De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 oktober pagina 3

22 oktober 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAitëWER VAN 22 OCTOBER 1927 ) ft* IW ' t. Een zitting van het permanente hof van internationale justitie door Dr. E. VAN KAALTE CINDS dank zij den Volkenbond het Internationaal Gerechtshof in het leven is geroepen, dat zijn zetel in het Vredespaleis kreeg, is het Haagje een mondaine gebeurtenis rijker geworden. Als het Hof zit, pleegt er tenminste een auditorium aanwezig te zijn, dat waarlijk niet louter uit be langstellenden in volkenrechtelijke geschillen en de daarvoor aangewende rechtspleging bestaat. Menigeen kan men dan in de rechtszaal aan schouwen, die daar komt niet zoozeer om te luisteren of te zien, doch om gezien te worden. Het eerbiedwaardig Gerechtshof verschaft diversen dames en heeren van uitgaand den Haag (of wat zich daartoe gaarne wenscht te rekenen) de ge legenheid tot een elegante ontmoetingsplaats. Tenslotte is het nog veel meer high fashion" elkaar in het Vredespaleis, dan op den Pier te treffen l Wonderbaarlijk is veelal het geduld, waarmee schoon gekleede dames uren achtereen stoelvast in de Gerechtszaal vertoeven. j-, Ook het hoogst ingewikkelde geschil, dat zoo pas voor het Hof is gekomen, wist weer een uit gelezen gezelschap, waaronder vele bekoorlijke dochteren Eva's, tot zich te trekken. Misschien heeft hierbij ook nog wel een rol gespeeld, dat het proces de Donau, de schone blaue Donau betrof, wat allicht min of meer romantische reminiscensen of liefelijke herinneringen aan meesleepende muziek in een balzaal kon opwekken. Doch bovendien, ditmaal liet zich de uiterlijke belangstelling nog door een anderen factor verklaren: niemand minder dan een Millerand zou hier als een der pleiters optreden. Als n der pleiters. Immers de strijdvraag tusschen Italië, Frankrijk en Engeland eenerzijds (leden der Europeesche Donaucommissie) en Roeme niëaan den anderen kant over den omvang der aan die commissie toekomende competentie ik zal er mij wel voor wachten in dit bestek de lezers op een juridische verhandeling te tracteeren en laat de zaak zelf dus verder rusten bracht een niet gering aantal heeren in het vuur. Roemeniëheeft moeite noch kosten gespaard om zoo goed mogelijk uitgerust in het tournooi te verschijnen. Zoo kwam het naar den Haag niet slechts met Excellentie Contzesco, Roemeensch gedelegeerde in de Euro peesche Donaucommissie, doch daarnaast genoot het de actieve hulp van een illuster drietal, den Gentschen hoogleeraar in het volkenrecht Prof. de Visscher, den Grieksche staatsman en internationa len specialist Prof .Politis en den Parij schen advocaat .... oud-President der Fransche Republiek Mille rand. Een landgenoot van dezen, ook een man van groot gezag met name op het gebied van het volkenrecht, prof. Basdevant bevond zich in het andere kamp, waar voorts een Italiaan en een drietal gepruikte Britsche rechtsgeleerden het Roemeensche standpunt zouden bestoken. Sir Douglas Hogg, de Engelschmau die als vertegenwoordiger van zijn land het woord voerde, is reeds een oude bekende in deze internationale rechtszaal. Opnieuw heeft hij bewondering opge wekt voor zijn serene wijze van pleiten, juridisch zeer fijn, geen omhaal van woorden, doch ,,to the fact". Een typisch contrast vormde hiermee het betoog van zijn Roemeenschen tegenstander, die allerminst vrij was van Romaansch vuur, en wien het soms zelfs zichtbaar zwaar viel rustig toe te hooren als een der andere pleitvoerders iets betoogde, waarmee hij zich niet kon vereenigen. De Gentsche hoogleeraar de Visscher was te midden van het Romaansche. temperament een meer rustige baken in.... de Donau. Hij zocht zyn kracht vooral in juridische argumentatie, in eett helder kalm betoog voorgedragen, en in over eenstemming met zijn bescheiden uiterlijk was ook de vorm van zyn uiteenzetting, die gespeend bleef S T O P-W A T C H onmisbaar voor wedstrijden Y§Seconde-aanwijzing. Prijs f 12.50 A. D. SPILLNER Vijzelstraat 83, Amsterdam De onderhandelingen van Mussolini met het Vatikaan Tedcening voor d Groene Amsterdammer" door Joh. Bradkensiék J ZOU DE ZON VOOR HET VATICAAN WEER OPGAAN? van min of meer theatrale verschijnselen. Hier sprak de wetenschappelijke docent. Dien kon men zeer zeker ook in het pleidooi van Politis ontdekken, want als steeds muntte dat weer uit door klaarheid van inhoud en bouw, doch tegelijkertijd valt het niet moeilijk in hem de sporen te bespeuren van een welsprekendheid en een voordracht, die Fransch aandoet: of heeft hij nog bloed van een Demosthenes in zich en mag men zijn oratorische talenten mede voor een deel als nalatenschap van dien grooten redenaar beschouwen? ! Maar de kroon als voordrager, wat zeg ik, als acteur spande Millerand. Deze heeft een schitte rende gastvoorstelling gegeven en de dames, die anders naar een dikwerf slechts matige opvoering in den schouwburg plegen te gaan om een slap grokje van het Theatre francais op de planken te zien en te hooren, hadden tenslotte groot gelijk, dat zij dit keer hun op tooneelspeelkunst beluste zinnen in de groote Rechtszaal te genieten gaven. Millerand heeft de zaal doen weerklinken van zijn uithalen, hij manoeuvreerde op kostelijke wijze met zijn stem, die hij nu eens luide verhief om het volgende oogenblik aller aandacht te spannen door in een bijkans fluisterenden toonaard voort te gaan. Het eene oogenblik bepaalde hij zich tot een simpel handgebaar, een even indiceerende beweging met zijn lorgnette, om direkt daarop vol verbazing bei' zijn armen ten hemel te heffen, of zich naar zijn tegenpartij over te buigen en deze als het ware door een suggestief betoog in een hoek te dringen. Dan weer ziet men hem zijn korte, ietwat gebogen en gedrukte gestalte in verontwaardiging uitrekken en een poging aanwenden om met zijn naar voren gestrekte hand zijn argumenten in de hoofden der rechters te hameren. Tot slot een apotheose, die moest dienen om nog eens extra op het gemoed van het Hof in te werken. De Engelsche pruiken waren te midden van dit leven en die levendigheid onbeweeglijk op de hoofden der Britsche juristen blijven zitten. Doch achter me hoorde ik iemand vol bewondering fluisteren: well roared, lion".. Dat deze leeuw zich in den vergulden kooi van het Elysee niet op zijn gemak heeft ge voeld, moet een ieder die het pleidooi had aange hoord duidelijker dan ooit zijn geworden. Er is echter alle plaats voor de vraag, of zulk een pleidooi, dat wellicht in een Fransche gerechtszaal bij een crimineel proces van groot nut kan zijn, hier het bedoelde effect kan bereiken: somwijlen viel het lastig aan den indruk te ontkomen, dat hartstoch telijk tooneelspel dienen moest om zwakke juri dische plekken te camoufleeren. Neen, een Sir Douglas Hogg voelt m.i. de sfeer van het milieu waarin zich deze zaak afspeelt, beter aan, een sfeer, die steeds weer tot u spreekt als gij het Hof in zijn verheven waardigheid vol rustigen ernst ziet zitten om na te gaan wat als Recht tusschen de volkeren dient te gelden. Dagen achtereen moeten de heeren luisteren naar wat de pleiters omtrent veelal gecompliceerde rechtsfiguren en feitelijkheden te vertellen hebben. Dat een enkele maal de grijze Lord Finlay wel eens neiging schijnt te voelen om den goeden Homerus na te doen, zal niemand hem kwalijk nemen. Toch kan men er zeker van zijn, dat in het algemeen dit hooge rechterlijk college met aan dachtige inspanning luistert naar de uiteenzettin gen der voor hem verschijnende partijen, ook zonder dat een groot advocaat-acteur de rechters door zijn speciale gaven tracht te boeien. Symbool van die voortdurende aandacht is de emi nente jurist, die met het voorzitterschap is bekleed, Prof. Max Huber. In zijn jeugd gingen zijn nei gingen in geheel andere richting, met name die van de schilderkunst. Dat neemt niet weg, dat men alle reden heeft om den President, die ook als mensch op een hoog plan staat en dientengevolge algemeene sympathie geniet, een geboren jurist te noemen, al moge zijn bijkans spreekwoordelijke bescheidenheid die den waren grooten man teekent hemzelf misschien tegen zulk een bewering doen protesteeren. De wereld mag zich gelukkig prijzen, dat het hoogste Gerechtshof op aarde zich door zulk een figuur geleid ziet. NA VOLBRACHTE DAGTAAK L'.f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl