De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 15 oktober pagina 13

15 oktober 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 OCTOBER 1927 13 WELEER EN NOU door en met teekeningen van CORNELIS VETH Als vrouw verlangde zij niet mee te tellen. Den man deed zij den oorlog aan, een feilen En trachtte hem in alles t' evenaren, Ondanks zijn voorsprong van veel duizend jaren. Luid sprak uit haar wezen en werken en dracht: Pas op, want nu nadert het Derde Geslacht! De geëmancipeerde vrouw Niet in den wedstrijd van geest en verstand, Om modieus ie zijn de vrouw zich nu vermant. (leen voorrecht van de vrouw acht zij verbeurd, Met man en man-zijn te/jelijk zij flirt. Waar is toch al die strijd op uitgeloopcn? Zij l;an nu zelf haar sigaretten koopcn. Muziek ie de hoofdstad door CONSTANT VAN WESSEM m ir Concertgebouw t 1ste abonnementsconcert '\/\ ET een feestelijk gevoel ontmoeten wij alle maal elkaar weer bij de opening van het Concertgebouw-seizoen. Wij hebben meestal onze vaste plaatsen en wij zijn bijeen met hen, die ook hun vaste plaatsen hebben, die aan hun hoekje, hun plekje, hun rij, zelfs hun nummer gehecht zijn. Wij kennen elkaar niet en toch kennen wij elkaar, zooals wij daar op de rood-pluche stoelen zitten. Het is alsof we nooit weg geweest zijn, alsof er geen zomer tusschen lag, alsof de conversatie, die achter ons op denzelfden toon wordt voortgezet, niet door eenige maanden zomer onderbroken is geweest. Wij kijken naar het podium en in onze gezïchtslijn zitten weer al dezelfde orkestleden: wij zien Zimmerman en profile" en Denayer en trois-quart" en Scager heelemaal en face". Neen, niemand zal durven zeggen, dat ónze concertzaal uren niet een aparte, toch zoo vertrouwde wereld voor ons hebben. Als een wat vijandige nieuwigheid hangt alleen het radio-toestel boven onze hoofden te bengelen, dat het concert uit zendt". Applaus. We staan allemaal op. Daar is Monteux. En daar komen de kransen en de heer Boëll spreekt het welkom uit met een handdruk en een krans. En dan plotselinge stilte. Monteux heft den dirigeerstok. De eerste toon klinkt, het is Brahms' 1ste symphonie, het nieuwe seizoen is begonnen. " De solist van dezen eersten avond was Jacques + ? t L MUZIEKHANDEL C PIANO'S IVLEUGELS Tel. 443 A' 1835 a H DAHD n Tel 443 JthtirSt.Piit.r4 H' KAHK UTRECHT Thibaud. Het vioolconcert van Beethoven stond aangekondigd. Zij, die Thibaud als violist kennen, dachten onwillekeurig: waarom wilde Thibaud juist met hetBeethoven-concert spitsroeden loopen 'i Het mag niet als axioma worden gesteld, datFran schen geen Beethoven en Duitschers geen Fransche muziek kunnen spelen, maar voor een aanleg als die van Thiband geldt dit zeker. Thibaud is een zeer groot violist maar die aan zich zelf zeer ongelijk blijft, die op temperament, op fantasie. op inspiratie" speelt, dus een bewegelijke, wat kleurige en stemmingvolle muziek vraagt voor zijn volstrekt niet klassieken" aanleg. Wij ervoeren het met dit concert van Beethoven nog maals: Thibaud hield het niet voortdurend in n bezieling vast, naast prachtige gedeelten stonden hoorbare inzinkingen alsof hij muziek speelde, die hem niet interresseerde, ze louter als passagewerk, als overgang naar een volgend moment, waarin zijn kracht en zijn temperament weer kon opleven, zag. Men bewonderde zijn toon, de fijne eigenschap pen van zijn spel, zijn streek, zijn figuratie, totdat de cadens kwam: hier barstte opeens, in een stijlloos gefantaseer op de voorgaande melodieën, muziek los. Men ergerde zich en was toch geboeid; het was Thibaud, men herkende hem weer, men bewonderde hem weer, maar met wat spijt: waarom had hij niet een ander concert gespeeld? Thibaud's Beet hoven-concert heeft niet bevredigd, wij hebben zijn andere accenten in de finale b.v. niet kunnen aanvaarden, onze bewondering is niet verder kunnen gaan dan tot de materieele kwaliteiten van Thibaud's spel. Dreidener Kreuz-chor Het Duitsche jongenskoor geeft wederom eenige concerten in ons land, onder leiding van zijn dirigent Otto Richter. Ongetwijfeld kan dit ensemble op een vaardigheid en een gedrildheid bogen, die aan het virtuoselijke grenst. Daarom is het jammer dat Bach's motet Singet dem Herrn" zoo kennelijk als inleidend bravour-stukje werd gekozen, hier was knap gezongen, maar toch niet zoo muzikaal belieer.seM dat het tot een echte kunstprestatie is geworden: de hooge jongensstemmen, zetten toch wat schel in, iti de fuga ontstond een wat doffe klank en de' accentueering van den melodischen lijn bleef niet steeds duidelijk en vast. Feitelijk bevredigt zulk een vierstemmig samenzingen met jongcnsstemmen in sopraan-ligging niet geheel en al: de hooge toon behoudt- vooral in het forto meestal iets hards en schels. De drie ..Ohorgesange" na de pauze, het dankbaar geschreven ..Knabenchov" van Paul Pfitzner en het religieus gezang van Max Bruch voldeden beter en hier ook ontwikkelde het Dresdener Krenzchor een gaveren en warmeren tonenklank. J let is alleen jammer, dat de dirigent Richter in Schuman's ..Schön Rohtrant" wat al te sterk, door vertragingen en uithalen, poogde de muziek ..psychologisch" toe te lichten, waardoor deze in een voor ons wat onbehagelijke Duitschsentimenteele pathetiek verviel. De zangeres Jacoba Krantz-Roosenburg vulde het programma aan met de voordracht van eenige liederen van Scarlatti en Schubert: een aangename, niet steeds beheerschte stem, wat dun van geluid en in de voordracht gelukkiger in Schubert dan in Scarlatti. Met het Wilhelmus werd het concert besloten. DIT Greatest Artists MERK Finest Recording IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAO Int. Muziek tentoonstelling ("ienève 1927 Hoogste onderscheiding. *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl