De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 oktober pagina 10

22 oktober 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

K^*?Tffi^v T**1;/ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 OCTOBER 1927 No. 2629 ???lc ,.-.- . 11-1 '?, , ? i ' '- . , "«v K.4-' ; D« Duitsche Burschertscha/t" hield Zondag j.L bij den Wartburg een optocht, ter herdenking van haar 110-jarig bestaan Pieter Breughel, de oude. Telling van de pasgeborenen. Dramatische kroniek door TOP NAEFF O Het Amsterdamsen Tooneclt Regen. Naar de novelle van Somerset Matigham, door John Colton en Clemence Randolphe OTLE de suif" ---- op de Zuidzee-eilanden. Andere tijden, dezelfde zeden, en een minder -delicate litteratuur . . In de plaats van Guy de Maupassant's diligence, was het het stoomschip Orduna" dat het ongeschikt gezelschap te zamen bracht en, wegens een geval van quarantaine, noodzaakte veertien dagen met elkander huis te houden in een morsig hotelletje, het eenige van. de bavenplaats Pago-Pago, nog bezocht door den regenmoesson bovendien. De uiterste polen zijn: een zendeling met zijn vrouw, en een prostituee die voor haar verleden niet uit wenscht te komen, doch voor het overige de troef er in tracht te hou den. De combinatie, die overal op de wereld noodlottig zou blijken, wordt ondragelijk onder déenerveerende omstandigheden en het drukkend klimaat. Het meisje van plezier, Sadie Thompson, geeft onmiddellijk aanstoot, en niet zuinig ook, H- al verdienen haar gedragingen met drie matrozen en. een gramophoon meer den naam onbeschaafd, dan bepaald liederlijk. De zendeling, verontwaar digd, begrijpt het niettemin als zijn uitverkoren plicht dit verdorven zieltje te redden, doch zoo Kei gemakkelijk blijkt dat niet te gaan. Ten einde raad, wanneer het hem volledig dreigt te ont glippen, maakt hij van zijn missionnaris-macht misbruik om den Goeverneur van het eiland omtrent zekere veronderstellingen, Sadie's ver leden betreffende, in te lichten en dezen te bewerken het meisje per eerste scheepsgelegenheid naar San Francisco te transporteeren. . In haar doodsangst te San Francisco wacht de arme vluchtelinge de gevangenis krijgt hij haar thans klem. En meer dan dat. Zij klampt zich aan den man, die haar met zijn dreigende en verheven taal biologeert; van catechisante wordt ze boetvaardige, bereid haar straf, schoon zij zich van geen misdrijf schuldig voelt, om God's eer te ondergaan. v Dan echter gebeurt de weivoorziene ramp: de man" in den strengen asceet krijgt het in dit nauw contact met het verleidelijk vrouws persoon te kwaad, hij strijdt, bovenmenschelijk, doch, naar de bestemming des mans.vergeefs .... Op den laatsten avond vóór Sadie's vertrek sluipt hij haar kamer binnen. ... en valt het scherm. Den volgenden morgen vindt men zijn lijk met afgesneden hals onder de palmen. Zelfmoord. Doet een Godsgezant dat? Zelfs in den diepsten nood, waarbij er nog altijd wel een mouw aan te passen blijft? Sadie bezat geen cent, zij was au fond een goed kind, en niet al te onervaren in deze ....Een meer voor de hand liggend slot zou zijn geweest wanneer een van de drie matrozen, die op haar verliefd was, den aanrander overvallen en gewurgd had. Alles leidde daartoe. En met dit slot zou het een prachtig Grand Guignol-drama geworden zijn. Of een stuk naar Dostojewsky, al naar de inspiratie en het gehalte van de auteurs. Sadie Thompson, in elk geval van haar Raspoetin bevrijd, en in haar ongunstig oordeel omtrent het mannelijk geslacht uitteraard gesterkt, geeft den boetegang naar San Francisco dadelijk op, om den verliefden en rondborstigen matroos O'Hara (Ph. de Vries) te volgen naar Sidney, alwaar hij haar een fatsoenlijke betrekking belooft. Het leven is nu eenmaal een risico, maar mogelijk houdt deze brave kerel wel woord. Zooals dit tooneelspel door Het Amsterdamsen Tooneel" gespeeld wordt, is het een tendenzstuk, met de duidelijke bedoeling denMissionnaris, als God's bemoeial, aan de kaak te stellen en bela chelijk te maken. De bij valsbetuigingen van het publiek, telkens als Mr. Davidson" van de niet op haar mondje gevallen jonge dame de kous op den kop kreeg, bewezen, dat het als zoodanig werd opgevat. De tekst geeft daartoe ook wel eenige aanleiding. Deze soort stukken, waarvan Engeland en Amerika sedert jaar en dag het monopolie bezitten, waarvan men" nooit verzadigd raakt, en die, met Hall Cain, Temple Thurston, en ook Somerset Maugham aan de spits, een onuitputtelijk repertoire vormen, waarvan het mooie meisje op den boek-omslag de onsterfelijke heldin blijft, bevatten feitelijk alle denkbare elementen voor het eene, of voor het andere succes. Psychologisch verplichten zij tot niets, de overgangen zijn, of ze steek houden of niet, theatraal goed opgezet, een zekere sfeer is door den metteur-en-scène in den regel met bepaalde accessoires (hier was het ,,de regen", die in werkelijk natte stralen den achtergrond beheerschte) niet moeilijk te be werkstelligen. Krijgt een eerste klasse regisseur met een sterk persoonlijke visie en een sterk stijlgevoel zulk een stuk in handen, dan wordt het gegeven hem een gunstige gelegenheid tot correctie, en zelfstandige productie. Hij bouwt de scènes om, desnoods langs den tekst heen, voegt het bindend cement der tusschen-tinten in, schept daarmede op de tussohentinten komt het aan een sfeer voor het werk, waarin de heterogene bestandeeelen elkander niet meer hinderen, en maakt er al doende een geheel eigen stuk van, dat noch tans aan de beste bedoelingen van den auteur, aan het idelale droombeeld, boven verwachting relief geeft. Bij minder machtige regie blijft het een mengel moes van willekeurig verwerkte mogelijkheden, en kan zelfs, zooals hier gebeurde onder leiding van den heer Joris Diels, het doel geheel voorbijge schoten worden. De fascineerende figuur van. Mr. Davidson, dieu wij ons wil het stuk geen persiflage worden voorstellen als een te goeder trouw zichzelf misleidenden, door het geloofsvuur verteerden, koort sig ageerenden, en ten slotte, na geweldigen strijd tusschen den geest en het vleesch, menschelijk bezwijkenden fanaticus, zou, aldus opgevat, de felste tegenstanders van de Zending" hebben geboeid, zijn lijden en sterven zouden, als al wat in eerlijken strijd ondergaat, tragisch hebben ge werkt. De opkomst van het welgedaan echtpaar Da vidson, kluchtspel-figuren, zooals we die in ons Calvinistisch land op het tooneel van buiten kennen, besliste over het stuk naar de andere zijde. Rondom deze zedelijkheids-apostelen moest ook de omgeving overdreven worden aangezet, het meisje zich meer dan onhebbelijk gedragen, de zwarte pensionhoudster (Math. Kiehl) op het lachsucces ingesteld worden, de dronken Hof meester (Teune) de scène beheerschen. Over het spel van Louis de Vries, als Mr. Davidson valt in dit verband niet meer te zeggen, dan dat hij er in zijn opvatting van onmenschelijken Tartuffe, zijn talenten aan gaf, en voor zijn schijnheiligheid zijn gerechte straf ontving. Naast hem kon Caroline van Dommelen (zijn vrouw) al niet veel anders doen dan meegaan in de caricaturale richting. Zij deed dit met soberheid en vond later op den avond nog eenige accenten, die een vaag beeld opriepen van de vermoedelijke bedoeling: oen klein, verdord, gansch en al ver wrongen zieltje, dat in haar kortzichtige aanhanke lijkheid jegens den domineerenden man slechts plichten kent, en, hunkerend naar een kind, de onthouding leerde prediken als hoogste gebod. . . . Het was jammer voor enkele spelers, die zich al dadelijk op een hooger plan stelden, dat de ver tooning dit succes had, en geen ander. Lou Chrispijn, een fijn type van den volslagen gederailleerden Europeaan, welke zijn philosophische levensbe schouwing nog slechts aan de cognac-f lesch ontleent; een broeder van den dokter uit Blanke Ballast", minder sentimenteel gezien en met fantasie gespeeld. Hier was de dokter, met zijn jonge v rouw op doorreis: Folkert Kramer, die rustig en eenvou dig het tooneel wist te vullen. Ida Wassermann als Sadie Thompson droeg de vertooning. Na het minder gelukkig eerste bedrijf, waarbij zij een prostituee van Antwerpen met dilettantischen gebarenrijkdom meewerkte aan de algemeene luidruchtigheid, leidde de warme, volle overgave aan deze zware rol allengs tot een fijnere styleering, en won zij er, in weerwil der tekorten een onduidelijke dictie ! aller hart mee. Tournee Emma Gramatica: Een lentemorgetidroom; De medailles van een oude vrouw Hoeveel woorden spendeeren wij aan de tooneelspeelkunst ! En als zij dan zelve weer eens ver schijnt met stralen om de slapen", gevoelen wij hoe arm onze woorden zijn, en staan we eiken keer weer verwonderd voor de hooge kunst, die aan een J. 8. MEUWSEN, HoB. A'dam?R'dam-Dta Haag DB BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl