De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 8 oktober pagina 7

8 oktober 1927 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN S OCTOBER 1927 %, Uit de Natuur: Rijk Drente door Dr. JAC. P. THIJSSE IV. "LJ EBL graag had ik den morgen verder doorgebracht aan den meander van het Looner Hep. Het Boek der Natuur moet rustig worden gelezen en in plaats van bladzij na bladzij vlug om, te slaan, is het beter om nog eens opnieuw van boven af te beginnen en tusschen de alinea's wat ,na te denken. Doch dat lukt niet in het vereenigingsverband, daarvoor moet je in je eentje er op uit of voor de gezelligheid van gaan en komen met twee of drie, maar toch dan weer zoo, dat je op het terrein weer aan je zelf bent overgelaten en onge stoord kunt meeleven met wat er gebeurt met plant en dier. Nu echter stonden de .motoren te ronken en voort ging het over Gasteren en Anlo en dan even voor Annen rechtsaf, om een paar kilometer verder wit te stappen en een kijkje te nemen langs de ooste lijke helling van den beroemden Hondsrug. Voor ons lag het prachtige dal van de Hunze of Drent sche Diep of-Oostermoersche Vaart en vlak voor onze voeten hadden we het kale steenige heivlak met een ongelooflijk rijken groei van de Wolverlei, Arnica montana, ook alweer een plant met allerlei aangename associatie's en tegelijk een, die staat op het lijstje van weg te ontginnen lievelingen. Maar we zullen hem wel houden ! Over den Honds rug en zijn belangrijke positie in het Noord-Neder landsen landschap kom ik binnenkort nog wel eens tje praten, want we krijgen daarover een mooi boekje. Nu ging het van Anlo naar Schipborg, waar het Schipborgsche Diep langs den steilen heikant een mooie zwemplaats heeft uitgekolkt en terwijl we de wagens verder stuurden naar een strategisch punt, wandelden we over de Zeegser heide langs de Zeegser zandstuiving en door de Zeegser dennen en de Zeegser Strubben, alles met alles een mooi en druk bezocht en eenigszins onder den voet geloopen ontspanningsterrein. Dat het nog lang zoo moge blij ven en groot genoeg, om wat te kunnen verdragen. Wij echter gingen met Prof. van Veldhuijzen naar zjjn Adderhorst, een alleraangenaamst complex van bosch en hei en wei, waar hij een open-lucht museum heeft gesticht voor de planten van Neder land en nog eenige van daar buiten. Vroeger waren hier veel adders, maar nu vonden wij er op rep tielengebied niet anders dan een mooi blinkend hazelwormpje. Voort weer naar Tinaarloo, waar een ander plan tenliefhebber ons zijn tuin liet zien, de wakkere heer Van der Wal, hoofd der school te Tinaarloo. We moeten het er ook nog eens over hebben, wat de plattelandsonderwijzers gedaan hebben en nog kunnen doen voor het bekend maken en voor het behouden van de schatten van Nederlands Flora en Fauna. Dat is waarlijk geen klein beetje, want menigmaal als een vakman met iets moois voor den dag kwam, dan zat er een schoolmeester achter de schermen. Het hunebed van Tinaarloo, vroeger beroemd om zijn schilderachtige ligging, is thans het aan kijken nauwelijks waard, zoo ligt het ingebouwd. Hetzelfde geldt voor een groot deel van de Drent sche hunebedden, de schriele Staat heeft hier een mooie gelegenheid laten voorbijgaan, om de vader landsliefde te bevorderen. Als zij nu de weinige hunebedden, die nog een waardige omgeving be zitten, in dezen toestand weet te handhaven, mogen we alweer tevreden zijn. Van Tinaarloo ging het over Vries naar Zijen en daar stapten we weer uit om een wandeling te maken door de Zijer Strubben. Vroeger heb ik al Koninkl.Boorakw88k8ni?lli!lielmina," Charles van Oinneken & Zoon, Zondert, N.Br. Het van ouds gunstig bekende adres voor: Dennen,ter bebossching (uitsluitend Inheemschzaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Boomen en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. Tel Interc. No. 1. Telegr.-Adr.: Wilhelmina.Zundert. eens verteld dat de Drentsche Strubben analoog zijn met de Kratts" van Sleeswijk-Holstein, eeuwenoude eiken kreupelbosschen, die geheel of gedeeltelijk het ontgonnen bouwland, den esch, omwallen. Ze worden in den regel maar heel vluchtigjes geëxploiteerd en verschaffen zoodoende een geschikte schuilplaats aan de Flora en de Fauna, zelfs van de vroegste tijden, toen na het wijken van de ijsbedekking het leven zich kwam vestigen op de ontbloote modder- en keienvelden en zandstrooken. In Zwitserland voor het front van terug wijkende gletschers krijg je ook dergelijke dingen te zien, maar toch wel anders, omdat het klimaat daar toch wel zeer verschilt van wat het destijds hier geweest moet zijn. Naarmate.de ijsrand verder terugweek, kwamen weer andere planten en dieren ons land bevolken, de vroegsten verdringend, maar sommige daarvan hebben toch stand gehouden en dat zijn onze be roemde ijsrelicten", ongeveer van dezelfde soort van belangrijkheid als de hunebedden, maar veel ouder en heelemaal ongeschonden. Zoo'n ijsrelict nu groeit daar in de Zijer Strubben, dat is de Zweedsche Kornoelje, Cornus suecica. Dit buitengewoon mooie plantje groeit in Scandinavi . en Finland zoover de berken gaan, ook in Schot land, Jutland, Sleeswijk-Holstein en dan kruimelt Zweedsche Kornoelje in gezelschap van de Roode Boschbes. Zeyer Strubben. (Foto W. Beyerinck.) het gaandeweg uit door Oost-Friesland en Westerwolde tot het hier in Zijen zijn zuidelijkste punt be reikt. Die Zijer klanten vormen dus de achterhoede van het Kornoelje-leger en, zooals het betaamt, een flinke achterhoede, misschien nog eens in staat tot een offensief. Het eikenbosch van de Zijer Strubben ligt tamelijk verspreid met veel mooie open drassi ge heiplekken er in. De Kornoelje is een fijnproever die van licht houdt en van schaduw en zoekt daar om het liefst de plezierigste plek op aarde en dat is zooals ieder weet, den boschrand. In dat heerlijke Zijer Park vindt de plant dus rijkelijk gelegenheid om te tieren en alle voeten van de eikenstronken, alle grenswalletjes aan den lichtkant zijn dicht be groeid. Dat is nu eens geen armoedig verdrukkelingetje, dat met kunst en vliegwerk in het leven gehouden moet worden. Frisch en fleurig staan de plantjes daar, dicht opeen, wat te danken is aan hun rijk vertakte ondergrondsche stengels. Ze zijn nu in vrucht, prachtige fel-roode steenvruchten. Binnenkort krijgt het loof zijn herfstkleuren: geel en rood en violet. In het voorjaar komen de nieuwe loten te voorschijn en dan komen de bloemen, groote witte bloemen. De botanicus maakt u er op attent, dat de bloemen eigenlijk purpurrood zijn en dat de vier witte blaadjes eigenlijk schut bladen zijn, die de vele kleine bloempjes omgeven. Dat komt dan ook prachtig uit. Naast onze Cornus-suecica groeit hier nog een andere ijsklant, die hem ook elders wel begeleiden wil, dat is de Zevenster, Triëntalis europaea. Bovendien zijn er nog dozijnen andere mooie boschplanten en zoo mogen wij deze Zijer Strubben wel rekenen tot onze be langrijkste natuurmonumenten. Gelukkig maar, dat nu meer dan honderd excursionnisten daar een paar onvergetelijke zomeruren hebben doorge bracht, dat verhoogt de belangstelling. Daarna zijn we over Norg en Norgervaart terug gereden naar Assen en ik behoef niet te vertellen dat we ook in dit stuk nog veel moois konden zien en vermoeden. Toegepaste kunst door Otto van Tussenbroek Nederlandsche Spoorwegen die op een koopje schijnen te loopen en. ... be kocht uitkomen. Het dient hier met nadruk gezegd, te meer waar het een blaam is voor de talrijke zeer begaafde vaderlandsche ontwerpers, die zonder werk blijven omdat zij meer vrijheid voor zich opeischen dan het meerendeel der opdrachtgevers wel lief is, dat het eene groote en belangrijke onderneming als de Nederland sche Spoorwegen ten eenenmale onwaardig is bij de exploitatie van haar omvangrijke bedrijf dergelijke kinderachtige, slecht geteekende en dilettantistisch saamgestelde reclamebiljetten uit te geven als thans geschiedt en waarvan een elk voor zich zelf de troosteloos onschoone resultaten aan de stations kan bezich tigen. De heer N. Sickenga, Ingenieur verbonden aan de maatschappij, blameert zich, naast zijn principalen, met deze ondingen. Is er, zoo vraagt men zich af, dan niemand onder de hoofdambtenaren dezer onderneming, die vol doende liefde voor het schoone, voldoende over redingskracht en strijdvaardigheid heeft om op gepaste wijze de Directie het overwegend belang eener behoorlijke en alleszins waardige publicatie onder oogen te brengen alsmede de onhoudbaar heid eener penny-wise" politiek, waardoor ama teurs onder het personeel tegen een luttele vergoe ding zich als zoogenaamd kunstenaar ontpoppen ? Dat kan misschien in een hél enkel en op zichzelf staand geval gelukken (ook al blijft het beginsel te veroordeelen), in negen en negentig van de honderd gevallen zal het op een schromelijk fiasco uitloopen. Hoe kan het ook anders ?. . .. Iets zeer aparts! MODERNE HUISKAMER eiken met mahonie voor ? 390.EM MSUBELEN 7APUTE8 HAARD 500'A'DAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl