De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 1 oktober pagina 16

1 oktober 1927 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VXfo l OCTóëR 1927 No. 2626 K> fc 4e Natuur: MEANDER VAN HET LOONER DIEP. OP DEN ACHTERGROND HÉT BOTANISCH LAANTJE. Foto van Dr. H. G. N. v. d. Sleen Rijk Drente door Dr. JAC. P. THIJSSE , - ui /"YP een morgen reden wij Assen ^'?uit, in de vroegte, den Rolder straatweg op, maar al vlak over de spoorlijn hielden we links, den weg op naar Loon naar de Drentsche beken. De vochtige hei was overdekt met parelende spinnewebben. De haverhokken waren ineengezakt door de vochtigheid en jonge roggeplantjes ontsproten uit de aren. Maar de zon brak door en gaf een schoone belofte van mooi weer en die belofte werd ? gehouden, we kregen Drente weer te zien op zijn aangenaamst. Op de Looner esch miste ik de driekleurige viooltjes. Voorbij dien esch stapten we even uit, om een laan in te wan delen, die daar lag ha de akkers en weiden en langs voormalige hei, een pracht van een laan met statige eiken en populieren en heestergewas van allerlei soort, daaronder ook de Wegedoorn, een van de allermooiste heesters die het Oosten van ons land sieren. Hij komt ook voor in het Voornsche duin, maar overigens zeer zelden in het Westen. Onder die heesters aan een stuk weg in de wei groeide ook de zeldzame Boschpaardestaart, de trots van ons Busker bosch, maar die hier in Drente op menige plaats nog voor komt. En onze geleider noemde nog een heele rist van planten, die in lente en voorzomer dit boerenlaantje maken \tot een waar museum van bosch planten. Waar de heesters laag zijn, genieten we een prachtig uitzicht over de wijde groenlanden van het Looner diep, die hier meer dan een kilometer - breed zijn. Ze zien nu ietwat bruinig van het slib, de beroemde beekbezinking, want gisteren nog was de beek ver buiten haar oevers getreden. Nu loopen er honderden kieviten rond en een paar reigers stappen langs de overgebleven plassen. Een kilometer verder, nadat we de beek gekruist hebben, stappen we weer uit, weer naar links, weer langs voor malige hei, .maar nu met het Loonerdiepdal aan onze rechterhand, en links het lavendelkleurige stoppelland. We gaan juist langs de hoogtelijn van 10 M. boven A.P. Langs den weg zijn stukjes hei en bosch blijven liggen, kreupelbosch van hulst en meidoorn en lijsterbes, soms geheel overgroeid met kamperfoelie, die nu^zijn derden bloei begint, een prachtig'stilleven in de wereld van akker en weide. Nu dalen we af naar het beekje langs een stellen rand die bovenop begroeid is met eiken kreupelhout, maar op zijn hellingjnet hei en varens, mannetjesvarens en het fraaie dubbelloof. Tusschen de hei weer korstmossen en bladmossen van allerlei soort, bekermos met fel vermiljoenroode sporenkussens. En dan staan we op eens in moeras, trilveen zelfs en een haastig springen van mosbult naar buntbult kan ons toch niet redden van een paar natte voeten. Hindert niet, want we staan hier toch weer in een der indrukwekkendste werkplaat sen van de schepping. De Loonerbeek liep in vroeger tijd hier vlak langs den heikant en heeft hier een cirkelbocht uitgeschuurd. Later heeft de stroom zijn bedding verlegd, westwaarts en nu is de doode arm bezig te verlanden. Zeggen van allerlei soort, haarmos, en veenmossen, buntgras en biezen, alles heeft samengewerkt om hier een trilveen te vormen. Een deel van den dooden arm is nog min of meer open water en daar hebben een paar andere, beroemde planten zich gevestigd, om van water land te maken: het waterdrieblad en de slangenwortel; ook alweer een paar heldenfiguren uit het verleden, die we ons wel wachten mogen om weg-te-ontginnen. De zaden van het waterdrieblad, half fossiel, vinden we nog onder de veenlagen, ten bewijze dat deze plant al duizenden en duizenden jaren geleden meewerkte aan de vorming van ons land, hoogstwaarschijnlijk duizenden van jaren eer hier menschen woonden, die zijn fabelachtig mooie bloemen konden bewonderen, wat wij tegenwoordig wél doen maar nog lang niet genoeg en lang niet algemeen genoeg. In een menschenleeftijd heeft deze plant zijn gebied eok al wel tot op de helft zien in krimpen, maar op de goede plaatsen tiert hij nog welig: Kwakjeswater, Zwanewater, Texel, Brabantsche ven nen, Loosdrechtsche plassen, Boornbergumer Putten, enz. De Slangenwortel van het Loonerdiep stond in vrucht,; de bessen, dicht opeen aan den top van de dikke stengels begonnen rood te worden, TSCHARI5LEIPNER NIEUWE VERPAKKING NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Uurwerk, Goud- en Zilverhandel v/h-Gcbr. BREEN NDBUWENDIJK 172 ROZENGRACHT 53 HAARLEMMERSTRAAT 64 Groote sorteering in Trouw-, Verlovingsen Zegelringen. Zilveren Couverts en diverse Schepwerk tegen scherp concureerende prijzen <r^> c^o cvs cvo uurwerken met Weatminater en diverse goagalagea RUIME KEUZE HORLOGES 1ste Klas reparatie-inrichting voor Goud, Zilver en Uurwerken c\o cvs cvo MENDELS Kalverstr. 109/111 AMSTERDAM Heteenigst speciaal-huis. Het beste adres in Ne derland voor Béb -jongens- en Meisjes-onder en bovenkleeding. D. OBERINK & Co, INGENIEURS Amsterdam, Prinsengracht 456. Tel. 37452 BLIKSEMAFLEIDERS AANLEG INSPECTIE ONDERHOUD. op de manier van de vruchten van de wilde aaronskelk onzer wouden, hun. naaste verwant. In het voorjaar bloeit de plant met groengele kolven van stamper en meeldraadbloempjes, omgeven door een groot wit schutblad geheel op de manier van de welbeken de sierplant, die ook wel Calla ge noemd wordt en die we in ons leven meestal eerder zien dan de echte wilde Slangenwortel, de Calla palustris van woest Nederland. Hier was hij een sieraad van den ouden meander van het Looner Diep. O, die meanders van de Drentsche beken. Wie Drente nooit bereisd heeft, maar wel eens naar Groningen is gespoord, kent ze toch, want tusschen Meppel en Hoogeveen moet ge wel gezien hebben hoe die Drentsche beken in bijna cirkelvormige bochten zich door het groenland kronkelen. Soms wordt de cirkelvorm heelemaal bereikt, dan heeft de beek een korter bocht gevonden, de oude bedding blijft op zij liggen en kan rustig verlanden en wordt dan veelal totzoo'n biologische schatkamer als hier de oude bocht van het Looner Diep, een halven kilometer zuidwaarts van paal 6 op den weg van Loon naar Gasteren. Het zou al te mooi zijn indien in dezen onzen tijd de meanders van de beken ongemoeid zouden worden ge laten. Daar weten we alles van. Dui zenden jaren hebben die beken het. overtollige water afgevoerd, zoo goed en zoo kwaad als het ging. Dikwijls ging het slecht en dan zetten ze wijd en zijd hun oeverlanden onder water en bedekten die met slib, zoodat het groenland worden kon. Ook schuurden ze nu hier dan daar de hooge gronden uit, daarmee hun vallei verbreedend. Maar thans vragen de ontginningen. sneller waterafvoer, dan deze beken kunnen geven, de beddingen moeten breeder worden, de bochten moeten verdwijnen; een breede rechte goot moet voordeelig het kronkelend beekje vervangen en van een dooden arm. gesierd door spontanen oorspronkelijken plantengroei, is dan geen sprake meer. Plannen voor de correctie van sommige Drentsche beken liggen al gereed. Laat ons hopen, dat de inge nieurs hun taak niet al te simplistisch en niet al te afdoend hebben opgevat. Gelukkig is het soms ook voordeelig om kronkelingen en overstroomingsgebieden te behouden. Maar de Assenaren zijn voorloopig. nog goed af, dat ze op n uurtje wandelens van hun vlek zoo veel moois en leerzaams kunnen genieten. En voor ons was dat oponthoud aan het Looner Diep nog pas het begin van een zeer langen, onvergetelijken dag.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl