
Nu gaat het weer verder over het zand, door
de jeneverbessen over heide en door dennen, op
en neer over de oude stuifheuvels tot we terecht
komen bij weer een andere plas, ook een Staats
natuurmonument, het juweeltje Schuur en Berg.
De gewone wandelaar waardeert dit om het eenig
mooie landschap, de aankomende plant kundige
verheugt zich over de menigte planten die hier
groeien, waaronder enkele zeer bijzondere, en de
ingewijde bioloog vormt het voornemen om hier
plankton te visschen en dan met de buit vlug op
de fiets naar het Botanisch Station Wij ster en
dan aan het uitzoeken en teekenen. We hopen
nog menigmaal te hooren van Schuur en Berg en
onze nakomelingen zullen hoop ik met belang
stelling gadeslaan wat er in den loop der.eeuwen
uit worden zal. Als we verder wandelen, krijgen
we daar eenig besef van, want daar ligt een plas,
die nu al bijna is dichtgegroeid met veenmos en
wollegras, zeggen en snavelbies, zonnedauwtjes,
veenbes, andromeda. Langs de randen ziet het
geel van de rijpende vruchten van het Cipelgras
en daar steken de blauwe gentianen tegen af.
Hier zit tot mijn groote vreugde ook de geel met
zwart gebandeerde Satijn-zweefvlieg te zingen,
Sericomyia borealis. ook alweer zoo'n Noordelijk
dier, dat wég-ontgonnen zou kunnen worden, als
er geen natuurmonumenten bewaard werden door
Overheid en Particulieren. Al dit moois is van
Dwingeloo uit gemakkelijk te bereiken, zelfs te
voet. Dwingeloo zal nog wel eens een geliefd
vacantie-oord worden. Wanneer het Departement
van Financiën wat meer geld ter beschikking kon
stellen van het Staatsboschbeheer en ook mede
werking kon verkrijgen met de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten, dan zou ons
land als vacantie-oord veel grooter beteekenis
kunnen krijgen en dan zouden vele
vaoantiepenningen, die nu naar het buitenland gaan, hier
kunnen blijden.
Wij zijn over Dwingeloo naar Havelte gereden
en hebben daar thee gedronken bij den man, die
in Drente de Kool en de Geit moet sparen;
menschelijke ellende lenigen, werk verschaffen, arbeids
velden openen en tegelijk het landschapsschoon
en de monumenten van flora, fauna, geologische
gesteldheid en geschiedenis waardig behouden.
Wij twijfelen niet of hij zal daarin wel slagen
tenminste als Den Haag en Groot Publiek behoorlijk
medewerken. Het zou groote schande zijn, als ze
het niet deden. Op het oogenblik heeft de Geit de
overhand.
(Wordt vervolgd)
«TRANSPORT Mij. HOLLAND"!
^Wcespcrzijdc 94 AMSTERDAM!
(Telefoon 51271 Tel.-Adres Transport"!
> Verhuizingen, door geheel Europa per meu- <
j belwagen en gesloten spoorwegwagons, j
) binnenlands ook per gesloten autoverhuis- <
> wagens met aanhangwagen. Binnen een J
j rayon v. 80 K.M. bespaart men Hotelkosten {
> BEWAARPLAATSEN VOOR GEHEELE EN <
GEDEELTELIJKE INBOEDELS