Historisch Archief 1877-1940
55 i« beproefd, wanneer vrienden en
verwanten vergeefs 'hebben, gepoogd, dóór
kun tusschenkomst de-partijen samen ie
brengen, wanneer bij geen van beiden
lichtzinnigheid in het spel is , dan
moet een huwelijk toch ontbonden
kunnen worden".
Dit wonderlijk citaat, verbaasde
lezer, ia de moraal van Madame De
Staè'Ps Delphine", een boek dat voor
meer dan honderd jaar geschreven
werd en waarmee zich de schrijfster
de beschuldiging op den hals haalde,
dat ze over de liefde sprak als een
bacchante en over het huwelijk als
een lichte vrouw"; Bare snuiters, die
van meer dan honderd jaar geleden!
Waren het trouwens niet dezelfden,
uit 18e-eeuwsch rationalisme tot
vroeg-19e-eeuwsche romantiek en
vroomheid bekeerd, die Goethe op
zjjn ouden dag verweten dat hij, in
de persoon van Oretchen, de ontucht
verheerlijkt" had? Hoe wederom dat
zelfde geslacht over Beethoven dacht,
-j- daarover glimlacht thans
Jan-enAlleman in een zachtzinnig behagen
om eigen zooveel ruimer en zuiverder
begrip t En George Sand, een paar
tientftllen jaren later , en Zola, nog
weer later. En ten onzent, Busken
Braet, en Barbusse en Marguéritte ..
Zoo blijkt wel elk geslacht gedoemd
aan' het volgende een erfdeel van
belachelijkheid na te laten , zoo
blokt wel elk geslacht gerechtigd tegen
het vorige den tong uit te steken en het
te honen om zijn bekrompenheid en
kortzichtigheid.
Uit dit leerzaam schouwspel schijnt
maar 'én enkele conclusie mogelijk:
houden we ons tegen den hoonenden
tong van het nageslacht a tout prix
gedekt. Daar elk oordeel een een
zijdigheid is, bestemd om te worden
weerlegd en te worden overwonnen,
bljjft den wijze slechts over, zich van
oordeelen te onthouden. Als voorbeeld
kieze hij den koster uit Aller
zielen" : Ik zeg maar altijd ik
zeg maar niks". De ware wijze zegt
zelfs dit niet: hij glimlacht. Hij heeft
achter de coulissen geneusd, gezien
hoe het toegaat in de keuken van den
lieven Heer. Zóó glimlachte Brotteaux
beurtelings om de eenzijdigheden van
den priester en den revolutionair. Zóó
trok Galsworthy een streep tusscheri
Forsyte"" en zijn haters en plaatste
zich op die streep to see the fun".
,,Mais Brotteaux tait inconsequent",
en ook Galsworthy vergat telken
male dat hij, als wijs man, geen
voorkeur voor het eene boven het
andere hebben mocht.
Hoe kon het ook anders?
' Het is altijd weer opnieuw de oude
dwaling: dat we in ons leven ver
mogen te realiseeren, wat ons het
inzicht heeft geopenbaard , dat we
aan de eenzijdigheid kunnen ont
komen wanneer we in ons zelf de
eenzijdigheid hebben ontdekt.
Denken we ons eens even dat
die welbekende firmanten H2" en
O", vernomen hebbende dat ze toch
maar allebei ten halve water zijn elk
voor zich een eenzijdigheid, bestemd
om in een eenheid op te gaan, onder
te gaan dat ze gingen probeeren op
dat verbindingsproces vooruit te
loopen en ieder op eigen houtje watertje
te spelen." Dat ware de dwaasheid,
dat is nu precies onze dwaasheid !
Tezamen zijn ze water, en mogen dit
weten, als ze maar beseffen, dat ze
elk voor zich toch H2" of O"
moeten blijven, niet anders dan H2"
of O" kunnen zijn.
Tezamen zijn wij: continuïteit, tota
liteit , krachten, functies, factoren,
waardoor zich het eeuwig-verbroken,
eeuwig-herstelde evenwicht voltrekt,
Hindeuburg's rede
De sluizen der welsprekendheid geopend
en we mogen dit weten, als we
maar beseffen dat we toch in een der
twee schalen van de balans ons volle
wicht moeten geven, het volle wicht
van onze erkende, beleden conse
quente eenzijdigheid ! Het kieken kan
nu eenmaal niet wijzer zijn dan de
hen. En door ons als water" te willen
voordoen, terwijl we nooit meer dan
,,H2" of O" kunnen zijn, bereiken
we alleen, dat we aan het nageslacht,
tegen welks hoon wij ons da,n misschien
wel vrijwaren ??maar is het wijzer en
beter dan wij, dat we het bij voorbaat
al in het gevlij zouden willen komen?
een onvolledig, onwaarachtig, onbe
trouwbaar getuigenis nalaten omtrent
ons zelf.
Ik zeg dit niet zoo maar". Ik zeg
dit naar aanleiding van een kwalifi
catie waarmee mijn vriend Frans
Coenen degenen meent te moeten ver
sieren, die van de ongebreidelde
sexueele onthullingen in Alie Smedings
veelbesproken boek De Zondaar"
niet blijken gediend te zijn. Hij noemt
ze altezamen domme schreeuwers"
en beroept zich op onze historie, de
historie van den Mensch, die inder
daad een historie van vooroordeel en
dwaling is. En die een historie van
vooroordeel en dwaling blijven zal en
blijven moei, eal ze wezenlijk zijn: de
Historie van den Mensch. Ik vind het
wel jammer dat ik dit onbeduidende
en slecht geschreven boek tot twist
en uitgangspunt heb moeten kiezen,
maar het protest moet mij even
wel uit de pen. Wij zijn geen domme
schreeuwers" omdat wij dit afwijzen.
Elk geslacht, elke mensch, heeft recht
op zijn beperkingen, zijn zedelijke en
aesthetische begrenzingen, zijn een
zijdigheden, zijn
voorkeur-en-tegenzin, zijn fanatismen ! We kunnen wel,
geïntimideerd door uit machtigen
mond vernomen woorden als domme
schreeuwers", dien voorkeur, dien
tegenzin verzwijgen of verloochenen?,
maar daarmee bereiken we alleen dat
we een onwaarachtig getuigenis af
leggen over onszelf.
En wat onderscheidt ons dan in
onzen beleden voorkeur en tegen
zin" van de mensch en die Madame
De Stael het leven verbitterden, Fichte
verjoegen, Goethe hinderden, Zola be
lasterden, op Beethoven smaalden,
Vincent van Gogh voor gek ver
klaarden en de rest ? Juist precies het
eenige onderscheid, dat waarde en
beteekenis heeft: onze zelf aanvaarding,
onze zelf doorgronding ! Socrates be
greep pas waarom het Orakel hem
den wijsten man in Athene had ge
noemd ??ofschoon hij zich van
geenerlei wijsheid bewust was", ?
toen hij bemerkte dat anderen, even
min wijs als hij, zich wijzer waanden,
terwijl hij alleen wist, dat hij niets
waard was in de wijsheid". Hooger
kan niemand komen, verder kan geen
mensch het brengen. De onontkoom
bare eenzijdigheid, de organische een
zijdigheid, de eenzijdigheid van het
organisme, zonder morren op zich
nemen, als de kameel zijn last, zonder
trots en zonder schaamte !
Maar die anderen waanden zich
Deugd tegenover de verdorvenheid
van madame De Stael , gezond
begrip tegenover den waanzin van
Beethoven, vroomheid tegenover de
godslasterlijkheid van Fichte. Dat is
het onderscheid - het eenige wezen
lijke onderscheid tusschen
menschen-mensch ? het onderscheid in zelf be
wustzijnsgraad .
En deze zelfaanvaardende
zelfdoorgronding, waaruit we den moed van
onze beperktheid putten, die leert ons
dan tegelijk ook het onderscheid
vaststellen tusschen de logische, orga
nische, uit het wezen van ons wezen
voortvloeiende beperkingen en een
zijdigheden , n de spotvormen":
de influisteringen van lafheid, heb
zucht, hoogmoed, nijd, of de
hedendaagsche revolutiophobie, die zich zoo
misleidend met zulke lieflijke en
schoone namen pleegt te tooien.
Maar in de als geesteshoogheid ver
momde gevoels-armoede zit het óók
niet. En geenszins het bloedeloos
scepticisme" Ik zeg maar niks"
is de waarachtige neerslag der
redelijkheid, doch de als noodzakelijk
aanvaarde, als eenzijdigheid beleden
eenzijdigheid, die we hebben te dragen
als een last. En soms als een kruis.
Want wie ten slotte staat den
Alzijdige, staat den Vader het naast?
De Zoon, in zijn consequente,
inzich-zelf beslotene, logische, orga
nische Eenzijdigheid. De scepticus"
is daartegenover niets dan het kieken,
dat wijzer wil zijn dan de hen ....