De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 oktober pagina 15

22 oktober 1927 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 OCTOBER 1927 15 Concernvorming in de kunstzijde-industrie door C. A. KLAASSE T"\ B kunstaijdenijverheid behoort tot de jonge bedrijfstakken, waarvoor wel de fundamenten vóór eenige decennia reeds werden gelegd, doch waarvan de .opbloei eerst dateert uit de periode welke op den wereldoorlog volgde. Was het product der voor den oorlog reeds bestaande, betrekkelijk weinig talrijke fabrieken in hoofdzaak een in verschillende takken der textielnijverheid aange wend hulpmateriaal, sedert ongeveer 1918 heeft de kunstzijde zich als grondstof een belangrijke plaats veroverd, niet in het minst tengevolge van de met groote schreden vooruitgaande techniek, die qualiteit en aanwendingsmogelijkheden van het materiaal ten goede kwamen. Noem ik slechts een tweetal cijfers om een indruk te geven van de snelle ontwikkeling: de wereldproductie van kunstzijde bedroeg in 1016 15000 ton in 1926 reeds 108000 ton, terwijl sedert dien, n door uitbreiding van de productiecapaciteit der bestaande ondernemingen n door oprichting van tal van nieuwe fabrieken, die ten deele nog niet in exploitatie zijn, de voort gebrachte hoeveelheid in onbeduidende mate is toegenomen. Het valt nauwelijks te verwonderen dat onder die omstandigheden de ontwikkeling niet geheel zonder tegenslag kon voortschrijden. De verhoogte vraag naar het product, gevoegd bij daling van den kostprijs deed aanvankelijk een aanzienlijke marge tusschen marktprijs en kostprijs ontstaan. Die winstmarge moest onvermijdelijk concurrentie teweegbrengen, en deze is dan ook niet uitgebleven. Toen verschillende nieuwgebouwde ondernemingen met hare productie aan de markt kwamen en als spelbrekers de marge deden wegslinken rezen reeds spoedig afzetmoeilijkheden, die wel niet een uitgesproken crisis in het leven riepen, doch wel van groote beteekenis zijn geworden voor de verdere ontwikkeling van de constellatie ha den bedrijfstak. In 1925 en in den aanvang van 1926 n.1., toen deze omstandigheden een kink in den kabel van den voorspoed veroorzaakten, werd de kiem gelegd voor de concernvorming die in deze industrie thans zulk een eminente rol vervult. Sedert dien is het fortuin weder gekeerd; de prijs vorming ontwikkelt zich bevredigend, en de aandeelen en andere papieren der betrokken maat schappijen zijn opgenomen in de kring der beurs favorieten. Wel zijn verschillende ondernemingen onaf hankelijk gebleven van de wereldbedrijven, doch men mag wel aannemen dat ongeveer 70 pCt. van de, totale kunstzijdeproductie meer of minder direct wordt -gecontroleerd door de m 1926 geVormde combinatie der drie grootste maatschap pijen, t.w. de Duitsche Vereinigte Glanzstoff?dgftbriken A.G., de Engelsche Courtaulds Ltd. en de Italiaansche Snia Viscosa en nog steeds kan men geruchten en berichten vernemen omtrent nieuwe aaneensluitingen. De oorzaak van deze op de spits gedreven concentratie is, hpewel natuurlijk nimmer met zekerheid aan te geven, toch wel te gissen. Allereerst ligt het in de lijn van een gespecialiseerd chemisch procédé, dat boven dien drijft op slechts enkele patenten althans voor zoover betreft de viscose-zijde-productie, die toch de belangrijkste plaats op dit gebied inneemt ??om brj uitbreiding van de afzetmogelijkheid eerder aanpassing van het aanbod te doen plaats vinden door uitbreiding der bestaande bedrijven dan door aanbouw van nieuwe die zouden moeten aanvangen met een periode van uiterst kostbaar experimenteeren. Gegeven dit feit, tengevolge waarvan de eerlste productieuitbreidingen worden opgevangen door de oudste bedrijven, zijn deze in het aanvangsstadium al reeds zoo machtig geworden dat zij min of meer aangewezen blijven om ook nadien de productie te controleeren en weinig nieuwe maatschappijen ruimte laten om onafhankelijk van de combinatie grooter te worden. Ter vergelijking zij b.v. gewezen op het voorbeeld der synthetische kleurstofproductie, der voort brenging van stikstof meststof f en enz. Hoe dit zij; de kunstzijdenijverheid is een bol werk van