Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 OCTOBER 1927
15
De Intern. Crediet- en Handelsver.,,Rotterdam'
door PAUL SABEL
Beurs-spiegel
Belangrijke omzetten in goederen en
producten" en groote cultuurbelangen
TPJE Internatio", onder welken naam
bovengenoemde vennootschap gemeenlijk bekend
staat, is een oude onderneming, die op een
eer'} waardigen staat van dienst kan wijzen. Haar
bedrijf is zeer omvangrijk, daar zij zoowel
Euroipeesche fabrikaten, in de eerste plaats?katoentjes",
?van Rotterdam uit naar Indiëen andere streken
"van het Verre Oosten uitvoert als Indische
pro?ducten verhandelt en in Europa invoert. Bovendien
fcezit zij eenige koffie-, rubber- en
tabaksondernemingen en is voorts nog door aandeelenbezit
bij een groot aantal, andere cultuurondernemingen
?geïnteresseerd. Deze belangen worden niet
gespeci-fieeerd in de jaarverslagen der vennootschap
?opgegeven, maar wel is bekend, dat daaronder een
groot aantal suikerfabrieken zijn. Zoo staat zij
anet de volgende suikercultuurmaatschappijen in
?relatie: Ament's Suikerfabrieken, de Landbouw
Mij. Bantool, de Gayamsche Cultuur Mij., de
Kartasoera Cultuur Mij., de Landbouw Onder
neming Kemoedho, de Cultuur Mij. Modjo
Pan.goeng, de Cultuur Maatschappij Padokan en
Barongan c.a., de Cultuur Mij. Panggoongredjo,
<de Maatschappij tot exploitatie der suikerfabriek
.Tandjong Tirto, de Maatschappij tot exploitatie
der suikeronderneming Tjomal, de Suikerfabriek
Wonoaseh en de suikerrietonderneming Satrian.
Andere vennootschappen waarbij de
Internatio?Tjale Crediet- en Handelsvereeniging Rotterdam"
hetrokken is, zijn de volgende, met koffie, thee,
rubber enz. als producten: de Cultuur Mij.
Ban?doeroto, de Pekalongansche Cultuur Mij., de
IRotterdamsche Cultuur Mij., de Rubber Mij.
Sumatra en de Cultuur Mij. Tjiranggon. Het is
aiiet te zeggen of de Internatio bij al deze maat
schappijen door bezit van aandeelen geïnteresseerd
ie. Wel kan worden opgegeven, dat alle aandeelen
ita. cultuurondernemingen voor ? 3.761.027 op de
fealans der Internatio per l Jan. j.l. voorkomen
«n dat het belang bij suikerondernemingen daar
onder voorkomt tot gemiddeld 102 pCt. en dat bij
?ondernemingen met gemengde cultures tot ge
middeld 86 pCt.
De vennootschap bezit drie
koffie-ondernemin> gen Gereng-Redjo, Molio-Ardjo en Sringing, be
nevens het tabaksland Gawok in zijn geheel. Waar
liet belang bij diverse cultures dus zoo groot is,
"valt te begrijpen dat zij aanzienlijke hoeveel
heden producten te behandelen krijgt. Zoo werden
?door haar het vorige jaar de volgende hoeveel
heden verkocht: 2.680.300 picols suiker, 1.362.000
picols suikerriet, 15.600 picols koffie, 1.600 picols
?cacao, 4.400 picols kapok, 6.600 picols kapokpitten,
34,400 picols verharde melasse, 1.570.000 Liters
-arak en spiritus, 2.678.000 h.K.G. tabak, 1.987.800
Ui.K.G. rubber, 1.740.600 h.K.G. thee, 115.400
JK.G. kinabast, 14.000 h.K.G. specerijen, 386.000
K.G. palmolie en 40.000 K.G. palmpitten.
Behalve met 14 suikerondernemingen staat zij
in relatie met 27 ondernemingen met gemengde
?cultuur, waaraan zij werkkapitaal ter beschikking
«telt. Zoo doende draagt zij voor een deel ook
.sterk het karakter van financieele onderneming,
zooals tot uitdrukking komt in den post van ruim
j 1.975.000 aan rente en dividenden, die zij in het
Afgeloopen jaar ontving, in de beleeningen van
-circa ? 3 millioen en de wisselportefeuille van
?ongeveer ? 7.3 millioen bij den aanvang des jaars.
Haar karakter als handelsvereeniging verloochent
zij echter evenmin en nog altijd verscheept zij op
.groote schaal voor hare Twentsche relaties
ka' toontjes" naar de koloniën. Zoo heeft zij in het
-afgeloopen jaar den ongunstigen invloed van de
?daling in de katoenprijzen wel bespeurd en in het
-algemeen gaat de concurrentie der buitenlandsche
importeurs, met name die der Japanners niet
onopgemerkt aan haar voorbij. Zij laat op de
.gevaren, die de Nederlandsche exporteurs van die
VAM HELLES
? TABAK0
IS r\VC/AJJTEIT
zijde dreigen, in hare jaarverslagen, dan ook steeds
een scherp licht vallen. Zoo wees zij er den laatsten
keer weder op, dat het percentage van Japan in
den totalen invoer van katoenen manufacturen in
Nederlandsch-Indiëin het afgeloopen jaar is toe
genomen van 24.69 pCt. tot 27.75 pCt., zoodat dit
productieland, dat in 1913 nog slechts 0.15 pCt.
van de katoenen goederen op Java en Madoera
invoerde ter waarde van ? 115.000, in 1926 het
aandeel van Nederland ten bedrage van ? 34.170.000
reeds bijna evenaarde met een waarde van
?32.834.000 voor de door het land der Rijzende
Zon ingevoerde textielwaren. Als oorzaak van de
hooge vlucht, die de Japansche uitvoer naar onze
koloniën de laatste jaren heeft kunnen nemen,
wordt genoemd het groote verschil in officiëele
arbeidsbepalingen in Japan en ons land, waardoor
Japan een voorsprong van 15 pOt. bezit ten op
zichte van Nederland, nog afgezien van de
voordeelen, die aan zijn aardrijkskundige ligging
verbonden zijn.
In tegenstelling tot den invoer van katoenen
artikelen in Indiënam de omzet in andere invoer
artikelen bij de Internatio toe, maar de algemeene
prijsdaling was toch oorzaak, dat de omzet in den
invoerhandel der vennootschap in geldswaarde
uitgedrukt het vorige jaar nog 5 pCt. berieden dien
van 1925 bleef.
Overigens waren de inkomsten der Internatio in
het afgeloopen jaar uit de volgende bronnen af
komstig: commissie ?3.373.423, interest en divi
denden ? 1.975.090, cultuurzaken ? 644.115, effec
ten ? 21.332 en handelszaken ? 1.669.818, in totaal
? 7.683.778 of circa ? 670.000 meer dan in het
voorafgaande boekjaar. Voor onkosten, Indische
tantièmes en vennootschapsbelasting was ?3.812.191
noodig of bijna / 170.000 meer dan in 1925, zoodat
de netto-winst per saldo ? 500.000 grooter was. Voor
afschrijvingen werd uit de winst van het afgeloopen
jaar ? 687.000 uitgetrokken en f 200.000 voor
personeelbelangen beschikbaar gesteld, terwijl het
restant in staat stelde de dividenduitkeering op het
van ? 12J millioen tot ? 15 millioen verhoogde
kapitaal te handhaven op 17 pOt. Hierbij moet
worden in aanmerking genomen, dat de / 2 J
millioen nieuwe aandeelen slechts tot het halve
dividend over 1926 gerechtigd waren.
De Internatio", heeft de laatste jaren ook
uitbreiding aan haar aantal kantoren gegeven.
In Nederlandsch-Indiëheeft zij thans vestigingen
te Batavia, Semarang, Soerabaia, Cheribon,
Padang, Tandjong Karang, Palembang en Medan.
Laatstgenoemd kantoor werd opgericht ter be
hartiging van de belangen der aan de vennootschap
toevertrouwde agenturen van den Rotterdanischen
Lloyd en van de Holland?Amerika Lijn. Buiten
onze koloniën heeft zij nog kantoren te Singapore
en te Bangkok.
Door het bij de laatste aandeelenemissie ver
kregen netto-agio aan de reserves toe te voegen
zijn deze gestegen van ? 7.424.900 tot ? 8.976.300.
De assurantie- en bouwfondsen bleven gehand
haafd op resp. ? 551.000 en ? 650.000. De diverse
ondersteuningsfondsen voor het personeel beloopen
thans ruim ? 3 millioen. De terr laste der vennoot
schap loopende obligatieleningen zijn thans
gedaald tot ? 2.200.000.
De omzet harer overzeesche kantoren beliep de
laatste jaren circa ? 120 millioen, waarmede de
groote beteekenis harer zaken voldoende wordt
aangetoond. Alleen de verkoop van koloniale
producten bedroeg in het afgeloopen jaar ?32.800.000
en in 1925 zelfs meer dan ? 43 millioen.
De koers der aandeelen is den laatsten tijd
opgelooperi van 280 pOt. tot circa 340 pCt. Deze
rijzing vindt haar oorzaak in de eerste plaats iri de
prijsverbetering voor katoen, waarvan men ver
moedelijk wel onderstelt, dat de Internatio" de
gunstige gevolgen in hare financieele resultaten
zal ondervinden. Voorts liepen geruchten van een
uitgifte van aandeelen, waardoor bij aandeel
houders de hoop op een waardevolle claim werd
opgewekt. Deze geruchten vonden misschien hun
oorsprong in de uitbreiding van het maatschap
pelijk kapitaal van ?15 millioen tot ? 20 millioen
in dit voorjaar, doch toentertijd werd verklaard,
dat het niet in de bedoeling lag binnen afzienbaren
tijd tot uitgifte van nieuwe aandeelen over te gaan.
lutusschen kan natuurlijk in een half jaar zooveel
veranderd zijn, dat er thans wel reden voor
uitgifte van nieuwe aandeelen zou kunnen bestaan.
Donderdag, 6 October.
T^\E locale fondsenbeurs was in de afgeloopen
weekperiode getuige van bijzondere levendigheid.'
Vrijwel alle afdeelingen konden profiteeren van de
gunstige tendens, doch de belangstelling was vooral
geconcentreerd op binnenlandsche industrieele
waarden. Voor Kunstzij de-aandeelen werd de sti
mulans gevormd door de berichten omtrent verdere
concentratie dezer industrie; Jurgens- waarden
dankten de verhoogde kooplust aan het bevestigde
gerucht omtrent samengaan met de van den
Berghgroep, hetgeen een eind belooft te maken aan een
periode van hooge kosten voor beide bedrijven, voor
reclamedoeleinden. De koopers van
Philips-aandeelen stellen zich gouden bergen voor, voort
vloeiend uit de zich sterk ontwikkelende
radioafdeeling. Tenslotte heeft de vloedgolf van
hausestemming voor public-utility-waarden, welke sedert
eenigen tijd Europa teistert, na in de Ver. Staten
te zijn begonnen, ook onze beurs getroffen.
Aandeelen der beide voornaamste bedrijven van dien
aard, welker fondsen hier worden verhandeld, nl.
A.N.I.E.M. en Ned. Ind. Gas Mij. werden grif weg,
gekocht.
De Berlijnsche beurs werd voor enkele dagen ver
blijd met een verhooging van het bankdisconto en
de bankleeningsrente met een vol percent. Deze
maatregel was reeds eenigen tijd te verwachten,
evenals zulks het geval was in Juni 1.1. toen even
eens een discontoverhooging en wel van 5 op %
werd doorgevoerd. De positie van de Rijksbank en
van de geldmarkt maakten een reiiteverhooging
tot een imperatieve noodzaak. Reeds eenige weken
toch bewoog de rente op de particuliere
discontomarkt zich vrij aanzienlijk ? 1/l tot 3/s % boven
de bankrente. Voor den Hollander klinkt dit
eeriigszins eigenaardig; ook hier bestaat tusschen markt
en bankrente soms een onderscheid ten gunste van
de laatste, doch de marge bedraagt hoogstens
Vs % en staat in verband met den. looptijd van het
wisselmateriaal. In Duitschland is echter blijkens
het vorenstaande een grooter afstand mogelijk. De
Rijksbarik kent n.l. nog steeds een
credietcontingenteeririg voor de iristellingen die tot het disconto
zijn toegelaten. Bereikt nu een instelling een punt,
dat haar limite bedenkelijk nadert, dan geeft zij er
de voorkeur aan zich tot de open markt te wenden,
al moet zij daar aanzienlijk meer betalen. Hieruit
volgt dat de bank gedurende geruimen tijd haar
rente heeft gehandhaafd op een peil, dat haar tot
een der voornaamste geldgevers stempelde. Zoo is
sedert Mei j.l. de wissel voorraad met ruim RM. 300
millioen gestegen; de biljettencirculatie steeg in die
periode met ruim RM. 450 millioen. Toch is de posi
tie, die aanleiding is tot de jongste
discontoverhooging in zooverre te onderscheiden van die in
Juni j.l., dat toenmaals een der voornaamste be
weegredenen tot de verhooging, de afvloeiing van
buitenlandsche deviezen vormde, met welke af
vloeiing een stijging van den geldkoers gepaard
ging. Thans is van zulke afvloeiing geen sprake.
De verhoogde geldvraag die ook valt af te leiden
uit de verhooging der credietcijfers, vervat in de
laatste tweemaandsche balansen der grootbanken
is in hoofdzaak een gevolg van de gunstige conjunc
tuur voor een belangrijk deel der Duitsche indu
strie.
Te Xew-York worden de gemoederen nog steeds
bezig gehouden door de Pruisische leeningsquestie,
die nog niet tot een oplossing is gebracht. De ge
ruchten (>n berichten met betrekking tot de motie
ven welke de Amerikaarische regeering hebben ge
leid tot het, innemen van haar standpunt blijven
weinig gepreciseerd en vol tegenspraak. Wel
schijnt men te mogen aannemen dat Parker G
bert, de agent voor de reparatiebetalingen, die
blijkens zijn laatste tusschentijds rapport niet zeer
gesticht was over de veelvuldige buitenlandsche
leeningen door Duitsche Gemeenten afgesloten,
hierin de hand heeft gehad. De rol door Schacht in
deze gespeeld wordt zeer verschillend voorgesteld,
en is dus moeilijk te beoordeelen. Het is begrijpelijk
dat verschillende Duitsche leeningen waaromtrent
onderhandelingen hangende waren door deze aan
gelegenheid vertraging ondervinden, hetgeen
geldbehoevenden en emittenten verre van aangenaam is.
C. K.