Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERÖAMMER VAN l OCTO&ER 1927
No. 2626
Dramatische kroniek
tl'
door TOP NAEFF
iiiiiiiüiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
l J. B. BENNÈR & ZOON l
I PIANOHANDEL
Het nieuwe Nederl. Tooneel. Boeven en
Burgers, door A. Defresne en Fr. Pauwels
T E ciel est, par dessus Ie toit, si bleu, si
?5 calmei i,." Het orchest bracht deze woorden
vso. Verlaine in herinnering. En nadat die zeldzame,
zachte, diep aangrijpende stem uit het verleden
verklonken was, volgden, in revue-vorm, drieën
twintig tafereelen uit het leven van Boeven en
Burgers", die wij, meer dan in het gelijknamig boek
van Mr* Pauwels, gelegenheids-boeven en
gelegenJieids-burgers zouden willen noemen, terwijl ons
n figuur, die wij noode misten, onthouden bleef:
de figuur van Mr. Pauwels zelf. Want achter den
oórspronkelijken, door een warm gevoel van
menschelijkheid gedragen bundel schetsen, voelden
- wy, zxaast de ietwat kwajongensachtige tendenz:
dat alles nu eens ongezouten en ten opzichte van
sommige rechtsgeleerden genadeloos-spottend aan
den man te kunnen brengen, bovenal de spontane
goedhartigheid Van den pleiter, met zijn liefde, zijn
pathos, zijn verontwaardiging, zijn humor. Dat
een en, ander er wat dik op lag, hinderde niet, omdat
in het brandpunt dezer fantasieën steeds datzelfde
gruwelijke ding met zijn vier hooge muren stond,
waaraan wy zooveel dagen van het jaar gedachte
loos, gewetenloos, voorbij-loopen: de cel. De uit
spraak: een boek is een mensch, werd door die
felle aanklacht waar gemaakt, en deze mensch
had, afgezien van alle verdere overwegingen, onze
'sympathie, nog in zijn meest rhetorische
oogenblikken. Ware dit Nederlandsche boek van een
?ooggetuige over misstanden, die, zoo deze verhalen
slechts een schijn van waarheid bevatten, een
echande zijn, het werk van een machtigeren, meer
bezonken geest, hoe dankbaar zou men den
schrijver moeten zijn! Thans blijven onze gevoelens
verdeeld tusschen den handigen journalist en den
eerlijk-bewogen advocaat, doch, zooals gezegd,
met een overwicht van genegenheid voor den
laatste.
SAALBOEN
Daarom vond ik het jammer voor het tooneel
stuk, dat nu juist deze sympathieke jonge man
bij de bewerking een radicale transformatie moest
ondergaan, om de rollen van ongelukkigen minnaar
en film-explicateur erbij te kunnen vervullen. In
plaats van den zoo hartelijk en onstuimig voor zijn
zaken opkomenden Meester", zagen wij op het
tooneel een aftandschen, door het vak gebroken,
doch ook in zijn beste jaren sukkeligen advocaat,
wiens lotgevallen ons in geregelde volgorde, als
opdoemende herinneringen", plastisch werden
voorgesteld. Zelfs het frisch verhaal van zijn
installatie en debuut met vijf gulden voor zegels,
een bureau en twee crapauds", werd in diens mond
zware pathetiek. Ongetwijfeld zou van den
mannelijken hoofdpersoon ook als treurspelheld een be
langwekkende figuur te maken zijn geweest. Wij
behoeven slechts te denken aan den Advocaat"
in Strindberg's Droomspel", aan wien de modder
en de machtelooze ellende van de praktijk" zich
vastgezogen heeft, of aan Laudin und die Seinen"
van Wassermann, om te beseffen welk een kans de
dramaturg Defresne zich hier heeft laten ontgaan !
Waar echter in den bundel een uitgesproken ka
rakter voorhanden was, zou het m.i. de voorkeur
hebben verdiend, dit in het tooneelspel te
behouden. Ook van de, in deze verhalen verwerkte
actie" hebben de tooneelbewerkers niet veel
gebruik gemaakt. Twee daarvan: De Heler" en
,,De wijze rechter" zouden voldoende stof hebben
opgeleverd voor een afgerond drama, doch dit
drama zou waarschijnlijk minder naar den smaak
van het hedendaagsch publiek zijn geweest dan de
kaleidoscopische opname van den geheelen bundel,
behendig gegroepeerd rondom een willekeurig melo
drama. De figuren, die het verband met het boek
bewaren, zijn bij-figuren, volks-typen, welke met
elkaar fleurige, te pas en te onpas in het eigenlijke
verhaal gelaschte tafereelen vormen. Een rijk veld,
dit bijwerk, voor open doekjes". Want wat doet
een rechtgeaard Nederlander liever dan partij
trekken tegen het openbaar gezag, en wat be
wondert ons publiek hartelijker dan zulk episodisch
optreden, als Nehemia Baro (van Praag) als Dickie
Sluim (Kreeft) als Jan Kolkmeijer (Tourniaire),
waarbij geliefde acteurs niets dan wat uiterlijke
karakteristiek te verantwoorden hebben, en dit
dan ook in den regel voortreffelijk doen.
Het verhaal zelf, dat, onderbroken door deze
gezellige demonstraties van een Amsterdamsche
inbraak, een bruiloft op den Zeedijk, een geval van
heling en een van verdrinking, langzaam voort
schrijdt, is een liefdesgeschiedenis tusschen den
Advocaat, Mr. Aristide van Aemstel, en een jonge
cliënte, Anna Terborgh, een meisje van goeden
huize, dat zoo onvoorzichtig is geweest ten be
hoeve van haar minnaar een gehuwd man en een
onverlaat twintigduizend gulden te stelen, uit
de brandkast van haar oom. Met het treurig gevolg,
dat zij kennis met de cel" moet maken, een
ervaring, welke haar leven ten gronde richt. Een
extra edel leven, volgens de auteurs, immers zij
stal dit geld niet eens om den geliefden man ter
wille te zijn, maar uit pure barmhartigheid, om
diens vrouw en kinderen voor het onheil te be
hoeden ! Dat zulk een meisje, na dit avontuur
harer eerste jeugd, onvermijdelijk tot den
tragischen ondergang gedoemd is, moeten wij aannemen.
Men zou anders zeggen: het geluk kwam hier bij
het ongeluk in de gedaante van den rechtschapen
verdediger, die ongetwijfeld ook een man met vele
relaties was en voor Anna in elk geval wel iets"
had kunnen doen. . . . Maar, alweer volgens de
schrijvers, was dit door de cel gefnuikt jong meisje
te edel om, in welken vorm dan ook, zijn genegen
heid te aanvaarden tot haar aanvankelijken steun.
Zij ontvlucht" hem en stort zich, faute de
mieux, in het leven van vermaak, en, behalve van
de rechtspraak, krijgen wij ook geen hoogen dunk
van de recherche in. Nederland, want trots alle
nasporingen gelukt het den advocaat niet het
beminde meisje te vinden. Nog twee maal zal hij
haar door een toeval terugzien, om opnieuw op te
treden als haar verdediger, de eerste maal wegens
oplichting, de tweede wegens landlooperij. Wenn
wir Toten" dan eindelijk ontwaken ook de laatste
ontmoeting vindt in de rechtzaal plaats en de
toeschouwer hoopt, dat de verdediger te elfder ure
tot een daad" zal komen, het arme schepsel, al
stribbelt ze tegen, in zijn liefdevolle armen naar de
zon zal dragen.... blijken ze beiden te gebroken
voor eenig initiatief en moet Anna voor zijn oogen
sterven, om de moordende uitwerking van de cel
tot het bitter einde te bewijzen.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
g DEN HAAG 97 NOORDEINDE f
liiiiiimiiniiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiff
Het is verbazingwekkend wat de
regisseurmetteur-en-scène te bewerkstelligen heeft om een
tooneelstuk als dit, dat de film naar de kroon
steekt, zoo vlot van stapel te laten loopen. Het
oogenschijnlijk onontbeerlijk draai-tooneel bleek
zeer wel te vervangen door een verdeeling van het
tooneel in drieën het theater van de Parijsche
tentoonstelling stelde dezen vorm voor als een
permanent modern ideaal waarbij telkens n
paneel het licht ving en de beide andere in het
donker bleven. Links vertelde de Advocaat zijn
levensloop, in het midden en rechts verscheen dan
het beeld in levenden lijve, als op het doek. Dank
zij het vlot typeerend, sterk aangezet spel van alle
medewerkenden hielden deze tafereelen de aan
dacht levendig, de vertooning liep en sloot in haar
geheelen omvang bewonderenswaardig. Of de
cel" op het tooneel, waar, bij alle vernuftige vin
dingen, de vierde wand ontbreken blijft, juist
datgene, waarop het in gevangenschap aankomt
wel dien luguberen indruk heeft gemaakt. .. .
betwijfel ik. Bij lezing van het boek ben ik er dieper
in doorgedrongen, en er is wel niets wat door het
tegenwoordig tooneel zoo moeilijk gesuggereerd
wordt als: de lange duur. ...
Magda Janssens was Anna". Wekte zij aan
vankelijk niet de illusie van het jonge meisje van
goeden huize, schier onschuldig in de strikken van
het noodlot verward, geleidelijk vond zij, dóór dit
melo-dramatisch spel heen, haar diepst eigen ace en
ten, gelijk we die kennen uit: Ik dien", Een
Roes" en menig ander door haar gedragen groot
werk; en plastisch gaf zij ook hier, in .de ver
schillende staties", de aftakeling als een ont
roering op zichzelf.
Saalborn, die den ouden advocaat declameerde,
den jongen advocaat speelde, en de regie voerde,
komt alle lof toe voor de wijze waarop hij met het
gezelschap heeft gewerkt. Het bleek, met Magda
Janssens er weer bij, een nog altijd wakkere groep,
op elkaar ingespeeld, en met een eigen karakter.
MAGDA JANSSENS
Iets superieure van spel bereikte in deze ver
tooning mevrouw Meunier-Nagiegaal, als het liefje
van den Koning van den Zeedijk" (Tourniaire).
Deze kleine episode, in den laten avond vóór de
groote inbraak,had sfeer; hier werkten spel, decor,
heel het arrangement, samen, en de kreet uit het
hart der beangste vrouw, zuiver en hartstochtelijk,
opende daar een ongekende wereld....
Het Rika Hopper Theater
De onsterfelijkheid .... Wanneer de nazaat niet
zijn kroost door de l'lantage-Middpnlaan wandelt.
en daar op azuren gevel in gulden letters den naam:
..Rika Hopper" ziet schitteren in het licht, zal het
kroost vragen: Wie was zij;"" En men zal ant
woorden: ..Zij was de vrouw van Jacqups van
Hoven". ,.En wie was Jacques van Hoven, vader?"
BART KREEFT
Nederlandsche Munt
Holland's beste 10 cents sigaar