concernpolitiek geworden, met de TABA SIGAREN ? ~* ZIJN TOCH DE BESTE ~ -* gunstige noot, dat de groep zich voorshands heeft onthouden van machtsuitingen, welke zelfs sterke combinaties somwijlen noodlottig kunnen worden. Ik noemde hierboven als een der machtige leden van he't concern: de Vereinigte Glanzstoff A.G. Dit bedrijf behoort tot de oudste der samenstel lende deelen daarvan. Het kapitaal dat aan vankelijk RM 2 millioen bedroeg werd geleide lijk uitgebreid, na den oorlog op goudbasis teruggebracht, en sedertdien nog eenige malen verhoogd. Thans bedraagt het kapitaal BM 00,9 millioen na de jongste uitbreiding met ruim RM. 18 millioen. In Duitschland is de Glanzstoff vrijwel oppermachtig. Behalve een zevental eigen fabrieken, en vier dochtermaatschappijen behooren tot de activa een groot aantal deelnamen in voor heen onafhankelijke maatschappijen. Ik noem hiervan slechts de deelname in de Eerste Nederlandsche Kunstzijdefabriek te Arnhem, waarmede door aandeelenruil een belangengemeenschap tot stand kwam, en de twee belangrijkste combinaties, n.l. die met de J. P. Bemberg A.G. te Bannen en de American Glanzstoff Corporation te W mington, TJ.S.A. Deze laatste vennootschap werd met medewerking van de Vereinigte Glanzstoff A.G. opgericht, en is bij het Hollandsche publiek geen onbekende, daar de financiering gedeeltelijk werd bewerkstelligd door de uitgifte van een con verteerbare 7 pCt. obligatieleening, welke hier aan de markt werd gebracht. Als bijzonderheid kan voorts nog vermeld worden dat aan de op richting ook werd deelgenomen door het Amsterdamsche bankiershuis Teixeira de Mattos, een gevolg voornamelijk van de relatie van deze firma tot het New-Yorksche huis Speyer en Co. De belangensfeer van de Glanzstoff strekt zich niet alleen door deze laatste onderneming tot Amerika uit, ook via de deelname in de Bemberg A.G. is die keten gesterkt. De J. P. Bemberg Corp., een stichting van de Duitsche A.G. is n.l. een der groote kunstzijde-fabrikanten der Ver. Staten. Beeds voor den oorlog bestond er een vriend schappelijke verhouding tusschen de Vereinigte Glanzstoff en de Courtaulds Ltd. Na den oorlog werden de banden hernieuwd en in 1925 leidde dit tot een enge samenwerking, die mede den stoot gaf tot oprichting der Glanzstoff Courtaulds G.m.b.H. te Elberfeld. De Courtaulds Ltd. be hoort tot de sterkste onder de kunstzijde-produ centen. Van 1914 tot 1925 wist de vennootschap haar kapitaal uit te breiden van £ 2 tot £ 20 mil lioen zonder dat een beroep op de kapitaalmarkt werd gedaan. Uit de enorme winsten werd de aanwas geaccumuleerd. Kapitaalsverwatering vond geenszins plaats, hetgeen wel duidelijk blijkt uit het feit dat in 1925 het ongunstige jaar bij uit nemendheid voor deze bedrijven de netto winst nog 22,1 pCt. van het kapitaal bedroeg. Ook de Courtaulds strekte de belangensfeer buiten het land van oorsprong uit. De vennootschap bezit 65 tot 75 pCt. van het aandeelenkapitaal der American Viscose Company, de grootste kunstzij deproducente der Ver. Staten, terwijl in Frankrijk vasten voet werd verkregen door deelname in de Soie Artificielle de Calais en de Soieries de Strassbourg. Tenslotte werd in 1926 door de Courtaulds evenals door de Vereinigte Glanzstoff A.G. een belangrijk pakket aandeelen in het Italiaansche concern-lid de Snia Viscosa overgenomen, waar mede de consolidatie in dezen tak van nijverheid weerd bezegeld. De oorsprong der Snia zelve de naam, welke voluit geschreven als volgt luidt: Societa Nav'gazione Italo-Americana, duidt dit reeds aan, had met kunstzijde niets uit te staan. Enkele jaren na de oprichting in 1917 legde de maatschappij zich toe eerst op den handel in, daarna op de productie van kunstzijde, waarbij het kapitaal geleidelijk van 5 millioen tot l milliard Lire werd uitgebreid. De Snia produceert circa 70 pCt. van de totale kunstzijde-voortbrenging van Italiëen 11 pCt. van de wereldproductie. Door deelnamen heeft ook deze tak van den concernboom een politiek van penetratie in de buitenlandsche in dustrie bedreven. Tot in Brazilië, Japan en Polen strekt zich de activiteitssfeer der Snia uit. Ik heb met bovenstaande beknopte uiteenzetting den lezer een beeld gegeven van de ver doorge voerde concentratie in deze nijverheid, die over de geheele wereld haar vertakkingen uitstrekt. Beurs-spiegel \T BIJ plotseling is aan onze beurs op de beleggingsafdeeling een. dusdanige wijziging van de koers- en renteverhoudingen ingetreden dat men zich begint af te vragen of nu dan wellicht het keerpunt in de ontwikkeling der binnenlandsche obligatiemarkt is te registreeren dat men zoo lang had voorspeld. Reeds geruimen tijd toch werd in beurskringen gewezen op de vele en omvangrijke buitenlandsche emissies welke reeds enkele jaren hier ter markt worden gebracht, op de aankoopen van Hollandsche zijde van buitenlandsch wisselmateriaal, en de verleening door accepthuizen van rembourscredieten aan buitenlandsche handelaren, waardoor onophoudelijk een druk op geld- en kapitaalmarkt werd uitgeoefend. Inderdaad was eenige malen tijdelijk een flauwere stemming op de obligatiemarkt ingetreden, en men aarzelde toen niet een voortschrijdende koersdaling aan te kondigen; doch telkens werd het koersverlies weder ingehaald. Toch was de sedert den aanvang des jaars slechts korten tijd onderbroken vaste tendenz der geldmarkt, die het marktdisconto onophoude lijk in de nabijheid van de marktrente hield mis schien reeds een voorbode van een congruentie beweging op de obligatiemarkt. Sedert de jongste verhooging van het bankdisconto is de tendens wel zeer verscherpt; niet alleen volgde de markt rente het banktarief bijna op den voet, doch ook de prolongatienoteering volgde snel, en kon zelf 5 % bereiken, een koers die het publiek, in verband met de afsluit- en prolongatieprovisie, op ruim 6| % komt te staan. Vervolgens oordeelde de Begeering die binnenkort weder een beroep op de kapitaalmarkt zal doen het noodig om het rente type der schatkistbiljetten van 4 tot 5 % te verhoogen. Onder deze omstandigheden is het be grijpelijk dat een daling van de obligatiekoersen over de geheele linie niet op zich liet wachten. Of overigens de huidige koersontwikkeling, die ook wel onder invloed zal staan van den naderenden October-ultimo, permanent zal blijken dient te worden afgewacht. * * * De stabilisatie-leuze viert in de moderne econo mische organisatie hoogtij. Voor enkele dagen werd de beurs verblijd met het gerucht dat de groote wereldproducenten van tin onderhande lingen voeren om te geraken tot een fixatie van den tinprijs, die in den laatsten tijd een gevoelige daling heeft oïidergaan. Reeds eerder zijn berichten van die strekking opgedoken, doch thans schijnt het den belanghebbenden ernst te zijn om tot een positief resultaat te komen. De rij van producten in welker prijsontwikkeling door systematische productie en afzet-controle kunstmatig wordt ingegrepen, belooft dus met n uitgebreid te worden. * * * Tusschen het Beichsbankdirektorium en de overheid schijnt overeenstemming bereikt te zijn inzake de te volgen politiek ten aanzien van Ge meentelijke en Staats-leeningen. Het toezicht van de Beratungsstelle blijft een nuttige censuur die aan haar eischen omtrent de besteding der op te nemen gelden nog n zal toevoegen van valutatechnischen aard. Op het oogenblik is overigens de positie van het Duitsche betaalmiddel lang niet ongunstig, hetgeen trouwens na de plaatsing van enkele groote leeningen in het buitenland niet verwacht kan worden. De centrale Bank heeft zelfs aanleiding gevonden de aankoopprijs van goud te verlagen omdat de huidige verhouding Mark-Pond Sterling van dien aard is dat goud beweging van Engeland naar Duitschland bij handhaving v&n den tot nu toe vigeerenden prijs tot de mogelijkheden ging behooren. Met de ve laging van den aankoopprijs van BM. 2790 pei K.G. tot BM. 2784 per K.G. is het niveau van voor den oorlog weder bereikt, toen laatstgenoemde prijs voor goudaankoop gold, en eerstgenoemde voor goudafgiften. Met dat al zal de Duitsche valuta in de komende jaren, indien het Dawesplan in huidigen vorm gehandhaafd blijft alle zeilen moeten bijzetten ooi den druk op de betalings balans te weerstaan. O. K. DELöESTEVARIIïA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl