De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 1 oktober pagina 5

1 oktober 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

55 i« beproefd, wanneer vrienden en verwanten vergeefs 'hebben, gepoogd, dóór kun tusschenkomst de-partijen samen ie brengen, wanneer bij geen van beiden lichtzinnigheid in het spel is , dan moet een huwelijk toch ontbonden kunnen worden". Dit wonderlijk citaat, verbaasde lezer, ia de moraal van Madame De Staè'Ps Delphine", een boek dat voor meer dan honderd jaar geschreven werd en waarmee zich de schrijfster de beschuldiging op den hals haalde, dat ze over de liefde sprak als een bacchante en over het huwelijk als een lichte vrouw"; Bare snuiters, die van meer dan honderd jaar geleden! Waren het trouwens niet dezelfden, uit 18e-eeuwsch rationalisme tot vroeg-19e-eeuwsche romantiek en vroomheid bekeerd, die Goethe op zjjn ouden dag verweten dat hij, in de persoon van Oretchen, de ontucht verheerlijkt" had? Hoe wederom dat zelfde geslacht over Beethoven dacht, -j- daarover glimlacht thans Jan-enAlleman in een zachtzinnig behagen om eigen zooveel ruimer en zuiverder begrip t En George Sand, een paar tientftllen jaren later , en Zola, nog weer later. En ten onzent, Busken Braet, en Barbusse en Marguéritte .. Zoo blijkt wel elk geslacht gedoemd aan' het volgende een erfdeel van belachelijkheid na te laten , zoo blokt wel elk geslacht gerechtigd tegen het vorige den tong uit te steken en het te honen om zijn bekrompenheid en kortzichtigheid. Uit dit leerzaam schouwspel schijnt maar 'én enkele conclusie mogelijk: houden we ons tegen den hoonenden tong van het nageslacht a tout prix gedekt. Daar elk oordeel een een zijdigheid is, bestemd om te worden weerlegd en te worden overwonnen, bljjft den wijze slechts over, zich van oordeelen te onthouden. Als voorbeeld kieze hij den koster uit Aller zielen" : Ik zeg maar altijd ik zeg maar niks". De ware wijze zegt zelfs dit niet: hij glimlacht. Hij heeft achter de coulissen geneusd, gezien hoe het toegaat in de keuken van den lieven Heer. Zóó glimlachte Brotteaux beurtelings om de eenzijdigheden van den priester en den revolutionair. Zóó trok Galsworthy een streep tusscheri Forsyte"" en zijn haters en plaatste zich op die streep to see the fun". ,,Mais Brotteaux tait inconsequent", en ook Galsworthy vergat telken male dat hij, als wijs man, geen voorkeur voor het eene boven het andere hebben mocht. Hoe kon het ook anders? ' Het is altijd weer opnieuw de oude dwaling: dat we in ons leven ver mogen te realiseeren, wat ons het inzicht heeft geopenbaard , dat we aan de eenzijdigheid kunnen ont komen wanneer we in ons zelf de eenzijdigheid hebben ontdekt. Denken we ons eens even dat die welbekende firmanten H2" en O", vernomen hebbende dat ze toch maar allebei ten halve water zijn elk voor zich een eenzijdigheid, bestemd om in een eenheid op te gaan, onder te gaan dat ze gingen probeeren op dat verbindingsproces vooruit te loopen en ieder op eigen houtje watertje te spelen." Dat ware de dwaasheid, dat is nu precies onze dwaasheid ! Tezamen zijn ze water, en mogen dit weten, als ze maar beseffen, dat ze elk voor zich toch H2" of O" moeten blijven, niet anders dan H2" of O" kunnen zijn. Tezamen zijn wij: continuïteit, tota liteit , krachten, functies, factoren, waardoor zich het eeuwig-verbroken, eeuwig-herstelde evenwicht voltrekt, Hindeuburg's rede De sluizen der welsprekendheid geopend en we mogen dit weten, als we maar beseffen dat we toch in een der twee schalen van de balans ons volle wicht moeten geven, het volle wicht van onze erkende, beleden conse quente eenzijdigheid ! Het kieken kan nu eenmaal niet wijzer zijn dan de hen. En door ons als water" te willen voordoen, terwijl we nooit meer dan ,,H2" of O" kunnen zijn, bereiken we alleen, dat we aan het nageslacht, tegen welks hoon wij ons da,n misschien wel vrijwaren ??maar is het wijzer en beter dan wij, dat we het bij voorbaat al in het gevlij zouden willen komen? een onvolledig, onwaarachtig, onbe trouwbaar getuigenis nalaten omtrent ons zelf. Ik zeg dit niet zoo maar". Ik zeg dit naar aanleiding van een kwalifi catie waarmee mijn vriend Frans Coenen degenen meent te moeten ver sieren, die van de ongebreidelde sexueele onthullingen in Alie Smedings veelbesproken boek De Zondaar" niet blijken gediend te zijn. Hij noemt ze altezamen domme schreeuwers" en beroept zich op onze historie, de historie van den Mensch, die inder daad een historie van vooroordeel en dwaling is. En die een historie van vooroordeel en dwaling blijven zal en blijven moei, eal ze wezenlijk zijn: de Historie van den Mensch. Ik vind het wel jammer dat ik dit onbeduidende en slecht geschreven boek tot twist en uitgangspunt heb moeten kiezen, maar het protest moet mij even wel uit de pen. Wij zijn geen domme schreeuwers" omdat wij dit afwijzen. Elk geslacht, elke mensch, heeft recht op zijn beperkingen, zijn zedelijke en aesthetische begrenzingen, zijn een zijdigheden, zijn voorkeur-en-tegenzin, zijn fanatismen ! We kunnen wel, geïntimideerd door uit machtigen mond vernomen woorden als domme schreeuwers", dien voorkeur, dien tegenzin verzwijgen of verloochenen?, maar daarmee bereiken we alleen dat we een onwaarachtig getuigenis af leggen over onszelf. En wat onderscheidt ons dan in onzen beleden voorkeur en tegen zin" van de mensch en die Madame De Stael het leven verbitterden, Fichte verjoegen, Goethe hinderden, Zola be lasterden, op Beethoven smaalden, Vincent van Gogh voor gek ver klaarden en de rest ? Juist precies het eenige onderscheid, dat waarde en beteekenis heeft: onze zelf aanvaarding, onze zelf doorgronding ! Socrates be greep pas waarom het Orakel hem den wijsten man in Athene had ge noemd ??ofschoon hij zich van geenerlei wijsheid bewust was", ? toen hij bemerkte dat anderen, even min wijs als hij, zich wijzer waanden, terwijl hij alleen wist, dat hij niets waard was in de wijsheid". Hooger kan niemand komen, verder kan geen mensch het brengen. De onontkoom bare eenzijdigheid, de organische een zijdigheid, de eenzijdigheid van het organisme, zonder morren op zich nemen, als de kameel zijn last, zonder trots en zonder schaamte ! Maar die anderen waanden zich Deugd tegenover de verdorvenheid van madame De Stael , gezond begrip tegenover den waanzin van Beethoven, vroomheid tegenover de godslasterlijkheid van Fichte. Dat is het onderscheid - het eenige wezen lijke onderscheid tusschen menschen-mensch ? het onderscheid in zelf be wustzijnsgraad . En deze zelfaanvaardende zelfdoorgronding, waaruit we den moed van onze beperktheid putten, die leert ons dan tegelijk ook het onderscheid vaststellen tusschen de logische, orga nische, uit het wezen van ons wezen voortvloeiende beperkingen en een zijdigheden , n de spotvormen": de influisteringen van lafheid, heb zucht, hoogmoed, nijd, of de hedendaagsche revolutiophobie, die zich zoo misleidend met zulke lieflijke en schoone namen pleegt te tooien. Maar in de als geesteshoogheid ver momde gevoels-armoede zit het óók niet. En geenszins het bloedeloos scepticisme" Ik zeg maar niks" is de waarachtige neerslag der redelijkheid, doch de als noodzakelijk aanvaarde, als eenzijdigheid beleden eenzijdigheid, die we hebben te dragen als een last. En soms als een kruis. Want wie ten slotte staat den Alzijdige, staat den Vader het naast? De Zoon, in zijn consequente, inzich-zelf beslotene, logische, orga nische Eenzijdigheid. De scepticus" is daartegenover niets dan het kieken, dat wijzer wil zijn dan de hen ....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl