De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 5 november pagina 17

5 november 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 NOVEMBER 1927 17 Itali door PAUL SABEL *"**ï« « * ff H te* Eeoige opmerkingen naar aanleiding va» een kort bezoek ET is stellig geen origineele opmerking, dat een bezoek aan' het Apennijnsehe schiereiland den. invloed van een veririsschend bad op den bui tenlander uitoefent. Hetzij men belangstelling koestert vopr Oudheid en klassicisme, voor middel-eeuweh en romantiek, voor kunst en letterkunde of voor politiek en maatschappelijk leven, elkeen kan er zijn hart ophalen. Hij, die gewoon is een werkzaam aandeel te nemen aan het leven van den modernen tijd, kan in het huidige Italiëgenoeg vinden om zijn belangstelling op te wekken en gaande te houden, al bepaalt hij zich slechts tot hetgeen het aU«daagsche leven hem te zien geeft. Die kan alom een; koortsachtige bedrijvigheid en een gisten waar nemen, die hem spoedig de overtuiging zullen schen ken, dat men zich in een staat bevindt, die bezig is zich 'op een nieuwen tijd voor te bareiden. Die zal ook spoedig opmerken, dat niet veel gedaan wordt om den arbeid aan banden te leggen, zoodat overal langdurig en ingespannen wordt gewerkt, voorzoover de arbeidsgelegenheid zulks ten minste toelaat, want hieraan moet worden toegevoegd, dat het \aaiital jwerkeloozen stijgende is. Begin September van dit jaar waren er in Italië281.821 geheel en 134.251 gedeeltelijk werkeloozen tegen resp. 83.090 en 26.634 een jaar tevoren. Dit wijst natuurlijk op een minder bevredigenden gang van zaken in het economische leven en inderdaad luiden de berichten, die daaromtrent ter oore komen, niet bij zonder opgewekt. De oorzaak is begrijpelijkerwijze te zoeken in het herstel, dat het laatste jaar voor de internationale waarde der Lire is ingetreden. In Juli van het vorige jaar noteerden Lire's hier ter plaatse nog slechts 7.87J, terwijl de waarde thans bijna verdubbeld is tot 13.55 na reeds 13.65 te zijn geweest. Dit gunstige resultaat is klaarblijlkelijk een gevolg van de strenge en doelbewuste econo mische en monetaire politiek, welke door het huidi ge Italiaansche régime gevolgd wordt. Deze is er blijkbaar op gericht alles te doen om een gunstige handelsbalans voor het land te voorschijn te roepen, zelfs met opoffering van de bedrijvigheid van het handelsleven. Deze schijnbare tegenspraak laat zich ophelderen door eenige op de handelsbeweging van Italiëbetrekking hebbende cijfers. In Januari van dit jaar vertegenwoordigde de invoer nog een waar de van 2046 millioen Lire of circa 99 millioen Lire meer dan in Januari 1926. Daarentegen bedroeg de uitvoer toen 1177 millioen Lire of ruim 35 milli oen Lire meer dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Het overschot van den invoer boven den uit voer was toen dus groot bijna 870 millioen Lire of bijna 65 millioen Lire meer dan in Januari 1926. Stellen wij hier nu tegenover de cijfers van de maand September van dit jaar. Toen werd ter gaarde van slechts 1139 millioen Lire ingevoerd of "Voor 624 millioen Lire minder dan in September 1926, terwijl de uitvoer toen 1168 millioen Lire beliep of 539 millioen Lire minder dan in die maand. Aldus werd een batig slot van den uitvoer boven den invoer van bijna 29 millioen Lire verkregen tegen een nadeelig saldo van ruim 56 millioen Lire in September 1926, doch de totale bujtenlandsche handel verminderde van 3471 millioen tot 2308 millioen Lire. De verbetering in den Lire-koers, die van een en ander het gevolg is geweest, heeft ten gevolge ge had, dat de loonen met 10 % verlaagd zijn. Natuur lijk heeft dit veel ontevredenheid ten gevolge, daar men van meening is, dat de kosten van levensonder houd niet minder zijn geworden, maar de index cijfers leeren toch wel anders. Zoo daalde dit te Rome 'Van November 1926 tot September 1927 van 164 tot 142, te Firenze (waarom bezigt men hier te lande toch altijd den Franschen naam; wij zeg gen toch pok niet Mailand of Leghorn) van Februari tot September van dit jaar van 164 tot 135; te Milaan van October 1926 tot Augustus 1927 van 153 tot 127. Indien deze cijfers den toestandjuist weergeven, hetgeen van indexcijfers nu juist^niet ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK PANDBRIEVEN BEURSKOERS t D.RECT.E M? S.J.vAhZusT-M?J.F.VERSTEEVEN altijd ka.ii gezegd worden, dan is toch wel inderdaad een belangrijke verlaging in de" kosten van levens onderhoud ingetreden en bestaat geen reden tot de ernstige klachten omtrent de doorgezette loonsver laging, die het land bijzonder tot mededinging op de internationale markten in staat moet blijven stellen. Deze loonsverlaging schijnt, bezien van het standpunt der ondernemers, ook wel noodig te zijn, want van die zijde hoort men juist klachten omtrent de ongunstige financieele resultaten van den laatsten tijd. Intusschen zijn die teleurstellende resul taten weder niet in overeenstemming met het koers verloop der aandeelen op de toonaangevende beur zen (Milaan, Turijn, Genua, Rome en Triest), waar de koersen begin October j.l. juist algemeen een niet onbelangrijke verbetering ten opzichte van de noteeringen van een maand tevoren te zien gaven. Misschien zal het sommigen interesseeren, welke de meest courant verhandelde aandeelen zijn en daar toe volge, hier een opgaaf daarvan: Banca d'Italia, Banca Commerciale, Credito Italiano, Ferrovie Mediterranee, Perrovie Meridionali, Navigazione Generale Italiana, Cosulich, Cotonificio Turati, Cotonificio Val d'Olona, Cotonificio Valle Seriana, Manifattura Rossari e Varzi, S. N. I. A. Viscosa, Oascani Seta, Lanificio di Gavardo, Terni (elettr. e industr.) Montecatin% Uva, Metallurgica Italiara, Elba, Breda, Fiat, Edison (elettr. ordin.), Italiana Industria Zucehero indigeno, Ligure-Lombardia Raffinaria Zuccheri, Eridania en Romana-Beni Stabili. Het meest gaat van deze om in aand. Fiat, 8. N. I. A. Viscosa, Banca d'Italia, Terni en Banca Commerciale. De handel geschiedt nagenoeg geheel op termijn. Ook de koersen der Italiaansche staatsleeningen hebben weder kunnen verbeteren, na eerst belang rijk te zijn gedaald. 5 % Consols noteerden in Juli 1926 nog 90.79, maar een jaar'later waren zij teruggeloopen tot 74.76 om op 15 October j.l. weder te zijn hersteld tot 82.35; 3 % Consols verliepen in dezelfde periode: 42.22 37.65 39.65. De binnen landsche staatsschuld is van 30 Juni 1923 tot 30 September 1927 gedaald van 95.544 millioen tot 86.120 millioen Lire; hiervan was op 30 Sept. j.l. 61.680 millioen Lire geconsolideerd. Van de op l December 1925 aangegane Morgan-leening, oor spronkelijk vertegenwoordigende 518 millioen Goud Lire, was op 30 Sept. j.l. 16 millioen Goud-Lire afgelost. In de positie der ataatsfinanciën is dus wel een belangrijke verbetering ingetreden. Wat ten slotte het handelsverkeer tusschen ons land en Italiëbetreft, zoo moet helaas geconsta teerd worden, dat dit momenteel zeer beperkt is. Over het algemeen wordt trouwens op ons land in Italiëweinig acht geslagen. Twee dingen doen ons daar echter voortdurend het vaderland herinneien n.l. Philips' Gloeilampen en Shell-benzine. Philips voert een buitengewoon intense reclame-campagne in Italiëen men heeft mij verteld, dat hij Rome reeds geheel als afzetgebied veroverd heeft. De bekende benzine-pompen van de Shell vindt men tot in de kleinste plaatsen. Te Rome heb ik nog iets bespeurd van een Unione Olanda-Italiana, die zich met den verkoop van chocolade schijnt te be lasten. Maar overigens bemerkt men niet veel van den Hollandschen handel, al loopen de booten van verschillende onzer reederijen natuurlijk ook Itali aansche havens aan (Genua, Napels, Brindisi, Palermo, Messina en Syracuse). In het Italiaansche scheepvaartverkeer neemt ons land eerst de zesde plaats in na Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitschland en België. Dit* valt feitelijk wel wat tegen, vooral wanneer men rekening houdt met het feit, dat Italiëop den weg van ons land naaj zijn koloniën ligt en dat de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-maatschappij een levendige vaart op de Middellandsche Zee onderhoudt. In het algemeen zou het handelsverkeer tusschen Nederland en Italiëvermoedelijk aanzienlijk kunnen toenemen, doch daartoe dient Italiëinten sief bewerkt te worden, zooals Duitschland thans schijnt te doen, want het aantal Duitsche handels reizigers, dat men er ontmoet, is groot. Schertsenderwijze is mij door een van dezen toegevoegd, dat Holland dat niet noodig heeft, omdat Holland rijk genoeg is en zich niet druk behoeft te maken. Men kan zich dit voor gezegd houden, want inderdaad schijnt het soms wel, of men er zoo over denkt. Men houde zich dan het voorbeeld van de Philips' Fabrieken voor oogen, die er dank zij intensieven arbeid in geslaagd zijn zich daar een zeer ruim afzetgebied te veroveren. Men bedenke, dat Itali een land van meer dan 40 millioen inwoners is met een groot aantal schoone steden (Napels en Milaan ieder circa l millloen inwoners, Rome een stad als Amsterdam enz.) die er een eer in stellen zich geheel te modemiseeren. Beurs-spiegel Donderdag 3 November T"\ B locale fondsenmarkt vertoonde in de afgeloopen week een eenigszins onregelmatig verloop, hoewel toch de algemeene tendens na de jongste reactie eerder opwaarts gericht was. Daar toe werkte in hoofdzaak mede het feit, dat de geldmarkt, ondanks den October-ultimo, teekenen van lichte verruiming wist te geven. Wel was de prolongatie-noteering nog meestentijds 5 pCt. doch de betere stemming liet toch niet na invloed uit te oefenen op het koerspeil. Ook binnenlandsche obligatiën wisten van deze gunstiger tendens te profiteeren en weder een deel van het juist onder gane koersverlies in te halen. Van de aandeelen konden Philips weder de aan dacht op zich vestigen en een flinke koersstijging behalen. De juist vernomen officieele mededeelingen omtrent de sterke uitbreiding van het bedrijf in de laatste maanden de 10.000ste arbeider werd voor kort aangenomen heeft natuurlijk de fantasie van beroepshandel en publiek gaande gemaakt. Dat de radioafdeeling van deze instelling zich in beperkten tijd een zeer belangrijke plaats heeft kunnen veroveren is ten duidelijkste gede monstreerd aan het feit dat niet minder dan circa 40 pCt. van het totaal aantal werklieden hun em plooi in voormelde bedrijfsafdeeling vinden. Ook in de radiozenderij heeft Philips zich luidens de jongste berichten omtrent samenwerking van enkele Indische cultuurmaatschappijen en de N. V Philips Radio een kleine yennootschap, waarin de radiofabricage is ondergebracht en waarvan het aandeelenkapitaal in handen van Philips Gloeilampenfabriek is een plaats van beteekenis verworven. Nieuwe buitenlandsche emissies van grooten omvang bleven achterwege, hetgeen n met het oog op de l November-termijn, n met het oog op de minder gunstige ontvangst van enkele der jongste Duitsche emissies begrijpelijk voorkomt. Het mislukken van enkele uitgiften heeft pessi misten doen gewagen van verzadigdheid" der obligatiemarkt; men vergete niet dat reeds veel eerder kort achter elkander enkele leeningen zonder succes bleven; de voor enkele weken aangeboden leeningen, welken dit lot beschoren was, boden den belegger een opbrengst die minder voordeelig was dan van soortgelijke ter beurze verhandelde fond sen, terwijl de stortingstermijn?omstreekts l No vember weinig gunstig gekozen was; reden te over om een mislukking te verklaren. Niettemin moet worden toegegeven dat aan het absorptie vermogen van de markt eens een eind moet komen; doch wanneer dat tijdstip 7.al aanbreken is voorals nog niet te voorspellen. * * * De Berlijnsche beurs heeft opnieuw gevoelige koersverliezen moeten verdragen; nagenoeg zonder onderbreking is het koersverloop van de meeste Duitsche aandeelen sedert Mei j.l. een aaneen schakeling van teleurstellingen geweest. Bijna unaniem worden als oorzaak van die beweging genoemd: de voortdurende geldmarktmoeilijkheden. In de afgeloopen week voegde zich daaraan riog een nieuwe factor toe, n.l. de' besprekingen van het ministerie van financiën met Parker Oilbert, den agent voor de herstelbetalingen. Deze functionnaris. heeft in een niet gepubliceerd memorandum de Duitsche regeering een ,,gentle hint" gegeven met betrekking tot de financieele politiek, en haar te kennen gegeven dat de schuldeischers het niet in hun belang achten dat het Duitsche budget door allerlei wetten wordt bezwaard. Wetende dat Duitschland voorloopig nog is aangewezen op buitenlandsche credieten, vreesde men de gevolgen van een eventueele oneenigheid met de naties der aspirant-geldgevers; men sprak over een nieuwe discontoverhoogiiig, die o.m. een uitvloeisel zou zijn van Schachts opvatting dat de circulatie thans een omvang heeft bereikt, die voor normale tijden als maximum-grens moet worden beschouwd. Nauw verbonden met deze opvatting is ook Schachts afkeer van buitenlandsche leeningen, die deviezen ter beschikking van Duitsche geldnemers stellen, welke deze niet geheel op de open markt kunnen plaatsen, en deswegens bij de Rijksbank aankloppen, die door aankoop van die valuta's de circulatie weer doet toenemen. Tot welke resultaten zulk een kunstmatig opgevoerde geldruimte kan voeren heeft men in den aanvang van dit jaar in Duitschland kunnen waarnemen, toen geld zeer goedkoop en de fondsenspeculatie hoog opge schroefd was, en het bedrijfsleven een ongezonde stimulans ondervond. O. K.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl