Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 OCTOBER 1927
No. 2628
.-?T'
Motorschip Odenwald". Onaesthetisch buikig achterschip
Ontwerp oorlogsschip. Toonbeeld van groote kracht
DE SC
;niiiiiiii!iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiniim door J. ODERWALD
TT\B schoonheid van het schip is
1 *"^ door alle eeuwen heen een
onderf?5'Werp voor dichters geweest, niet
alleen om de aangebrachte versiering,
',znaar feitelijk nog meer om de voor
lig" b«eldige orde en regel, die aan boord
j j heerschen. Xenephon roemt die van
"' den Phoenicischen koopvaarder, door
( te zeggen: Het schoonste en
nauw: keurigste meen ik eenmaal gezien te
hebben, toen ik een Phoenicisch
schip bezichtigde.... In de kleinste
ruimten zag ik daar alles opgeborgen,
'Zoo netjes verdeeld, dat men nooit
behoefde te zoeken.... De stuurman
? wist dan ook niet alleen alles te
Vinden, maar ook of er nog vol
doende voorraad was".
Seneca zegt ergens dat de ken
merken van een goed schip niet zitten
In de schelle kleuren of in het zilver
of goud, waarmede het is opgesierd,
tnaar in de sterkte van de inhouten
en in de zee waardigheid. Dat de
ideale menschelijke voorstelling van
de aesthetische schoonheid van het
jschip in de oudheid hoog stond, acht
Ing. Franz, in zijn proefschrift l),
bewezen door het feit, dat de mensch
zijn schip vrouwennamen gaf en het
dus met het hoogste schoonheids
begrip op n trap plaatste. Thans
BOU het een beetje vreemd staan op
'den boeg van de 50.000-tonner, de
kolossus van staal, die een stad
vormt en duizende menschen herbergt,
een lieven vrouwennaam aantetreffeu.
Op deze geweldige scheppingen van
den menschelijken geest passen meer
de namen van hooge majesteit of
rang of van helden uit de geschiedenis,
zegt hij.
Het is zijn doel om in dit proef
schrift de hoofdvoorwaarden van
hun aesthetische samenstelling vast
te leggen. Als opperste wet daarvoor
stelt hij de technische doelmatigheid,
hetgeen dus weer overeenstemt met
de hiervoren aangehaalde uitspraken
van Xenephon en Seneca.
In zijn overzicht van de geschied
kundige ontwikkeling wijst hij boven
dien op hetgeen voor 1000 jaren reeds
op technisch gebied bereikt werd,
zooals blijkt uit vondsten als o.a. het
beroemde Gokstad-schip. De fijne
lijnen van dat schip bewijzen, dat
toen reeds het primitieve overwonnen
was en toonen een doelmatig en
aesthetisch hoogtepunt aan in den scheeps
bouw, dat zelfs met de hedendaagsche
gereedschappen voor houtbewerking
niet verbeterd kan worden.
Dat de doelmatigheid en vooral de
bestuurbaarheid en een goede be
handeling der zeilen bij de schepen der
late middeleeuwen te wenschen over
liet, is niet geheel onaanvechtbaar,
vooral omdat Franz daaronder blijk
baar ook de 17e-, en zelfs de
18eeeuwsche schepen begrijpt. Heeft hij
hier den blik te veel naar het eigen
land gericht? Het valt toch al op, dat
hij zoo goed als niets zegt over den
bloeitijd der scheepvaart in Neder
land, waar juist de zee-schilderij haar
wieg vond niet alleen, maar zich ook
zoo krachtig ontwikkelde, dank zij
" -de menigte groote schepen, die op
alle nieuwe zeeën de Nederlandsche
vlag vertoonden. De vele schilder
stukken, waarop men de door den
wind gebolde zeilen van het schip in
de vaart of in den zeeslag ziet, geven
meer den indruk van een stadige
verbetering van het tuig, terwijl de
grootschheid van het in mooie plooien
rustig over de raas hangende doek
van het zoo juist van lange reizen
aangekomen schip wijst op een veiliger
vaart en op het temmen van de
vroeger zoo gevreesde zee, tengevolge
van een steeds doelmatiger constructie.
Maar het grootste deel van schrij
vers betoog geldt den nieuwen tijd,
is dus meer gericht op practisch nut
en in dit deel komt duidelijk uit, dat
een man aan het woord is, die het
moderne schip met een kennersblik
bekeken heeft.
Toen stoom eri ijzer bij den
scheepbouw werden ingevoerd, verdreven
ze met hun roet en roest de heilige
overlevering en de poëzie van het
houten zeilschip. Koele berekening
trad er voor in de plaats, maar toch
brak zich geleidelijk een nieuwe
aesthetiek baan, die wel vooral in
den loop van de laatste 30 jaren tot
uiting is gekomen. Men rnake slechts
even in gedachten een vergelijking
tusschen het stoomschip van Fulton
en de P. C. Hooft b.v.
Welk een ontwikkelingsgang in ge
daante en arbeidsprestatie!
Menschelijk vernuft en technisch kunnen heb
ben zich vereenigd om in het moderne
schip een bouwwerk te scheppen, dat
niet alleen in staat is den kamp met
de elementen aan te vatten, maar dat
ook voldoet aan de hoogste eischen
van snelheid, van bewoonbaarheid,
van vrachtvervoer, in het algemeen
van economie, of waar het het
oorlogsschip betreft van gevechts
waarde door snelheid, pantsering of
zwaar geschut. Eischen zooals aan
geen ander bouwwerk worden gesteld.
Het is echter makkelijker de schoon
heid van den modernen
Oceaanstoomer volgens ons gevoel te prijzen,
dan de grondslagen van die schoonheid
in duidelijke woorden aan zichzelf
of aan anderen kenbaar te maken.
Na het doorlezen van het proefschrift
kan men den heer Ing. Karl. Franz
de verdienste niet ontzeggen kenbaar
gemaakt te hebben, dat in de voor
waarden voor doelmatigheid juist
zooveel aesthetische waarde schuilt.
Hij vindt herhaaldelijk en dikwijls
op verrassende wijze gelegenheid ver
band te leggen tusschen doelmatig
heid en aesthetiek.
Dit was het doel van zijn arbeid.
l) Proefschrift van Dipl.-Ing. Karl
Franz, technische H. S. te Dantzig.
T.fl
Wintertuin S. S. Reliance". Nicht schiffsmassig"
Damessalon S. S. Relitmce". Zeer mooi