Historisch Archief 1877-1940
DE QROÈNE AMSTERÖAMtyER VAN 5 NOVEMBER 1927
2631
Schilderkunst
door A. PLASSCHAERT
Kleykamp
S/ -De WiUifik'a schijnen een familie te zijn, die
ifh getrokken voelt tot openbare uitingen, of tot
, itÉngen, die in het openbaar kunnen vertoond
|«W»rden; ze willen buiten zichzelf treden,, en gezien
gelezen worden. Het is een nobele eerzucht,
deze eerzucht gesteund wordt door voldoende
.'innerlijke kracht, en door .voldoende kunde, die
^boetseert w»t de kracht van uit het geroerde
innerlijk 'naar boven stootte in het licht. Maar
A. C. Wülink heeft me tot die overtuiging niet
kunnen brengen, W. E. J. Willink nog minder.
In den eersten, A. C. Willink vond ik nog enkele
aanduidingen van kleur, en een zekere
afzonderHjkheid in den vorm; W. B. J. Willink heeft het
minder ver gebracht, zoo weinig ver, dat ik me
zelfs af-vroeg, wat de reden was, dat de Kunstzaal
Kleykaïnp" zich voor zulke tentoonstelling open
.Stelde. Want een stilleven (het kleinste genre der
* -schilderkunst) kan door velerlei voortreffelijkheid
j;, toch nog belangrijk genoeg worden, soms zelfs
f^f «eer belangrijk; de stillevens van W. E. J. Willink
alle beter door volgelingen van de Haagsche
t. -Êtèhool geschilderd; de Balische Leeuw" heeft
E* Daarenboven den volhardenden Willink niets van
;tzjta kracht óf woestheid kunnen aanblazen", zou
?de uitmuntende stylist, Willem van Konijnenburg,
op mijn plaats hier hebben gezegd. Meer lijkt me
\x niet noodig over deze tentoonstelling te zeggen.
De Italianen in het Stedelijk Museum
te Amsterdam
Het Stedelijk Museum te Amsterdam vervult
onder leiding of met de medewerking van den direc
teur Baard- een noodzakelijke functie in de schilder
kunst van ons land; van andere landen brengt het
,van tijd tot tijd een nieuwtje, een overzicht of een
verrassing; een noodige erkenning, of een aandui
ding voor de toekomst. Dat zijn allemaal dingen,
die noodig zijn, en die door anderen dan de betrok
kenen misschien meer en wezenlijker worden ge
waardeerd. Het zijn allemaal dingen, die baat
brengen, door onze kennis te vermeerderen en
anders moeilijk te benaderen rijkdom onder ons
bereik te brengen en het leek me noodig, dit
eens in het openbaar te zeggen, niet als een harte
lijke toast, maar als een noodzakelijke en effen
waarheid; het leek me een plicht, dien ik niet mocht
voorbijgaan....
Op het oogenblik vindt ge in dat Stedelijk Mu
seum "een tentoonstelling van de moderne?"
Italianen; in alle gevalle van een aantal Italianen,
die ge hier zoo maar niet iederen dag ziet. Do
Italiaansche schilders zijn vertegenwoordigd door
een vrij groot aantal der makers van schilderijen.
Ik weet niet, of. zulk getal *wel het juiste is! Ik
ineen toch nog steeds, dat er voor het publiek meer
nut uit eqti. tentoonstelling te halen zijn zou, als
van minder schilders er meer werk was; want het
gaat er bovenal om, dat het publiek zich een zoo
juist mogelijke voorstelling vormt van wat een
schilder kan; dat een schilder bij het
schilderkunstliëvënd publiek in de herinnering blijft als een be
paalde persoonlijkheid, met vastbepaalden omtrek,
dus met bepaald innerlijk en uiterlijk wezen. Dat
is inderdaad een voordeel en een voordeel, dat
het zwaarste moet wegen. Dat is werkelijk nut!
BEVORDERT DEN EETLUST
MAISON DE VRIES
WITTE VOS
IN HET SIAMEESOHE OERWOUD
De tegenwerping ware te maken, dat, als de keuze
der schilders en der werken repraesentatief is, we
nu een overzicht krijgen van wat in Italiëgebeurt;
dat we een geheel zien, terwijl wij anders maar
losloopende deelen zouden zien. Maar ik zou dan
dadelijk moeten vragen: is de keuze der schilders
en der werken repraesentatief genoeg, en. ... ik
zou dat niet durven zeggen; ik weet zeker, dat 7,0
van bepaalde schilders dat n'et is. Het publiek
krijgt dus geen verlossing uit een onkunde, maar
het krijgt een verkeerde kennis, en die is erger dan
alles ! Het voelt zich tevreden, en het moest on
tevreden zijn, want het is onwillekeurig, buiten zijn
wil op een dwaalspoor gebracht. Neem b.v. Carra.
Wie zijn elastische, opzweepende, futuristische
werken niet heeft gezien, toen zij in Holland bij
d'Audretsch b.v. waren, heeft geen overzicht over
dezen schilder, en zoo is er meer ! Nog een tegen
werping is mogelijk: de kosten ! Dat is inderdaad
een tegenwerping; tentoonstellingen van zoover
zijn duur, maar moeten ze anderszins, juist daar
om ! geen blij venden indruk nalaten? En is het
toch niet beter b.v. een keer of drie telkens b.v.
vijf schilders te laten zien, of een keer eens vijf
beeldhouwers, dan al de afleidingen van zulke lei
ders, of al de zij het wat Italiaansch geworden
sneedjes koek van den koek, dien ge overal in Europa
kunt eten. Want dat is te veel het geval nu in
Amsterdam, op deze tentoonstelling van gemiddel
de hoedanigheid er is te veel gemiddelds; wat
we dus van overal al ongeveer kennen, en wat ons
niets nieuws brengt. En mocht voor den Staat en
voor den wetgever het gemiddelde juist zijn, wat
hij hebben moet, en waarop hij zijn wetten moet
inrichten, in zaken van kunst zijn de toppunten
en de excessen de noodzakelijkheden, en de nood
zakelijke leering is hen duidelijk te maken.
Maar wat vinden we op deze tentoonstelling?
Ik zei u: wat wij overal vinden: ccloristen (realis
ten) en schilders van een idee; invloeden van veel
theorieën, en herinneringen aan vroegere kunst
werken; moedwilligen eenvoud en wat bloedelooze
nabootsing; dingen die doen denken aan Willink's
naakten, en figuren van Campigli, zóó voorgesteld,
dat ge met waardeering b.v, voor zijn Slapenden"
toch het gevoel voor zoo'n werk krijgt, dat hij de
menschen modelleert, wat ook Leger deed, zooals
machinedeelen op een machineteekening zijn ge
modelleerd ; de laatste volumen-voordrachten vindt
ge er uit Parijs, en de zwierige neergeschreven kleur
(b.v. bij Licini). Vinden we hier werken, die onzen
schildere zóó vreemd lijken, en tevens zóó voortref
felijk, dat wij een inwerking kunnen verwachten
op onze Hollandsche kunst? De Spaansche
Tubiaurre's werkten eens zeker op onze kunst in; deze
Italianen zullen dat niet doen. Er is hier een
algemeen-europeesche klank bovenal, en dien klank
kennen onze schilders zeer goed. Er zijn geen
enkelnationale vondsten, die een eeuwigheid der men
schen of der schilderkunst, waarin ze vergeten leek,
weer naar voren brengen; ik meen dan niet te stout
moedig te zijn, wanneer ik zeg, dat deze gemiddelde
tentoonstelling bovenal door de belangstellende
schilders met meer dan gemiddelde belangstelling
zal worden bezien.
En, opnieuw, is dat genoeg?
Mevrouw J. van Lynden?de Clercq
Mevrouw van Lijnden bewaarheidt opnieuw,
wat me zoo dikwijls trof bij portrettisten en meer
nog bij makers en maaksters van mondaine"
portretten: de uitzonderingen zijn bij deze de
dingen, die aandoen. En deze uitzonderingen op
het overigens niet te loven werk zijn de drie
portretten in n lijst, de familie van Lijnden (0),
een gevoelige omtrek etc. van een kinderkopje (28)
en, als schilderwerk, een stilleven inet een vaasje (3),
waar do stilte delicaat werd. Het overige is in 't
algemeen zonder eenige ziels verkenning; niets dan
ijle contouren van wezens.
SPREEKZAAL
\T ELION zullen met belangstelling het artikel
do rentevergoeding der Hijkspostspaarbank van
den heer (,'. A. Klaasse gevolgd hebben.
De gunstige uitkomst doet als van zelf de vraag
rijzen of de Spaarbank mag doorgaan, een zoo lage
rentevergoeding te geven, l )ie was van de oprichting
af 2.04 %. In 1926 bedong zij 4.51 % en bedroegen
de kosten .(i4 %, zoodat zij zuiver 3.87 maakte.
Waarom nu niet 3.0 of 3.84 vergoed? Het is nooit
de bedoeling geweest winst te maken. Zoolang de
balans een tekort aanwees, was het nalaten van
ronteverhooging begrijpelijk. Op 31 December 1920
bedroegen de reserves echter / 27 millioen en in het
loopende jaar is daar stellig uit de rentewinst
een 4 millioen bijgekomen, samen 31 millioen of
bijna 10 % van de schuld aan de inleggers. Zulk
een reservepercentage wordt algemeen als goed
beschouwd. Waarom zou men nu aan de 2 millioen
inleggers (1.5 per gezin!) die ongetwijfeld tot de
beste burgers behooren, een redelijke rente ont
houden ? Men zou door renteverhooging het sparen
zeker bevorderen, het voorname doel der Spaar
bank. De verhooging zou bijdragen tot de zoo drin
gend noodige kapitaalvorming en daar kapitaal
vraag naar arbeidskracht beteekent, tot verminde
ring der ellendige werkloosheid.
10r is nog een punt waaraan veel te weinig aan
dacht wordt geschonken. Als de Spaarbank haar
rentevergoeding kunstmatig laag houdt, verge
makkelijkt zij het bedrijf van die vierdeklas geld
mannen, die op allerlei -vijze azen op de dubbeltjes
der kleine lieden.
M. C. M. DE GROOT
f. S. MEUWSBN, Hofl. A'dam-R'dam-Den
DB BESTE HOEDEN IN HOLLANP