Historisch Archief 1877-1940
2
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 OCTOBER 1927
No. 2627
Bismarck
door Prof. Dr. H. BRUGMANS
f
11
v
l
Emil Ludvrig. Bismarck. f>e geschie
denis van een strijder. Gedv^oriseerde
vertaling van _P. van Schilfgaarde.
Arnhem, U. M. Van Loghem Slalerus.
1927.
"p EN boek over Bismarck is natuurlijk altijd
?^ zeker van veler belangstelling. Het resultaat
VSn zjjn werk is van zoo overweldigende
beteekenis; zijn persoonlijkheid blijft ook in haar
geniale fouten zoo imponeerend, dat eigenlijk
iedereen, die historisch of ook maar gewoon
menschelijk voelt, altijd weer tot zulk een groote
figuur"fcerugkomt. De diepe vereering, die Bismarck
nog bij zijn leven in breeden kring, ook buiten
Duitschland heeft genoten, is nog niet geluwd na
de revolutie van 1918; het bleek toen, dat
Bismarcks werk, het Duitsche rijk, de stormen van
oorlog en omwenteling kon trotseeren en stand
hield in de branding der gevaren, politiek en
sociaal. En ook hierom. Men mtag de Duitsche
republiek niet harder vallen dan zij verdient; men
moet zelfs in de beoordeeling van wat in Duitsch
land voorvalt, veel ruimte laten aan welwillende
gematigdheid. Maar men kan toch moeilijk ont
kennen, dat de proeïmjöt democratische instel
lingen ui Duitschland althans geen mannen van
domineerende beteekenis voor het voetlicht heeft
, gebracht. Kanseliers in folio zijn misschien niet
meer mogelijk; maar het behoeven toch niet per se
duodecimos te zijn.
In dagen, dat men kanseliers bij de maand
verslijt, gaan de gedachten en ook de menschen
van zelf tenig naar de tijden van Bismarck, die
acht-en-twintig jaar Pruisen eerst, Duitschland
toen leidde. En men begint te vergelijken en de
vergelijking valt gewoonlijk niet ten gunste der
Duitsche republiek uit. Daarom zal een boek over
Bismarck vooral in Duitschland zeer veel lezers
?vinden, vooral wanneer het zoo goed is geschreven
als dat van Emil Ludwig. Men verwacht er ook
belangstelling voor in ons land; wij hebben niet het
origineel, maar de vertaling aan te kondigen.
Eerlijk gezegd, wij begrijpen niet goed, waarom
en voor wie dergelijke boeken worden vertaald.
Wie belangstelling heeft voor de Bismarck-figuur,
zal allicht toch Duitsch genoeg verstaan om het
oorspronkelijk te kunnen lezen. Maar er zijn
misschien tegenwoordig landgenooten, die wel
een boek over Bismarck willen lezen, maar geen
Duitsch kennen.
Zij zullen zich daarover niet beklagen. Men kent
Emil Ludwig door zijn biografieën van Napoleon,
Wilhelm II, Balzac, mogelijk nog meer. Zijn be
doeling is de psychologische uitbeelding der histo
rische persoonlijkheden, de opbouw van aard en
karakter uit afkomst, milieu, omstandigheden, de
groei en de ontwikkeling ook van het karakter en
de geestelijke structuur van zijn held in het alge
ineen. Het is duidelijk, wat men hier over Bismarck
zal vinden. Niet een uitvoerige beschrijving van de
politieke feiten en verhoudingen, niet een staat
kundige geschiedenis van Bismarcks tijd, maar een
gchets van zijn persoon in de omstandigheden,
waarin het leven hem plaatste, of liever, waarin hij
zich zelf plaatste: want zoo iemand, dan schiep
Bismarck zelf de omstandigheden, waaronder hij
leefde, en wist ze ook te beheerschen.
LET OP DE BEKENDE KRUIK
OPRUIMING
COMPLETE SALON-, EET.
SLAAP- EN HEEREN
KAMER AMEUBLEMEN'
TEN, OOK LOSSE
MEUBELSTUKKEN
TOT 29 OCTOBER
DEN HAAG
Een dergelijke uitbeelding van Bismarcks per
soonlijkheid is mogelijk, doordat wij zoo buiten
gewoon veel van dezen merkwaardigen man hebben
bewaard. Brieven van Bismarck zijn bij duizenden
bewaard en grootendeels ook reeds uitgegeven.
Wij hebben bovendien de beroemde Gedanken
und Erinnerungen". Bedevoeringen van Bismarck
zijn er tallooze; hij was een goed, hoewel niet
overweldigend spreker. Ten slotte: Bismarck heeft
zeer veel gepraat met allerlei menschen, Duitschers
en vreemdelingen, hoog en laag, keizers en konin
gen, veldheeren en diplomaten, maar ook
eenvoudigen naar deze wereld, tot gewone bedienden
toe. En de minister-president en kanselier was al
spoedig zoo beroemd, dat honderden in gedenk
schriften en elders hebben opgeteekend, wat de
groote man bij allerlei gelegenheden heeft gezegd
of zich ook maar heeft laten ontvallen.
Van dergelijke gegevens heeft Emil Ludwig in
ruime mate gebruik gemaakt. Dergelijke docu
menten haalt hij niet alleen in overvloed aan, maar
hij drukt er dikwijls geheele stukken uit af. Deze
methode is niet altijd aan te bevelen, maar zij
kon hier worden toegepast, omdat Bismarck in
den regel zoo goed en vooral geestig schrijft en
spreekt: een uiting van dezen man is bijna altijd
aardig, veelal geestig, altijd raak. De soms groote
citaten houden den lezer Volstrekt niet op, maar
verlevendigen de uitbeelding niet weinig. Toch is
tegen dat alles ook wel bezwaar. Het is goed de
historische feiten en personen zelf te laten spreken.
maar dan moet men ze ook volkomen kunnen
vertrouwen; dan moet het historische document
geheel naar waarheid de situatie weergeven. Dat
nu is bij Bismarck allerminst het geval. Wat men
den kanselier moge verwijten, naief was hij stellig
niet. Hij had deze groote gave van den staatsman,
dat hij den indruk van zijn woord volkomen
overwoog of liever intuïtief gevoelde en daarnaar
zijn voorstelling gaf en zelfs zijn woordenkeus
bepaalde. Bismarck was in zijn uitingen evenals
Napoleon soms bewust, dan weer onbewust,
beslist tendentieus. Vandaar dan ook, dat hij zich
herhaaldelijk tegenspreekt en waar hij dat niet
doet, toch een voorstelling geeft, die door de feiten
gemakkelijk kan worden weerlegd. En dan ten
slotte, Bismarck is gaarne ironisch: hij kan hoog
en laag voor den mal houden, zonder dat de be
trokken persoon het bemerkt en zondpr dat ook
de latere onderzoeker het gemakkelijk bespeurt.
Emil Ludwig weet dat alles natuurlijk beter dan
iemand anders. Hij is stellig de laatste om Bismarck
op zijn woord te gelooven; hij weet, dat hij moet
oppassen. Toch loopt hij er nog wel eens in, zooals
Bismarcks tijdgenoot-en er telkens weer inliepen.
Dat is, -dunkt mij, vooral het ge val, wanneer hij het
heeft over Bismarcks gestel. Dat is een lastig geval,
dat eigenlijk alleen door een psychiater goed kan
worden beoordeeld. Een leek moet hier natuurlijk
dubbel op zijn hoede zijn. Bismarck was onge
twijfeld een man van sterke hartstochten en hevige
aandoeningen. Ook van zwakke zenuwen? Men zou
het soms zeggen, als men zijn weinige beheerschtheid
opmerkt en ook wanneer men eigenlijk zijn geheele
leven door zijn klachten verneemt over zijn slechte
gezondheid. Dat kan onmogelijk zoo zijn; iemand,
die na zulk een ingespannen leven drie-en-tachtig
jaar wordt, is zeker niet slecht van gezondheid of
zwak van gestel. Er is in al die klachten zeker zeer
veel zelfbedrog, maar er is ook daarnaast zeer veel
bedrog van anderen en dat wel opzettelijk. Poli
tieke en diplomatieke ziekten had Bismarck altijd
bij de hand, als hij ze noodig had.
Het schijnt, dat Emil Ludwig daarop te weinig
heeft gelet, althans het te weinig doet uitkomen.
Omdat dat zoo is, maakt hij ook dikwijls een
verkeerden indruk. Zelfs kan men nog verder gaan
en zeggen, dat de eindindruk van deze psycholo
gische uitbeelding toch verkeerd moet zijn. Dat
het politieke werk van Bismarck van de aller
hoogste orde is, zal niemand kunnen ontkennen:
dat hier een staatkundig genie aan den arbeid is
geweest, is ontwijfelbaar. Dat constateert Emil
Ludwig dan ook zonder aarzeling. Maar zijn eigen
voorstelling van Bismarck is er eigenlijk veelal
mede in strijd. Men vraagt zich meer dan eens af,
hoe het mogelijk is geweest, dat deze mokkende,
mopperende, klagende oude heer de ijzeren kan
selier was, waarvan wij de herinnering nog hebben.
Emil Ludwig zegt dan ook, dat deze ijzeren kan
selier een fictie is geweest, door Bismarck zelf
geschapen voor het groote publiek. Dat zij zoo:
maar er blijft in deze voorstelling toch een klove
gapen tusschen Bismarcks persoon en zijn werk.
Die indruk wordt bevorderd door den geheelen
opzet van het boek. Van Bismarcks persoon ver
nemen wij zeer veel, zelfs al te veel, van zijn werk
zeer weinig, stellig te weinig. Dat lag aan het plan
van dit werk, maar is daarmede niet verantwoord,
Bismarck was vóór alles een staatsman; daar ligt
het terrein van zjjn geniale werkzaamheid. Welnu,
dat terrein wordt nauwelijks aangeroerd, om van
beschrijven niet te spreken. Men kan de psychologie
van een schilder toch niet ontwerpen alleen op
grond van zijn brieven en zijn kunstwerken ter
zijde laten. Toch is dat met Bismarck de methode
van Emil Ludwig. Op de vragen, die bij do lezing
telkens rijzen, krijgen wij nauwelijks antwoord.
Hoe was eigenlijk deSleeswijk-Holsteinscbe kwestie ?
Wat was de grondslag en het verloop van het groote
conflict met den Landdag? Hoe ontstond het
conflict niet Oostenrijk? Wat is het verloop ge
weest der Hpaansche trooncandidatuur? Zoo zou
men kunnen voortgaan en met vragen het boek
van Emil Ludwig kunnen lardeeren.
Waarschijnlijk zou do schrijver ons op onze
vragen antwoorden, dat al die vragen buiten zijn
bestek lagen. Dat kan men aanvaarden, maar
moet dan meteen constateeren, dat de lezer zich
dan ook goed moet voorstellen wat hij hier vindt,
Doet men dat, stelt men zich goed voor oogenv
wat de schrijver wilde geven en wat hij terzijde
heeft willen laten, dan kan men zijn werk aan
vaarden, zooals het nu eenmaal is. En dan kan
men er ook heel veel goeds en moois in vinden.
Wie wil naderen tot de meest intieme gevoelens en
meest geheime roerselen van een geniaal man,.
die neme het boek van Emil Ludwig ter hand.
Maar dan bedenke men ook steeds, dat niemand
groot is voor zijn kamerdienaar.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
?s»
cvs DEN HAAG eva eva svs
AMSTERDAM - ARNHEM
Verz. van Tentoonstellinggoederen