De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 29 oktober pagina 3

29 oktober 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

IE AMSTERDAMMER VAN 29 OCTOBER 1927 wezen en willen door Prof. Dr. D. COHEN Schwarzbérd aijn gebeurtenissen, wier heugenis lange in den mensch genesteld blijft, zóó dat toevallige herinnering plotseling een licht ^fBVoel van*- blijheid in hem brengt, of ook, om onbestemde oorzaak, hem met droefheid en angst , vervult. Zoo overkomt het mij, dat midden in de f&iaeiugde van den dag door een bij toeval gesproken 'Woord of een vlugge gedachte voor een oogenblik een schrik mij bevangt: het beeld komt op van een Augustuadag, nu zeven jaar geleden. Wy waren te Karlsbad bijeengekomen om te beraadslagen over middelen tot leniging van den nood der Joden in Oost-Europa. Men heeft mij Wel gezegd dat wij de eersten waren na den oorlog, die in een vergadering van afgevaardigden uit alle landen tezamen durfden komen. Zeker moesten X wij de eersten zijn. Want de Joden hadden geleden onder 'den haat van alle partij en. Nimmer, geloof ik, zal ik den tweeden dag van die Conferentie vergeten. Hij was gewijd aan de : l rapporten over den toestand in de verschillende landen. Wij hoorden mededeeüngen uit de Bukowina, geteisterd door de verschrikkingen van de overheersching der Bolsjewiki; uit 'Hongarije, waarover, om gevaar voor eigen leven, niemand f't durfde spreken dan een Oostenrijker, die geheime, , al te waar gebleken, berichten had ontvangen over de gruwelen van de Witte Terreur. En ten slotte ?stond een rijzig man op, Vladimir Temkin, om \ verslag te doen van de gebeurtenissen in Ukraine. . Hij sprak Russisch, zoodat slechts weinigen in "4 de zaal hem konden volgen. Er kwam onrust in de ; Vergadering, en ook ik zelf hield mij met wat anders bezig. Tot ik opeens het gelaat van mijn buurman «ag, dat bleek was en ontzet. Hij begon enkele stukken van wat daar gesproken werd, voor mij te vertalen. Toen zat ook ik roerloos, zonder kracht tot denken, al maar starend naar het sombere gelaat van den spreker. Want al wat de geschiegL, 4enis van ons volk verhaalt over den marteldood van Joden in de middeleeuwen, zonk in het niet bij de gebeurtenissen, waarvan hij vertelde; en als , in onze gebeden gesmeekt wordt voor het zieleheil . van hen, die zijn omgebracht en geslacht en verbrand en verdronken en geworgd voor de heili ging van Gods naam", hoe ontelbaar velen zouden dan voortaan worden herdacht bij het nu luttel schijnend aantal slachtoffers uit vroegere eeuwen. Het waren de eerste samenhangende berichten omtrent de pogrome in Ukraine, die door Temkin tot ons kwamen. Bijna drie jaren lang hadden moorden plaats gevonden; in sommige streken en , op sommige dagen waren zij, zoo verhaalde hij, met trompetgeschal ingeluid en met trompet. geschal beëindigd, btijkbaar naar een van te voren beraamd plan georganiseerd en uitgevoerd. Het aantal dooden werd toen op honderdvjjftigduizend .geschat; inderdaad is het, naar later onderzoek $ heeft bewezen, een derde daarvan geweest. Maar *s daarbq. zqn niet gerekend de honderdduizenden, Wier leven voor goed gebroken is: de ouders, die den dood van hun kinderen of den rampspoed van hun dochters hebben gezien; de weezen, die nu elders worden grootgebracht, maar in hun droomen hei> angstbeeld van die dagen nog altijd voor oogen hebben. Ook toen, in het sobere verhaal van Temkin, klo.uk telkens n naam: Petljura. Men kent thans ztjn geschiedenis voldoende uit de dagbladen: hij was de eerste leider, met onbeperkte macht, van de nieuwe Ukrainsche republiek. Onder zijn be wind vonden de pogrome plaats door soldaten van het Ukrainsche leger. Algemeen werd de schuld ervoor op hem gelegd; hetzij omdat hij in de Joden vijanden zag van zijn regeering en daarom de moordenaars tot hun daden aanzette; hetzij omdat hij de soldaten door plunderingen tevreden wilde stellen en daarom de uitspattingen niet tegenging. Zeker schijnt het, dat, zoo er al een verbod op papier is afgekondigd, de schuldigen, al waren zij bekend, nimmer streng zijn gestraft, en dat ook de vertoogen van Rabbijnen bij Petljura, om zijn invloed te gebruiken tot beteugeling der onlusten, Zonder uitwerking zijn gebleven. J} Het was in die duistere tijden moeilijk de Waarheid