Historisch Archief 1877-1940
AHStBRÖMÖffiR VAN 29 OCTOBER 1927
No. 2630
i
U
a f
rV
I
'*.
B:
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
Mevrouw, is de
fijne-wascher al'geweest?
Mevrouw, heeft de schoenmaker
schoenen al teruggebracht?
Zoo gaat het den heelen dag en altijd
|il',lf«vrouw*'; Dat is het voordeel als je
* -als gasten nette heeren hebt met hun
| bezigheden buitenshuis. Als je aan
(''vrouwen verhuurt, knoop je dan maar
" ,;op. Giftige slangen die overal wat op
" , te zeggen hebben. En dan moet je op
9'n drukken Zaterdag als verleden
: nog je christelijke plichten
waaren 's middags met de heeren
jnee naar Huizen om den christelijken
f in te wijden en dan nog gauw
de receptie van meneer ter Haar
's avonds aan zijn feest
mee-aanJe komt in dezen tijd lichamen
Vte kort als je als christelijke vrouw je
: wereMsche plichten wil nakomen.
En daar tusschen door nog het
leest van de mama yan
Frida Katz, als lid van de
Daar ben ik; ook
i want ik heb een paar
christek-historische heeren pp kamers, ook
s jongelui, en ik had ze het beloofd.
i Vijf en twintig jaar lid van een school-.
''commissie weet u wat ik daar het
»poist van vind? Dat mevrouw Katz
lid daarvan nooit, een poging ge
daan beeft om lid van den Raad en
ifmilFpt van de Kamer te worden. Dat
was vroeger de meer. en meer gebrui
kelijke weg voor heeren, die hoogerop
wilden in de politiek. Eerst zich
^bemoeid met het onderwijs van het
volkskind..Bat gaf al direct een idee
van de ware democratie.. Bij wijlen .
meneer kwamen veel van die
sehooloissie-leden over den vloer en
oprecht liberaal van goeden
huize, dat wil zeggen, dat er geen
vlekje rood.aan ze was maar je moest
se niet aan het onderwijs komen. Dan
was het volkskind hun heilig. En als
ze dan een jaar of wat in de School
commissie gezeten hadden, dan lid
van den Baad. En vandaar naar de
Tweede Kamer was maar een klein
sprongetje.
' Het diner van meneer Jan was
allergezelligst, ik kan niet anders
Keggen. Ik zat schuin over den Gene
raal en twee stoelen van meneer
Verkouteren af en wat de een niet
wist, wist de ander. De Generaal tapte
een paar.militaire moppen en meneer
Verkouteren had er een paar dozijn uit
de PraotizJjns-societeit'V en ik moet
zeggen, dat ik een paarjkeer gepro
beerd heb te blozen al moet ik zeggen
dat er. toch meestal aan die moppen
een historisch tintje was al was het
christelijke dan soms wel heel ver te
Koeken.
Ik heb ook nog een kleine rede
voering gehouden. Ik heb onzen
Jan namelijk toegedrouken en ik
meende, dat ik aaj die vrijheid
permitteeren mocht omdat ik hem als
Jongetje nog wel eens het broekje had
opgebonden als bij hij was toen nog
zoo'n 'klein ventje bij meneer
Pierre op den zolder kwam spelen. Hij
bad toen een aardige krullebol maar
er zat toch al dat Napoleonachtige m
hem, dat hij nog meer ontwikkeld heeft
toen hij bij de Schutterij was. Ik moet
u eerlijk zeggen, dat ik wel eens van
hem gedroomd heb als hij aan het
hoofd van de compagnie heet dat
zoo niet?,?was langs gekomen. Geen
een die zoo krijgshaftig voor de troep
uitetapte en als ik hem dan Zondags
morgens als ouderling in de
Koepelkerk zag zitten onder het gehoor van
dominéde Visser, dan zei ik wel eens
bij nüj zelf: hoe kan een mensch zoo
twee verschillende naturen hebben.
In de week dag en nacht bereid voor
het vaderland niet alleen te sneuvelen
maar ook om zijn medemensch te
dooden als die een andere uniform
aan mocht hebben dan de onze en
Zondags een en al vrede en lief elijkheid
en u het kerkezakje onder den neus
houdend, niet als een blanke sabel
maar als een vreedzame hengelstok.
Meneer Verkouteren heeft mij in een
taxi naar huis gebracht en onderweg
me nog een paar echt gebeurde
anecdoten verteld nou ! Meer zeg ik
niet.
Toen ik thuis kwam, brandde er
nog licht in de beneden-suite en ik
zag dus dat mijn stille huurder terug
was. Hij hoorde mij op de trap en
deed de deur open en ik zag, dat hij
scherp naar mijn kleur keek die nog al
hoog was, niet van den wijn, al moet
ik zeggen dat ze best was, maar van
.het gesprek in de taxi en de
genoegelijke stemming aan het diner.
Gut, meneer, zei ik, is u onver
wachts terug gekomen?
Ja, eerder dan ik dacht. Even
naar Genève, heen en terug. En ik
moest u de groeten overbrengen van
meneer Riekus. Hij maakt het best.
En kan ie nog al goed met
meneer Wibaut opschieten? vroeg ik,
want ik had me zelf al afgevraagd: hoe '
zou het toch tusscheu die gaan als ze
daar samen aan het Meer van Genève
zitten en elkaar dagelijks ontmoeten.
Mevrouw, zei mijn stille gast, het
gaat perfect. Ik heb nog nooit twee
mannen gezien die elkaar zoo met n
enkel woord begrijpen. Ik heb met ze in
caféBayeren" gezeten onder een
potje bier dat ze allebei lusten, met
mate, natuurlijk, en u kan zich geen
gezelliger en gemoedelijker kerels
voorstellen. Wat de een denkt, zegt de
ander. Toen ik wegging, tutoyeerden
ze mekaar al. Wiepie" noemt meneer
Riekus hem en hu heeft het den heelen
dag over Cooleke" en nu ze het over
den vrijhandel zoo eens zijn, zal het
niet lang meer duren of u zal zien dat
ze samen een program van actie op
maken waarmee ze bij de volgende
verkiezingen voor de kiezers zullen
komen. '
Maar meneer Riekus is toch niet
rood? vroeg ik verschrikt, en Wiebie is
toch nog niet christelijk?
Wat komt dat er op aan, zei
meneer. Als de een jaren lang in olie
en de ander in hout gedaan heeft, dan
is er niet veel toe noodig om een
vlammetje te krijgen tusschen die
twee en als de Standaard" onlangs
nog al lief over het dictatorschap
schreef, dan is dat niet anders dan een
kleine voorbereiding op wat er komen
zal. En daarom is het zoo jammer dat
Monseigneur ook niet in Genève is op
dit oogenblik. Nergens leeren de
staatslieden elkaar beter waardeeren
dan onder een potje bier. Dat is de
groote kracht van Briand. Bereid u
zich maar voor op een Ministerie van
sterke mannen en als er nog eens een
Olympiade" komt voor
Regeeringskabinetten ik hoor dat minister
Kan in die richting werkt dan zal
Nederland geen slecht figuur maken,
dat kan ik u nu al verzekeren. En als
het u niet te veel moeite geeft dan had
ik straks nog wel graag wat warm
water voor een grocje.
's Nachts om twee uur nog sterke
drank, je moet maar durven l....
Radio-Rubriek:
De radio in dienst van de kunst
De Weensche Radio Omroep stelt iedere week gedurende een
uur jonge lieden in de gelegenheid voor de radio op ie treden als
declamator, musicus of zanger. Verschillende ter zake kundige
mannen en vrouwen hebben zich tot jurys gevormd, die, gezeten
aan hun radiotoestel, het ten gehoor e gebrachte beoordeelen. Wanneer
naar de meening van de jury bij de geëxamineerden" talent en
aanleg voor het betreffende kunstvak aanwezig zijn, wordt hiervan
een schriftelijke verklaring afgegeven, die een richtsnoer en steun
kan zijn. Op deze wijze hoopt men jeugdige talenten tot ontwikkeling
te brengen.
Naar aanleiding van deze mededeeling, hebben wij ons gewend
tot een aantal op het gebied der tooneelmuziek en zangkust in Neder
land ter zake kundigen, met de vraag: of naar hunne meening een
dergelijk instituut ook voor ons land van nut kan zijn.
De ingekomen antwoorden beginnen wij thans te publiceeren.
BALTHAZAB VERHAGEN, Direc
teur van de Tooneelschool:
ledere poging, om jeugdige 'talen
ten tot ontwikkeling te brengen"
kan door mij niet anders dan
worden toegejuicht, zelfs wanneer dit
per radio zou geschieden. Een plan,
als door TT in bespreking wordt ge
bracht, zal er echter meer op berekend
zijn, hun eenige meerdere bekendheid
te verschaffen: immers, gedurende
dat ne uurtje, dat zij voor de radio
zouden spreken, spelen of zingen n
ook door het ontvangen van een
certificaat zal de ontwikkeling" van
hun talent weinig of niet gebaat zijn.
Er zijn om op mijn terrein te
blijven onder de jonge acteurs en
actrices zeker verscheidene, die het
ten volle verdienen, dat aan hun
talent meer aandacht wordt besteed
dan nu het geval is. Zij zitten bij de
verschillende tooneelgezelschappen
verscholen en vinden, door de phalanx
van vóór hen staande, natuurlijk óók
zeer talentvolle artisten, weinig of
geen kans, door hun werk getuigenis
van hun bekwaamheid af te leggen.
Indien zij, die zich op het tooneel
zelden of niet in hunne kracht kunnen
toonen, ten minste eens de gelegen
heid vinden, om, zij het dan onzicht
baar, hun stem door het land te laten
hooren, dan vindt elk plan, om dit
denkbeeld te verwezenlijken, mijn
volle sympathie.
Intusschen zou ik U in overweging
willen geven, aan een dergelijke onder
neming elk karakter van een exa
men" met certificaten" te ontnemen.
Er wordt in Nederland toch al zoo
wanhopig veel geëxamineerd, dat het
mij beter schijnt, dit niet geheel te
vermijden euvel tot het allernood
zakelijkste te beperken. Aan een
papiertje" heeft een artist in zijn
carrière weinig of niets. Iets anders
ware het, indien de jury, b.v. door
een wekehjksch rapport in Uw blad,
aan de namen van hen, die zich h.i.
op bijzonder verdienstelijke wijze voor
de radio hebben onderscheiden,
algemeene bekendheid verschafte, zoo
iioodig met een nadere toelichting of
kritiek.
DIRK VERBEEK, Directeur van
het Vereenigd Tooneel:
Er zijn drie soorten openbare
vermakelijkheden", om in de
euphemistische belastingtaal te spre
ken, waaraan ik een hartgrondigen,
mij overigens dierbaren hekel heb:
films, gramofoons en radio-toestellen.
Films bezorgen mij hoofdpijn en slaap,
gramafoons pijn in mijn maag wat
erger is; en radiotoestellen brengen
mij, die naturelletnent" liefelijk en
zachtmoedig ben, tot razernij. U voelt
den climax. Hoe anderen op het ge
luid, dat radiotoestellen van zich
geven, reageeren, weet ik niet, maar
dat zij er normaal onder blijven,
weiger ik te geloove». Trouwens, het
groote aantal radiotoestellen en de
ontzaglijk vele abnormale menschen
doen den nijveren onderzoeker wel
anders denken.
Dat iemand met zijn hoofd in een
radio-storm goed en kwaad zou kun
nen onderscheiden, ware, gezien de
betreurenswaardige zwakte van dit
onderscheidingsvermogen bij betrek
kelijke geluidstilte, blijk geven van
een optimisme, dat den ergsten pessi
mist zou doen schateren.
LOUIS DE VRIES, Directeur van
het Amsterdamsch tooneel":
Een instituut als dat van den
Weenschen Radio-Omroep lijkt mij
voor jonge kunstenaars een prachtige
instelling en een groote steun. Hei.
komt mij voor ons land zeer gewenscht
voor. Mocht er tot oprichting eener
dergelijke instelling in Nederland wor
den over gegaan, dan zou ik dit ten
zeerste toejuichen.
COR VAN DER LUGT MELSERT,
Directeur van het
Rotterdamsch-Hofstadtooneel:
Naar mijne meening geeft een
radio-voordracht alleen geen gele
genheid om de beteekenis van een
declamator voldoende te waardeeren.
Althans niet voor het begrip dat wij,
Hollanders, aan declameeren verbin
den. Voor ons zijn de enkele klank
buigingen, zelfs op een zuivere intelli
gentie afgestemd, niet alles. Hier moet
het uiterlijk van den spreker, een
goed gekozen niet-eentonig gebaar,
gelaats-uitdrukking en meer nog hel
pen om de voordracht te ondersteunen,
te verlevendigen. Kortom: de per
soonlijkheid van den declamator is
een niet te verwaarloozen factor bij
het uitreiken van een brevet.
(Wordt vervolgd)
Centraal Radio Huis
Rokin 70, Tel. 32670
AMSTERDAM
Ruime keuze prima ontvangtoestellen
N.S.F., AIRVOICE, NORA,
DUCRETET, dak- en raamantenne.
BALTlC-bouwdoozen voor zelfbouw