Historisch Archief 1877-1940
DB OROENE AMSTERDAMMER VAN 5 NOVEMBER 1927
fry
Tanger-Dan^er"
door Dr. JAN ROMEIN
1 T\ E kwestie van Tanger, of Tandzjer, zooals
men tegenwoordig vaak schrijft en zegt, is
niet. nieuw. Reeds in de gevaarlijke dagen van 1905
duidden de Franschen kernachtig haar karakter
aan met de zegswijze, die hier als titel boven staat.
De Fransche pers heeft daar dezer dagen, nu zij op
Hieuw in een acuut stadium schijnt te zullen tre
den, aan herinnerd. Niet nieuw, maar heel wat
intemationaal-politieke kwesties, waaronder ook
deze, komen althans in dit ne opzicht met die
andere kwestie overeen, die Heine de woorden in
gaf van een oude geschiedenis", die steeds nieuw
bleef".
Tandzjer zelf is zoo'n gewichtige stad niet, maar
zijn ligging aan den zuidkant van den westelijken
toegang tot de Middellandsche Zee is het des te
meer, en daarin ligt dan ook zijn beteekenis als
kwestie", d.w.z. als binnen de bestaande internati
onale verhoudingen alleen voorlpopig oplosbaar
probleem. Waarbij dan bovendien nog blijkt, dat
elke nieuwe voorloopige oplossing met grooter moei
te tot stand komt dan de vorige en scherpere
conflict-mogelijkheden schept.
Van de bij Tandzjer belanghebbende mogend
heden moeten wij allereerst Spanje noemen, dat
de oudste historische rechten heeft, die al dateeren
uit den tijd, dat het de Mooren uit zijn gebied ver
dreef. Hierbij hebben zich in de 20ste eeuw econo
mische belangen gevoegd, wier voorvechter vooral
Yanguas is, dezelfde, die door Primo de Rivera
tot voorzitter van zijn nieuwbakken nationale
vergadering" is benoemd. Vervolgens Engeland,
welks belangen bij Tandzjer minder oud en minder
direct, maar niettemin van vitaal belang zijn:
Tandzjer in het bezit van een groote mogendheid
zou voor Engeland het afbinden kunnen beteekenen
van zijn grootsten verkeersslagader naar de Aziati
sche deelen van het Britsche Wereldrijk. Van niet
minder belang is echter de Tandzjer-kwestie ook
voor Frankrijk. De hegemonie in het westelijk
bekken van de Middellandsche Zee die in gevaar
zou kunnen komen, als Tandzjer 't zij Spaansch,
't zij Engelsen werd, is voor Frankrijk van vitale
beteekenis met het oog op zijn koloniale Rijk in
Noord-Afrika. En ook voor Frankrijk komen, gelijk
overbekend, gewichtige economische belangen de
in eersten aanleg militair-noodzakelijke hegemonie
in deze gebieden compliceeren.
De botsing tusschen de belangen dezer drie
mogendheden heeft tot het z.g. internationale
statuut" voor Tandzjer geleid, jongstelijk in 1923
nog door een nadere overeenkomst tusschen Frank
rijk en Spanje ten gunste van het eerstgenoemde
land gewijzigd. En juist in deze wijziging en, naar
men dacht, definitieve oplossing, blijkt nu de kiem
van een nieuw conflict te zijn verscholen geweest.
Dat bleek reeds toen Primo de Rivera nu ongeveer
een jaar geleden vrij plotseling met een voorstel
tot nieuwe onderhandelingen kwam. Spanje, heette
het, kon op den duur met de regeling van 1923
geen genoegen nemen. Het was reeds destijds niet
onwaarschijnlijk, maar het is heden voor zeker aan
te nemen, dat Spanje tot dezen stap is overgegaan,
omdat het zich daarbij gesteund wist. E enerzijds
door Mussolini, die daarmee een dubbel doel be
oogde: versterking van een regiem, verwant aan
het zijne n om op die wijze ook een stem in het
kapittel te verkrijgen voor het nieuwe Italië. Het
is,van ouds bekend, dat een autocratisch regiem
van tijd tot tijd buitenlandsche successen noodig
heeft, om de aandacht van binnenlandsche narig
heid af te keeren. En buitenlandsche successen
vereischen activiteit in de buitenlandsche politiek.
Anderzijds is het nu zeker, dat Spanje althans tot
op zekere hoogte door Engeland wordt gesteund.
Vlak na de jongste vergadering van den Volken
bond immers heeft Chamberlain, zijn gewoonte ge
trouw, een kruistocht in de Middellandsche Zee
ondernomen en daarbij ook een onderhoud met
Primo gehad. Het schijnt een behoefte voor hem
om bij wijze van reactie op de sfeer van Genève,
die de zijne niet is, daarna weer eens politiek te
? voeren, op zijn manier, ja, wie boosaardig wil zijn,
zou zelfs kunnen zeggen, dat hij zijn reizen naar
Genève aangrijpt om op ongezochte wijze daarna
weer af te breken, wat in Genève tot stand dreigde
te komen. Als vroeger de staatshoofden elkaar
officieel bezochten wist iedereen, dat er iets aan de
hand en in de maak was; een onderhoud in Genève
of daarna van ministers is veel minder opvallend
en daarom veel gevaarlijker, zou men kunnen
Het Italiaansche eskader voor Tanger
Teekening voor de Groene Amsterdammer", door Joh. Braakensiek
HET GESTOORDE TÊTE-a-TÊTE
meenen. Hoe dit zij, onmiddellijk na het onderhoud
van Chamberlain en Primo verklaarde de laatste
aan een vertegenwoordiger van de Sunday-Times"
dat Spanje niets dan narigheid van het Rif had be
leefd, dat het bereid was zijn invloedssfeer daar
aan Frankrijk over te doen, in ruil voor een voor
Spanje bevredigende rege'ing van de
Tandzjerkwestie. En dat, kort voordat de
Fransch-Spaansche Tandzjer-onderhandelingen te Parijs weer
zouden worden opgenomen.
Zoo stonden de zaken, toen de bladen Vrijdag
avond den 29sten October het bericht brachten, dat
er voor Taudzjer een Italiaansch eskader was ver
schenen onder commando van niemand minder
dan den prins van TJdine, zoon van den hertog van
Genua en neef des konings. En dat niet alleen: dit
eskader zou daar bovendien het feest vieren van het
eerste lustrum van het fascistisch Italië, de vijf
jarige herdenking van de Marcia su Roma". En
het heeft er dat feest gevierd, en men heeft opge
merkt, dat niemand van de leden der internationale
administratie, de eigenlijke gezaghebbers in Tandz
jer dus, daarbij zijn uitgenoodigd.
De beteekenis dezer jongste demonstratie is aan
weinig twijfel onderhevig. Zoowel de
Tandzjercorrespondent van The Times", als de Daily
Telegraph" wijzen er op, dat blijkbaar Italiëhier
mee wil zeggen, dat het bij de Fransch-Spaansche
onderhandelingen in het vervolg tegenwoordig wil
zijn, en de Italiaansche pers haast zich niet deze
meening te weerspreken. Integendeel. Het
Giornale d'Italia" heeft goed gevonden dezer dagen den
brief van Crispi te reproduceeren, waarin deze des
tijds in de jaren '80 der vorige eeuw aan
Salisbury (toen Britsch minister van
Buitenlandsche Zaken) liet weten, welke dwingende reden er
voor Italiëbestonden om Tripolitaniëte bezet
ten. De wenk is duidelijk, de noodzaak van
Italiaansche expansie, wil het zeggen, bestaat nog
altijd. Ook al is de onmiddellijke aanleiding tot
de reproductie dan het eeuwfeest van Crispi's ge
boorte geweest. Van Fransche zijde o.a. de
Intransigeant" wijst daarop,?bespeurt men in
deze dingen stellig wel niet ten onrechte ' de
hand van Engeland.
Zoo is de toestand gevaarlijk genoeg.
In 1905 men herinnert het zich stapte
Wilhelm II in Tandzjer aan wal om te betoogen,
dat Duitschland in de Marokkaansche kwestie dien
de te worden gekend. Duitschland kon die inmen
ging destijds wagen, omdat de internationale positie
van Frankrijk was verzwakt door de nederlagen
van zijn Russischen bondgenoot tegen Japan. De
wereldoorlog werd toen op het kantje vermeden.
In 1911 verscheen de Duitsche kanonneerboot, de
Panther" op de reede van Agadir om dienzelfden
wil te demonstreeren. De wereldoorlog werd toen op
het kantje vermeden. De situatie van nu vertoont
even bedenkelijk verschil als bedenkelijke overeen
komst met die van 1905 en 1911. Waren toen
Engeland en Frankrijk het eens, nu staan zij tegen
over elkaar en in plaats van den panter" van 1911
is het leeuwtje" gekomen, dat naar verluidt in
den huize Mussolini vrij mag rondloopen.
BEPERKT HET ONDERHOUD
VAN UWE MEUBELEN
DINNERPROOF
GEEN VLEKKEN MEER
DOOR BIJTEND VOCHT
EN HEETE SCHOTELS