te weten. Maar van den beginne af werd Petljura's naam voor hen, die aan de gruwelen ontkomen waren, tot een vloek en een voorwerp van afschuw; alle haat tegen de moordenaars werd 'op hem vereenigd; de gedachte aan ' hem werd bij velen tot een obsessie, en ' de droefheid om het verlies van ouders en verwanten, de machtelooze woede om de ondergane martelingen keerde zich tot wraaklust tegen hem, die, oen tweede Haman, tot het symbool werd van den eeuwenouden haat tegen de Joden. Zoo moet men Schwarzbard's daadverklaren.Een rustig, vreedzaam horlogemaker, die maandenlang den moord op Petljura voorbereidt en na den. aanslag vraagt nog even naai huis te mogen gaan om de herstelde uur werken in te pak ken, welke dien dag moeten worden af geleverd. Hij is tot zijn plan gebracht door de snoevende praatjes van twee Ukrainsche officie ren, die er om wed ijverden, wie het grootst aantal Jo den had gedood en de meeste Joodsche vrouwen in het on geluk gestort. Maar zijn wraak wil niet deze treffen, doch den hoofdschuldi ge, het symbool, Petljura; en zich zelf beschouwt hij niet als moorde naar, maar als de ====^======= wrekende gerechtigheid van zijn volk. Daarom is hij vol angst een onschuldige te dooden; telkens vergelijkt hij hem, dien hij voor Petljura houdt, met het portret, dat hij altijd bij zich draagt; en terwijl hij hem voortdurend achtervolgt, waagt hij het niet te schieten, zoolang Petljura vergezeld wordt door zijn vrouw en dochter; eerst als deze geheel alleen is, zoodat niemand anders getroffen kan worden, schiet hij met de zekerheid, die hij als Fransch soldaat in den oorlog heeft verkregen; maar juichen durft hij pas, als hem wordt mede gedeeld, dat het inderdaad Petljura is, dien hij heeft gedood. * * * De gezworenen te Parijs, die ia dit geding hadden te oordeelen, stonden voor een moeilijke taak. Aan den eeuen kant trachtte de omgeving van Petljura zijn nagedachtenis te zuiveren van de blaam, als zou hij de pogrome hebben veroorzaakt of toege laten; daartegenover beproefde de verdediger van Schwarzbard, diens zaak tot de zijne makend, het bewijs te leveren, dat de aangeklaagde met goed recht zijn daad volvoerde, en niet, gelijk men wel beweert,de geheime agent is geweest van eene, Petljura vijandige, Bolsjewistische organisatie. Schwarzbard zelf trachtte geen oogenblik zich vrij te pleiten van den moord, wel van schuld; door zijn hand, zegt hij, heeft een volk zich gewroken. Hij was vastberaden, zonder een zweem van aarzeling in zijn antwoorden. In hem is nog eens het conflict zichtbaar, dat de grijze Oudheid al bezighield: moet een Orestes, die zijn moeder vermoordt om den dood van zijn vader te wreken, worden gevonnist? Hoe moet geoordeeld worden over Esther, die den belager van haar volk met list in den dood drijft? Of over Judith, die, zich zelf prijsgevend, den vijand het hoofd afslaat om haar stad te redden? De Parijsche rechters hebben het voorbeeld der Duitsche gevolgd, die den moordenaar van Talaat bey vrijspraken, omdat hij door zijn daad de gruwelen, aan zijn Armenisch volk be gaan, wilde wreken ? Men krijgt den indruk, dat Schwarzbard het oordeel met minder spanning tegemoet zag dan zijn vrienden. Hijzelf was bereid de. gevolgen van zijn handeling)eoo het moest den dood, Irak en de Volkenbond JOHN BULL: WOU JIJ LID WORDEN VAN DEN VOLKENBOND? JE KUNT NOG NIET'EENS OP EIGEN BEENEN STAAN!" te ondergaan. Want hij gelooft zijn levenstaak te hebben volbracht; ,,ik heb een moordenaar ge dood", riep hij uit, toen het lichaam van zij n slacht offer ter aarde lag. En ook iets anders van zijn wenschen is bereikt. Te weinig aandacht was geschonken aan het lijden van zijn volk;nu waren de oogen van Frankrijk en een deel der beschaafde wereld gericht naar de rechtzaal, waar het geding behandeld werd. Toen Temkin in Karlsbad sprak, luisterden weinigen; nu rijst uit de gerechtigheid, die Schwarzbard zocht, iets op als een stem, die recht vraagt voor het eeuwenlang vervolgde, gepijnigde en gemartelde volk. Ook al had het vonnis over Schwarzbard geluid, die stem heeft weerklank gevonden bij de edelsten in Frankrijk en zal niet spoedig tot zwijgen wordengebracht. WOLLEN WARM LICHT STERK D E K E N S OEN HAAG AMSTERDAM ROTTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl