Historisch Archief 1877-1940
UIT DEN GEMEENTERAAD
DOOR BARBAROSSA
MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE
AMSTER. DAMMER" DOOR B. VAN VLIJMEN
OCTOBER 1927
!7
irOok een. jubileum
JJ OE heerlijk is het directeur van
. een gemeentebedrijf te zijn ! Niet
Alleen dat je in het gemeentebedrijf
veel minder verdient dan in het parti
culiere, maar je wordt er in opge
scheept met een wethouder die precies
ia wat vroeger voor onze admiraals
een gedeputeerde ter zeeziekte was.
Dit zou natuurlijk niets zijn als zoo'n
wethouder verstand van de zaken had.
Dan kon je elkaar overtuigen. Maar
hoe is de opleiding van onze wethou
ders tot het wondere ambt? Dertig
jaar en soms nog langer doen zij in
turf en hout of in heerenhemden of
w|n diamantslijper of journalist of
onderwijzer en dan in eens smijt de
politieke draaikolk ze op den wethou
derszetel. Een paar mooie speeches
over een of ander onderwerp van
beteekenis, een geregeld in de goede
richting stemmen en je bent al een
heel eind heen. En als je als wethouder
het zes jaar hebt uitgehouden, heb je
net een ton kapitaal vergaderd want
ontvang je na die zes jaar niet vier
duizend gulden pensioen? Een wet
houder die zich in zes jaar voor een
ton verdienstelijk heeft gemaakt voor
de gemeente t Kan u mij er een paar
aanwijzen?
Maar behalve dat de bedrijfsdirec
teur rekening heeft te houden met zijn
wethouder, zijn daar ook nog de af
gevaardigden van de arbeiders. Dit
zijn gecommitteerden ter groene tafel
en er kan geen spijker scheef geslagen
worden in het bedrijf of een der ge
committeerden staat op en houdt zijn
Bpeechje waarop, van wege de concur
rentie, al de andere gecommitteerden
om beurten opstaan en herhalen wat
de eerste al vrij belabberd gezegd
heeft.
In ons electrisch bedrijf zijn op een
oogenblik 55 werklieden voor wie geen
werk is. Zij gaan over naar de reserve,
waar zij een aoort wachtgeld ontvan
gen in afwachting tot zij weer ergens
aan den arbeid kunnen gaan. Men zou
zoo zeggen dat het ontslag van die
55 enkel en alleen den bedrijfsdirec
teur aangaat die ze niet voor zijn ple
zier de straat opzendt. Neen, zeggen
de gecommitteerden in de Raadszaal,
die 55 moeten te werk worden gesteld,
hoe dan ook !
Maar ik heb geen werk voor ze,
zegt de directeur.
Kan ons niet schelen, zeggen
Kitsz en Lisser en Wijnkoop en
Seegers. Wat jullie doet is kapitalis
tisch en een gemeentebedrijf mag dat
niet zijn".
een paar zinnetjes uit een modern
vakblad voorlas, waarin gesproken
werd van de behandeling der 55 als
koelies", als loonslaven". Meneer
van Meurs die, als hij in den Raad is,
van tweeën tot half zes zit te lachen,
lachte nu tot de tranen hem over de
wangen liepen en hij hield eerst op
toen Samuel Pothuis, ook wel door
intieme vrienden Sam the Great"
genoemd, opstond en behandeling in
het Georganiseerd Overleg bepleitte
en nog vele andere behandelingen, om
maar te kunnen ontkomen aan het
dilemma waarin de fractie zich ge
plaatst zag.
Het was bij deze gelegenheid dat
Sam the Greaf'
In den gapenden wethouder
Daar zit je als directeur. Gesteld
eens dat de arbeiders-afgevaardigden
de meerderheid hadden, zouden dan. ..
Waar bleven dan onze lieve
bedrijfsoverschotten, waar de bezuini
ging. Waar alle partijen bij zweren?
En als de directeur geen menschen
meer mag ontslaan die alleen maar
pijpjes rooken en een praatje maken
met degenen voor wie wel werk is,
waarom zou hij dan ook niet menschen
mogen aanstellen van wie hij vooruit
weet dat hij ze toch niet aan het werk
kan zetten? Als de een van de
stadsruif eet waarom dan de ander niet?
Het is misschien de eenige afdoende
oplossing van het
werkloozen-vraagstuk. Geef de 12.000 werkloozen in
onze stad een gemeentebetrekking en
klaar is Kees !
De sociaal-democraten zaten na
tuurlijk met het geval in hun maag.
Meneer van Meurs die het zaakje voor
de fractie had op te knappen was te
verstandig om te durven ontkennen
dat de 55 niet ontslagen moesten
worden, maar aan den anderen kant
deed hij eenige slappe pogingen om ze
in gemeentedienst te houden en hij
wou de zaak nog eens van voren af aan
in allerlei commissies brengen waarop
hij, zooals van zelf spreekt, niet zuinig
door Wijnkoop werd aangevallen, die
de heer Lisser een eigenaardig en zeer
gewaardeerd jubileum vierde, n.l. dat
van zijn honderdste interpellatie. Hij
had voor deze feestelijke gelegenheid
zijn haardos met Oost-indische inkt
bijgewerkt en sprak als een geboren
redenaar. Honderd interpellaties en
als men het resultaat aanschouwt van
deze honderd redevoeringen, dan ziet
men den spreker als een luchtschrijver
wiens woorden in de ijle lucht ver
dwijnen zonder ergens anders een
spoor achter te laten dan in het ge
meenteblad dat trouw de honderd
heeft opgeteekend.
De eenige die in staat zal zijn dit
wereldrecord te slaan is Seegers de
Moskouer, de man die in den Raad
in een zwart hemd verschijnt zwart
in den fascistischen zin en waar
zijn buurman, majoor Solkles, zoo
jaloersch naar kijkt dat zijn linkeroog
er verdraaid van staat.
Natuurlijk was ook ditmaal de
fractie" in de oppositie. Er was een
, voordracht over het bouwen van
vijftig woningen te Eindhoven voor
Amsterdamsche sigarenmakers, een
voordracht, op welks behandeling de
vertrouwensman van de sigaren
makers, Huybers, nu al maanden lang
wacht en die daarom sinds April geen
zitting overslaat en ook nu kon
Ter Haar, de jubilaris
meneer Huybers weer naar huis gaan.
De Voorzitter stelde voor de voor
dracht aan te houden. Waarop thans
namens de fractie de heer Sam the
Great opstond en, als Malbroek s'en
va- t'en- guerre, zich opmaakte om
den wethouder te lijf te gaan. Wat hij
hem allemaal verweet moet verschrik
kelijk geweest zijn want dr. Vos werd
bleek, slikte hevig, sloeg zich op de
borst en riep uit: ik ben ook een
democraat!" En niemand lachte. In
dezen Baad is trouwens iedereen
democraat....
En ondertusschen zit heel op den
hoek van de tafel van het college de
heer Walrave en gaapt. Ik heb in al
de jaren dat ik in den Raad zit nog
nooit een wethouder zoo zien. gapen.
In de laatste jaren van zijn ambtelijk
leven viel wethouder Serrurier wel
eens in slaap en iedereen gunde hem
dit hazeslaapje, maar zulk gapen. . ..
Dr. Vos keek een paar keer verschrikt
in den afgrond die zich voor hem
opende en dr. Abrahams, die naast
Walrave zit, schoof een tikje op zij
alsof hij bang was verslonden te
worden. Heeft u Herman, het Nijl
paard in Artis, wel eens zien gapen?
Maar dan heeft u nog niets gezien,
dat verzeker ik u.
En nu viert straks onze Jan zijn
vijf en twintigjarig feest als raadslid.
Hoe heeft hij het zoolang in dit
gezelschap kunnen uithouden ! Maar
hoe is hij, helaas, door het pek waar
mee hij deze kwarteeuw omging,
besmet. Van den eleganten ter Haar
die als de geur van een bloem de raads
zaal binnenzweefde, wiens uitspraak
een combinatie was van het hoogste
Nederlandsen met het Bochtste
Amsterdamsen vermengd met het
fijnste Willemsparkst, van dien ter
Haar is niet veel meer over en als
Wibaut nog vier jaar in het college
gezeten had, zou Jan geëindigd zijn
als een bewust proletariër, met een
accent dat Zachie Jansen hem zou
benijd hebben en in een confectietje
met rafels.
Maar na deze vijf en twintig jaar
kan ookïhij op zijn borst slaan en, net
als Vos, uitroepen: Ook ik ben
democraat!"
Comm. Seegers