Historisch Archief 1877-1940
j|ÉTO
No. 2627
ys&* l
l
«S»*»V ' e
llWAtllimtllttniHIIIUIIIIIIIIIIIIIHIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
In 3e n polder
CMOEDIA
door HENRIK SCHOLTB
Grand Theatré: De Kat en de Kanarie
Centraal Theatré: Potasch en Perlemoer
??j-WEE stukjes Amerikaanschestompzinnigheid,
< die licht in n adem genoemd kunnen worden,
?temeer omdat het spel der hoofdpersonen in heide
.gevallen nog al eens de situatie redde.
De Kat en de Kanarie" loo^pt als een
schrikverhaaltje, waar men onverwachts de nopdige
Jteeren boe ! roept en daarmee de kleine kinderen
<aan het huilen brengt, wat bij de groote mensehen
irriteereii heet. De humor bestaat in het verlakt
"worden, de spanning in het min of meer veelvuldig
opschrikken uit den dommel van de vrij flauwe
"conversatie tusschendoor, en. zulke zenuwgrapjes
Jxebben alleen nut als al die verrassingen achteraf
logisch gemotiveerd bljjken. Bij De Spooktrein'
b.v. en in veel mindere mate ook in Tusschen 8
«n 12" berust de intrigue op een min of meer
-ingenieuze vondst, die men al voortdurend heeft
?trachten op te lossen, omdat men telkens eenig
?bouvast kreeg. Maar De Kat en de Kanarie"
"-tschlet met los kruit en boeit niet, omdat alle
techokkende momenten achteraf even redeloos
blijken als op het oogenblik zelf en de truc, die de
'jonvermijdeHjke schurk gebruikt, weten wij al
^van de Kyriazi-affiche, die buiten hangt.
Gegriezeld heb ik dan ook niet en bewonderd
lieb ik alleen het handige decor, de goede belichting
^?en voeral de hier en daar zeer levendig verloopen
/opvoering. Mevrouw van Kerckhoven had een
Iknappe tweede acte met een moeilijke rol. Constant
?van Kerckhoven's ongeduldige humor voldeed
?zeer wel, te meer nu wij hem zoo lang op het
too?neel gemist hebben. Cor Hermus zat met 'n houten
DE BERE1DJMGSWIJZE STAAT OP IEDERE FLESCH
rol in zijn maag en speelde hem kortademig en
droogjes. Bets van Befkel was natuurlijk op haar
plaats als een soort amechtige Ainalia en Ben
Groeneveld had op het beslissende moment kwali
teiten.
_ Aan de overzij van de Via Dolorosa van ons
schouwburgleven verkoopt Oor Ruys als Potasch
zijn gijntjes tegen Perlemoer-de Bree, die ze helpt
maken. Deze Potaach is een voortreffelijk type in
het bekende genre en ook in dit spel is ons plezier
dubbel zoo groot, nu wij het een. jaar lang nfet
gehoord hebben. Cor Ruys' humor zit dikwijls in
het détail: het kleine grapje, het korte beweginkje
en vooral de vele tusschenwerpsels. Achteraf
verliest pok deze rol yeel van zijn waarde, zij is
bijna alleen een schepping van Euys, den acteur.
De Bree als Perlemoer improviseert waarschijnlijk
veel minder. Zijn rol is daarom niet half zoo
dankbaar, maar des te meer waardeering heb ik
voor het juiste accent en de smeuigheid, waarmee
hij zijn eigen vaak zoutelooze clausen brengt, en
vooral.... die van Cor Ruys pousseert. Als men
Cor Ruys tot winnaar uitroept, dan is de Bree
toch wel eea zeer goede tweede.
Het stuk krijgt pas in het midden van de tweede
acte een zweem van intrigue en wordt dan naar
het einde toe voortdurend levendiger. Des te
moeilijker was het voor de vele personen om d«
doode plekken in het begin weg te spelen. De
text stokt op onbenulligheden en flauwiteiten, en
alleen zeer goede acteurs kunnen den ratelwagen
op gang houden. Toch deed naast de hoofdrollen
Pierre Myin een goede gooi naar het schreeuwerige
Schiebertype Lasinski. Tïlly Lus, tenslotte, speelde
haar rol als iemand, die morgen iets heel moois
gaat presteeren.
JOS. HARTOG
Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28
Rotterdam
Utrecht.
Alle Fotobenoodlgdheden. Nog takelt prima
gelcgenhelditoeitellen. Ook genegen te rullen (alleen goede ontellen).
Schilderkunst
door Mr. M. F. HENNUS
F. C. W. Oldewelt in de kunstzaal
Brok, Hilversum
De heer Brok had deze tentoonstelling georgani
seerd ter herdenking van den zeventigsten ver
jaardag van den schilder. Diens drie genres, bloem,
figuur, stadsgezicht waren vertegenwoordigd. Naar
den aard zou men hem vooral een bloemenschilder
willen noemen. Hij heeft de wat vrouwelijke ge
voeligheid die bij zulk een onderwerp past en de
duitsch getinte romantiek die aan teedere
kleurschakeeringen behoefte heeft. Maar het resultaat
dekt niet geheel de bedoeling. Zijn kleurenspel is
beschaafd en zachtzinnig, maar het blijft in coloriet
en compositie zeer aan de oppervlakte. Lieflijk
kan hij zijn, niet innig. De enkele figuurstukken
toonden dit nog overtuigender aan. Een behaag
zieke houding, een droomend oog, een rijk toilet
maken nog geen pakkende, levende figuur. Derge
lijke met zeker brio afgezette composities toonden
te duidelijk de bescheiden grenzen van dit talent.
dat daarenboven niet op groote formaten is be
rekend. En zoo vond men den sympathieken en
smaakvollen schilder op zijn best in enkele kleine
stadsgezichtjes, en vooral in een bevlagde straat
waar het rood der vlaggen fijn was afgestemd n
naar de nevelige atmospheer n naar den afstand
waarop zij zich aan den beschouwer vertoonden.
P. C. W. Oldewelt is 19 Augustus 1857 te Amster
dam geboren en leerling van de Amsterdamsche en
Antwerpsche academies.
Jaap Dooyewaard bij Buffa
Er is een groot verschil tusschen den Jaap
Dooyewaard van vroeger en dien van nu. De vroe
gere was een schilder van nederige Larensche of
Brabantsche binnenhuizen in den trant van
Neuhuijs of Briët, de tegenwoordige schildert rijke
interieurs of precieuse stillevens en ook wel een
landschap onder den invloed van den in Noorwegen
gevestigden schilder Singer. Zijn palet is verhelderd
misschien in het voetspoor der fransche impressio
nisten, maar zijn voordracht is allesbehalve
impressionistisch. Hij tracht niet in een techniek van
het oogenblik, het oogenblik vast te houden; op
een secure en nadrukkelijke manier vertelt hij
alles wat er in zijn rijk gedecoreerde binnenkamer
te zien is. Hij bedient zich daarbij van een factuur
die naar den vorm, maar niet naar den geest aan het
pointelléverwant is, en die het zwaarwichtige van
zijn betoog verhoogt. Dat hij daarbij niets verzwijgt
en niets aan het toeval overlaat is zijn verdienste
en zijn fout. Hij lost groote moeilijkheden van kleur
en toon moeilijkheden die hij meer zoekt dan
ontwijkt op met een bewonderenswaardig ge
duld, maar hij overwint ze nooit in een geestdriftig
lan. Hij is een bezadigd en nauwgezet werker die
al doende een respectabele kennis van het métier
vergaderd heeft, maar hij etaleert meer die kennis
dan zijn artistieke persoonlijkheid. De verbluffende
knapheid" van zijn pompeuse schilderijen is te
dikwijls hem grootste verdienste. Hij is geen schil
der zooals hij eens scheen te zullen worden
die het kleine belangrijk maakt, hij vult groote
doeken met eclatante zaken zonder dat hij ons
van de schoonheid of de bekoring ervan doordringt.
Geen gelukkig gesternte, zou men geneigd zijn te
zeggen, heeft dezen van huis uit eenvoudigen en
serieuzen schilder uit zijn sfeer gerukt.
Boekaankondiging
Vereeniginrf van Nederlandsche Gemeen
ten. Jaarverslag 1926.
Dit jaarverslag, waarvan de bespreking te dezer
plaatse onwillekeurige vertraging ondervond, is een
boekdeeltje van meer dan 200 bldz. met rijken en
veelzijdigen inhoud; voor anderen dan insiders"
is wel het meest van belang kennisneming van wat
deze organisatie voor de gezamenlijke leden",
d.i. op algemeen terrein deed. De financiën. . . .
het is niet verwonderlijk dat een gewichtig deel
der acta aan deze aangelegenheid was gewijd:
de geldelijke verhouding tusschen het Rijk en
de gemeenten, haar geldelijke toestand, het belas
tingwezen. Voorts is aan de orde de gemeentelijke
taak bij de uitvoering van verschillende wetten.
Dan: de exploitatie van met Rijksvoorschot gebouw
de woningen, de steunregelingen bij werkloosheid
en zooveel meer. Aan dit alles zijn meer dan 100
bldz. gewijd en hierin is veel, waarvan de kennis
neming den indruk wekt dat deze organisatie,
welke 741 gemeenten met meer dan 6.5 millioen
zielen omvat, ten volle hare aandacht schenkt
aan vrijwel alles, wat voor de bij haar aangeslo
tenen van actueel belang is.
H