De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 oktober pagina 13

22 oktober 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 OCTOBER 1927 13 15,. fjDe wereld» waarin men ': zich amuseert Twee menschen" Tuschiasky ET is een beetje wanhopig geval. Immers wie kan het den heer Tuschinsky (en anderen bioscoop-exploi tanten) euvel duiden, dat zij hun theaters, als rechte vermaaks -etablissemen ten zoo behaaglijk moge lijk inrichten? Wie mag hun. het recht ontzeggen deze behaaglijkheid op te voeren, tot een uiterste van geraffineerdheid en luxe zij het ook, dat u en ik er in dreigen te smoren, als in een zwaar en goedkoop parfum ? De zaak is volkomen rechtuit en eerlijk: wij we.ten, wanneer wij naar Tuschinsky" gaan, wat ons te wachten staat. Niemand mag zich dan ook be klagen over den Franschen chansonnier, zelfs al geeft hij Si vous l'aviez compris !" en zelfs, al doet hij het vrij slecht. De zingende zaag" hebben wij eenvoudig te accepteeren: wie er onpasselijk van -wordt, kan ten allen tijde de frissche lucht opzoeken. Het on-wezenlijke, hemelsche coloriet der gekleurde Pathé-journaals behoort nu eenmaal bij de affaire en de rubriek Voor onze dames" schijnt voor onze heeren" blijkbaar geen bezwaar te zijn al zou het merkwaardig wezen te vernemen, wat onze mannen er van denken. En vermijdt het discreetbibberende concert-orgel zelfs niet de cruautévan een bruuske, harde interval? Glijdt het niet in lüxurieuse behaaglijkheid van C via CIS-D-DIS-E naar P, teneinde ons de ongemoedelijke gedurfdieid van den sprong C?F te besparen? In het kort dit is de wereld, waarin men zich amuseert. Er heerscht een volkomen eigene, ge sloten atmosfeer: publiek en theater begrijpen en waardeeren elkaar. De bezoekers voelen zich wat zij ook daarbuiten mogen zijn binnen Tuschinsky's muren veeleer Dames en Heeren" dan men schen en het humani nil a me alienum puto" wordt er als iets onfatsoenlijks en onbehaaglijks geweerd. Dit .alles nu is volkomen in den haak en er zou geen enkele reden zijn, ons als ongewenschte pot tenkijkers over dit milieu van ongestoorde genoegejkheid uit te laten, ware het niet terwille van iets, wat ons na aan het hart ligt. Immers het theater noemt zich geen cabaret, geen café-chantant, maar bioscoop en hier ligt de grond tot een onvermijdelijk conflict. Niet natuurlijk voor hen, die de film be schouwen als een eenvoudig amusement geen zier beter of slechter dan de overige variét -nummers. Maar, helaas, daar loopen ook nog eigenzinnigen rond met het idee-fixe van een cinematogra fische kunst. En kunst richt zich bij voorkeur niet tot dames en heeren, maar tot menschen ! Ziedaar het conflict het groote conflict der bioscoop-wereld in enkele woorden vastgelegd. ft* f\ 't Is het toeval, dat Potemkin" met zijn felle, hartstochtelijke opstandigheid, dat M nilmontant" met zijn stille, zacht-schreiende smart, dat Die Freudlose Gasse" met zijn duistere ellende, verre van dit bioscoop-paleis zijn gebleven? Ik geloof het niet. Het is geen kost voor Dames en Heeren" voor het amusements-publiek" voor de wereld, waarin men zich amuseert. En The big parade" dan? En Goldrush"? Naar de eerste ging men omdat het de sensationeelste naar de tweede, omdat het de duurste film was. Naar beide, omdat men er aangenaam let wel: aangenaam ! door werd beziggehouden. Het is nu eenmaal niet anders. Men gaat naar de bioscoop, om zich te amuseeren het cabaret na afloop, is eenvoudig een ietwat luidruchtiger en intiemer voortzetting van de voorstelling. Daarmee is het karakter van het gebodene scherp omlijnd. Het zou niets minder dan zelfmoord zijn, wanneer de Directie inbreuk zou willen maken op deze on geschreven wet. De Dames en Heeren" haar geachte clientèle, zouden het haar geducht in peperen en weer naar een nieuwe Vic" of Rijkshallen" terugkeeren. En aldus gaat de Directie ijverig voort, het haar gasten, de variété-klanten, zoo veel mogelijk naar den zin te maken. Alles van het kleinste gloeilampje tot de grootste cabaret-?star" is er uitsluitend om den verwen den smaak van dit verwende publiek te streelen en de film, die niet in deze atmosfeer van zwoele en luie behaaglijkheid past, heeft haar doel gemist. Gelukkig maakt de groote productie (in de eerste plaats de Amerikaansche, maar ook de Europeesche met haar operettefilm-rage) het den directies niet moeilijk: Stuk voor stuk bijna, zijn het keurige, gladde, aangename werken, die de prettigste afterdinnerstemming niet verstoren. Een karakteristiek voorbeeld hiervan is het werk, dat wij nu bespreken. Twee menschen" is de, wat hoogdravende titel. Een Heer en Dame", ware ongetwijfeld juis ter. Geen oogenblik toch zal iemand beweren de illusie te hebben gekregen van een echten riool werker van een heusche deerne. Niet zoozeer, omdat de gentleman-putjesschepper onberispelijk met mes en vork eet poch omdat de veile lady in een bruidstoilet verschijnt, hetwelk de deskun digen in de zaal verblindt, door kostbaarheid en chique, als wel om de onwaarachtigheid van het geheel. De aangename onwaarachtigheid ! De heele historie, van de getruffeerde en gepar fumeerde riool-beesten uit de eerste scènes.. . . tot de salon-kijkprentjes-oorlog der laatste tafereelen, is, als het lekkere wijntje bij het diner, behoorlijk op temperatuur" gebracht. De werkelijke, ongeretoucheerde schildering van het leven eener goot-prostituée de belevingen van het drekproletariaat, zoude eenigszins onaangename conse quenties met zich mee brengen. Men heeft er de voorkeur aan gegeven, uit gezegde goot en riolen wat zoete sentimentaliteit en wat onnoozele grap pigheid te peuren, die zich wonderwel aanpassen bij de zingende zaag en de eeuwige glissandi van het concert-orgel. De groote oorlog" het diver tissement, dat ontegenzeggelijk den laatsten tijd populairder blijkt te zijn, dan in de jaren '14 tot '18 is niet alleen als een schitterend vuurwerk, maar zelfs met humor" behandeld. En zoo voort en zoo voort. Het zou alweer geen zin hebben, juist deze film, uit de drie honderd andere te bespreken, als zij niet tevens een frappant voorbeeld was, hoe in dien grooten amusements-kultus ook het talent en de imitatie van het talent gerequireerd worden. In de plaats van de gladde leegheid van een Valentino van de technische geraffineerdheid eener Swanson, is men naar het wezenlijke talent gaan zoeken. Niet de hemel beware ons om het zich te laten uitleven in rauwe, naakte menschelijkheid, fi donc ! Nee men heeft het den keurigen rok van een ober-kellner aangetrokken en het gedres seerd, om het geachte publiek, de Dames en Heeren" onberispelijk te bedienen en de zoete spijzen uit de amusements-keuken naar den eisch te serveeren. Er zit voor wie oogeri heeft om te zien aldus onder dit zoutelooze schijn-drama, een werkelijke tragedie verborgen, oneindig aangrijpender en schrijnender, dan al die bedachte narigheid. Het is de prostitutie van het talent. Ja ja, geachte Dames en Heeren" prostitutie ! Niet de gewasschen en gekamde prostitutie, vertoonbaar aan lieden boven de achttien jaar, maar de echte, trieste, goore (passez-moi Ie mot!) hoererij, die het mooiste en edelste wat zij heeft: passie en liefde, verkoopt. Er komen in deze slechte film, minderwaardig in opzet en uitvoering, momenten voor, waarin de ontroering u overvalt, ondanks uw bewust verzet. Het is dit moet ge wel begrijpen niet de genia liteit, die zich baan breekt, dwars tusschen on bekwaamheid en inferioriteit van het milieu door. Dat ware een verheugend verschijnsel, moed gevend voor de toekomst. Neen het talent is hier met raffinement gekneusd en neergehaald, te kijk gesteld, als aantrekkelijke curiositeit tusschen springende mijnen en koetsiers-grappigheid. Een zeer fijn en gevoelig talent als Janet Gaynor, met een teer en verstild masker, dat levendig aan SibirsCOMOEDIA door HENRIK SCHQLTE Rika Hopper Theater » Alles voor Vader" CCHRIJVER onbekend. Geen nood, goede kunst is immers universeel. De kinderen spelen voor bedienden in de keuken. Wat een pret, het gas suist echt en de potjes en pannetjes pruttelen alsof er critici in aan de kook waren. En ziet, het keteltje wordt opgetild en purperen linten ver zinnebeelden het groote vuur. Alleraardigst, zoo geen kunst dan toch spel. En na de pauze eerst recht van het goede der aarde: een nooit-eindigend avondmaal met zijn lichte" conversatie, van de olijven tot de koffie een dubbele kerkdienst lang. Ik had spijt dat ik zoo haastig gegeten had om maar op tijd voor al dit moois te zijn, want ik had honger. Maar mis hoor, alles voor vader en niets voor de kunst. Wat een soep, mijne heeren, wat een huzarensla ! Op deze culinaire bijeenkomst zwaaide Emma Morel de potlepel en heusch zij deed het aardig, zoo zelfs dat wij door een paar gevoelige accenten herinnerd werden aan dien afgesnauwden bedelaar achter de deur: het tooneel. Ook Nico de Jong had in een paar gulle, ronde momenten nog wat barm hartigheid, maar in de pondpondsgewijze toege diende humor van zijn regie werd een fijn speler als van Warmelo platgedrukt. En feitelijk kon alleen het eigenaardig plastische talent van Cruys Voorberg zich aanpassen aan deze laagkomische sfeer van eten en zwetsen. Gelukkig bood de eindelooze verveling van dezen avond gelegenheid om onzen nieuwen kunsttempel nog eens wat rustiger te bewonderen. Hoeveel doet toch zoo'n kleurtje ! Citroen en oranje aan den ingang, belegen goud van binnen, de voorgevel even blauw-blauw gelaten als de kunst. Dat lente groen overal, met die tramweg-insignes. Die onder zoekende blik van den charmanten directeur-chef de réception op het vale smokinkje, dat ik gehuurd had om mijn dresscircle waardig te zijn. Die zenuwachtige bedevaart, door een oceaan van tapijten wadend om tusschen de heeren Snob en Nabob van de Elite te mogen uitblazen. Neen, de volgende keer ga ik er weer heen, in een overall en met een paar reuzenschijnwerpers, om het atoom kunst te zoeken in dat juweelenkistje van het herboren Prot! Leve de tooneelvloo, leve de kungtluis! En arme, arme kunst in een apenpakjekaja doet denken, heeft men misbruikt, om de vooxe, walgelijke sentimentaliteit te verkoopen, die den Dames en Heeren" zoo onzegbaar deugd doet. Zie dit is een onzedelijkheid, die den talrijken braven lieden, welke tot gewichtige bioscoop commissies vereend, uitmaken, wat u en ik in de theaters mogen zien ten eenenmale ontgaat. En moet ontgaan, als rechtgeaarden Dames en Heeren. Zoo is de verdrietige stand van zaken. En ik herhaal: het is een hopeloos geval. Wien moet men een verwijt maken? Zeker niet de directie van het theater Tuschinsky, die haar clientèle naar wensch bedient. Die clientèle zelf dan? Och nee de stakkerds kunnen het ook niet helpen. Het eenige radicale zou misschien wezen, den geachten Dames en Heeren te vragen: Eilieve, vrienden zoudt ge niet liever naar hiernaast gaan ? Daar is een voor treffelijk etablissement, waar ge enkel jazz en zoete liedekens kunt bekomen. Cabaret en dancing ! Ruimt uw plaatsen hier in aan een ander publiek, minder vergenoegd minder fashionabel misschien maar. . . . ernstig !" Ik vrees alleen, dat het antwoord zou zijn: Dank je wel, dat zou me te duur worden !" Aldus moeten wij er in berusten, dat deze gasten zich breed maken in dit behaaglijke, mondaine interieur er hun zoete films eischen tegelijk met hun Norico en ,.Ah, si vous l'aviez compris !" Terwijl de filmkunst daarbuiten rondzwerft en crepeert, ver van deze wereld, waarin men 7,ich amuseert. . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl