De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 15 oktober pagina 16

15 oktober 1927 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE OROENE AMSTERDAMMER VAN 15 OCTOBER 1927 No. 2628 De Pruissische dollar-emissie door C. A. KLAASSE *< /s ?; '<+ i J N financieeie kringen te New-York en te Berlijn zoomede aan j andere kapitaalmarkten zijn de ' gemoederen voor kort in beweging sbracht door de afwijzende houding '"Welke de regeering te Washington 1 aannam met betrekking tot de emissie '? - eener nieuwe 6 % leening ten laste Van de Staat Pruissen, groot $30mill., ^ waarvan de uitgifte reeds eenige weken tot de historie zou worden gerekend, indien niet dit onverwacht obstakel ware gerezen. Inmiddels is de tegen stand gebroken, en toch tot emissie ' overgegaan. Het spreekt vanzelf dat het niet heeft ontbroken aan supposities omtrent de vermoedelijke aanleiding tot de stellingneming van het Witte Huis. ', Ook thans nu de controverse tot het < "verleden behoort ontbreekt nagenoeg " elke officieele aanwijzing omtrent de eigenlijke aanleiding daartoe. ?t De oorzaak van den aanvankelijken " tegenstand tegen het sluiten dezer ' leening' heeft men gezocht zoowel aan deze als aan gene zijde van f den Oceaan. In het allereerste sta dium van de wrijving, welke het New-Yorksche emissiehuis de uit' gifte voorloopig deed uitstellen, giste men in hoofdzaak naar mogelijke technische bezwaren weike gemakke' Jjjk uit den weg te ruimen zouden zijn, doch, naarmate meer tijd verstreek " zonder dat een oplossing werd ge boden, werden al spoedig berichten gelanceerd die duidden op principieeler en algemeener bezwaren. '* * * De Duitsche financieeie pers was over het algemeen eerder geneigd de kern der moeilijkheden op eigen bodem te zoeken. Vrijwel unaniem promoveer de men daarbij Dr. Schacht, den Rijksbankpresident, tot zondebok. Be schouwt men de Pruissische leeningsquaestie in het licht der .jongste ge beurtenissen in Duitschland op het gebied der Duitsche overheidsleeningen, dan komt deze persstrooming .uiterst plausibel voor. Sedert geruimen tijd toch is het Schacht geweest die zijn waarschuwende stem heeft doen hooren tegen de leeningspolitiek der Gemeenten en Staten, en hij heeft via de Beratungsstelle für Auslandsanleihen" waarin het Rijksbankdjrectorium ambtshalve zitting heeft, z|jn invloed daadwerkelijk in die rich ting aangewend. Eenige weken ge leden vond een deputatie van burge meesters van groote gemeenten daarin aanleiding critiek uit te oefenen op de inmenging van de circulatiebank in hun financieel beheer. Qualificaties van Schacht's Rijksbankbewind als unaufgeklarter Absolutismus" en uit latingen jegens hemzelven als ,,Mussollini der Finanz" geven een indruk van de waardeering welke nog over is voor het werk van dezen functionaris, die met krachtige hand de Duitsche valuta weder binnen de banen van een gouddevies" heeft teruggebracht. Maar al te vaak vergeet men daarbij dat het waken over een valuta als de Duitsche zelfs tot in een verwijderde toekomst geheel andere eischen zal blijven stellen dan in andere landen. De steeds stijgende reparatielasten vormen voor de Duitsche betalings balans een bron van voortdurende zorg, en ingrijpen van de overheid zal wellicht veelvuldig geboden zijn. Het is echter begrijpelijk dat de besturen van publiekrechtelijke lichamen die het gebouw hunner financiën hadden willen fundeeren of versterken door een buitenlandsch voorschot weinig geneigd zijn in de belangen van hun schatkist wanneer zij hun leeningen op de binnenlandsche kapitaalmarkt moeter onderbrengen beteekent dit immers een aanzienlijke verhooging van de rentelast ondergeschikt te achten aan de belangen der valuta, die overigens ook veel minder nawijsbaar zijn aan te toonen. Wordt dus door een deel der belang stellenden ondanks démenti's aangenomen dat Schacht hetzij in direct, hetzij rechtstreeks ter ge legenheid der onlangs te New-York gehouden internationale circulatiebankconferentie de regeering te Washington tot oppositie tegen Duitsche overheidsleeningen van improductief karakter heeft bewogen, ande ren meenen dat het afwijzende stand punt van louter Amerikaanschen oor sprong is. Ook de aanhangers van deze op vatting zijn tendeele niet geheel vrij te pleiten van een persoonlijk element in hun beschouwingswijze. Hier is het niet Schacht, die men als Urheber der moeilijkheden aanwijst, doch Parker Gilbert, agent voor de reparatie betalingen, die met zijn in jaarlijksche en tusschentijdsche rapporten vervatte critiek op het financieele beleid van Rijk, Gemeenten en Rijksbank zich veel opponenten heeft verworven. In dit kamp der commentatoren meent men dat het Witte Huis, daartoe aan gespoord door vorenvermelden func tionaris in de naaste toekomst scherper zal gaan toezien op de bestemming der geprojecteerde Duitsche overheids leeningen. Reeds enkele jaren geleden toen de vloed van Duitsche buitenlandsche leeningen opkwam, hebben de U. S. A. bezwaren in dien geest geopperd, doch toen was het Schacht die zijn. invloed aanwendde om de bezwaren te overwinnen. Een com promis werd toenmaals bereikt door de instelling der ,,Beratungsstelle" die de leeningsplaimen van Duit sche instellingen zou onderzoeken, en de Amerikaansche regeering was bereid dit vooronderzoek als voldoende waarborg te beschouwen. Dat men in Amerika een vrees in bovenomscnreven zin koestert is be grijpelijk. Indien men een debiteur toezegt bij de inlossing van zijn ver plichtingen rekening te zullen houden met de positie van zijn valuta, dan zal men een stokje trachten te steken voor vrijwillige transacties van dien debiteur welke zijn betalingsbalans verzwaren. Want inderdaad is zulk een verzwaring het gevolg van leenin gen in het buitenland voor improductieve doeleinden, of zelfs voor aan wendingen die wel productief zijn, doch niet tot verhoogde export capaciteit leiden. Dat de bezwaren der Amerikaansche regeering plotseling zoo overtuigend uit den weg geruimd zijn dat daarom de oppositie is opge geven lijkt weinig waarschijnlijk. Blijvend verzet zal wel niet in de be doeling hebben gelegen; eerder: tanden toonen als waarschuwing voor de toekomst. De vraag dringt zich op of wellicht beide vorenomschreven zienswijzen omtrent de aanleiding tot het ver schijnsel onjuist zijn, omdat zij het geval Pruissen als op zichzelf staand beschouwen, en of niet veeleer sprake is van een volte face der Amerikaan sche regeering op het stuk van in menging in buitenlandsche emissies BATSCH ARISLE1PNER NIEUWE VEBPAKKING HEDEN VERSCHIJNT: Ton en Kees op 'n sleepboot naar Singapore door J. G. KRAMER Geïllustreerd door POL DOM In prachtband a ? 3.50 Ingenaaid a ? 2.50 Ton en Kee» op 'n sleepboot naar Singapore door J.G.Krame» AUU1AAI3 EBS Ton en Kees zijn een paar Amsterdamsen e jongens, leerlingen van n H, B. S., die met hun familie de zomervacantie in Scheveningen doorbrengen. Ton, die uitstekend zwemmen kan, redt een meisje uit de visschershaven. Ze gaan daarop tnet schipper Pronk een reisje doen naar Yarmouth, maar op de terugreis wordt de logger tijdens een zware mist overvaren. Gelukkig worden de jongens op 't kantje af gered door de bemanning van een zeesleepboot, die met een baggermachine op reis is naar Singapore. Ze maken den tocht mee tot Sabang en leeren nu eerst waardeeren, hoeveel moed en zeemansschap er uoodig is om met zoo'n kleine boot de groote reis over den Oceaan te ondernemen. Die tochten leggen een schitterende getuigenis af van Hollandschen ondernemingsgeest in den tegenwoordigen tijd. Uitgave: GEBR. KLUITMAN, ALKMAAR | OPGERICHT 1557 JPHOENIX-MEUBELEN" Voor WONING en KANTOOR zijn GOED, GOED KOOP en worden onder GARANTIE geleverd <*> s» BEHANGEN - STOFFEEREN - BEDDENMAKERIJ Magazijn Damrak 76 Tel. 48489 <? ? <? <? <*> ? Amsterdam Fabriek-Toonkamers Warmoésstraat 141 Tel. 42689 rVIUMClUciUl in het algemeen. Tot heden heeft behoudens enkele uitzonderingen het Witte Huis /Ach wars betoond van interventie iii de gestie van Wall Street. Is er reden om aan te nemen dat men aan die houding wil tornen? Buiten de lijn der jongste ontwikke ling van het standpunt van vele regeeringen ten opzichte van kapitaal export, zou het zeker niet liggen. Alle leuzen van Economische Conferentie, van bankiersmanifest e.a. inzake vrij handel ten spijt tiert de protectiegedachte welig, zoo ook die van protectie tegen het gevaar van kapitaalafvloeiing. In Zwitserland heeftmen juist wettelijke bepalingen op dit punt ingevoerd, in Frankrijk handhaaft men beperkende maat regelen, hoewel de positie der valuta reeds lang niet meer daartoe noopt. In Engeland heeft men sedert den oorlog voortdurend een eng contact tusschen emissiemarkt, Bank of Eugland en Foreign Office zien bewaren, en afwisselend perioden van meerdere of mindere gereserveerdheid tegen over buitenlandsche leeningen, bij tijd en wijle zelfs van een officieel volledig embargo, kunnen waarnemen. Dat in Amerika deze strooming zie tl eveneens met succes y,ou hebben voort geplant, is vooralsnog echter niet waarschijnlijk. De binnenlandsche rentevoet is laag, de industrie floreert en heeft derhalve weinig aanleiding om te fulmineeren tegen kapitaalexport, die voor de inheemsche in dustrie het kapitaal te duur zou maken, en haar de winstmarge zou ontnemen. Waar zou Amerika overi gens met het exportsurplus heen moeten indien het beste dobouchézou worden gestopt? Men mag dan ook aannemen dat het geval-Pruissen een uitvloeisel is van de houding speciaal tegenover Duitsche leeningen ingenomen, en eveneens dat de vervulling van het Dawes-plan een belangrijk element vormt in de argumenten die tot de moeilijkheden leidden, hetzij dat deze van Duitsche of van Amerikaansche zijde werden opgeworpen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl