De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 5 november pagina 6

5 november 1927 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER VAN 5 NOVEMBER! 1927 No. 2631 rt, B1JKOMST1GHEDEN ANNIE SALOMONS CCXCIII .-OM8 lijkt bet leven niets dan een eindelooze cirkelgang. Want toen zelf jong waren, gloeiden we voor w»t nieuw" Was; iedere morichting begrepen we en vonden mooi; we vereenzelvigden ons dellijk met den strijd, dien ze voeren had: het nieuwe in de ur, in de schilderkunst, in de :J\Oï>Voeding, in de sociale verhoudingen, dat waren wij"; dat wilden en propageerden wij"; en de oudere mensehen, die zich tegen al die h is$fcamer-revoluties verzetten, onze eigen ouders in de eerste plaats, die al die :,,rare, moderne begrippen" uit den ;booze vonden, hadden natuurlijk onjjetijk; waren zwart reactionair, liepen ideeën, die heelemaal uit den tijd ?Aren", en maakten ons tot onbegrepenen. i': Hoe snel en ongemerkt schuift men het eerste gelid tot in de achtere; hoe kort is de spanne tijds, die van gevaarlijke nieuwlichters tot denden en misschien zelfs tot .penen terugdringt. We hadden bet ons in de moeilijke fjlïten van onze eigen jeugd, in de aachten van opstandig verzet, in de dagen van wrokkende bitterheid over miskenning, zoo vast voorgenomen, ffUb we uit het verkeerd begrijpen, uit "Aen onwil om zich in ons gedachte. teven te verdiepen van de vorige generatie, uit hun hooghartig onder schatten van onzen geestelijken nood, '?tenminste déze les zouden putten, dat, als we eenmaal zelf vorige generatie", " iris we eenmaal zelf tot volgroeiing en t vastheid gekomen zouden zijn, wij vol eerbied en begrip, vol liefde en aan moediging zouden staan tegenover de jonge menschen, die dan het leven tegemoet droomden en tegemóetstonnden, even heftig en even wondbaar als ns wij.... Maar nu, terugziende naar de stren ge volwassenen, die ónze jeugd leidden; en vooruitziende naar het ontluikende geslacht, dat binnen korten tijd de verantwoordelijkheid voor het geesteIjjk leven van ons zal overnemen, voelen we tot onze eigen verbazing onze sympathie tot het verre verleden neigen, en de opkomende beeldstormers lijken ons een vreemde, wilde horde, die niets met ons eigen jong Idealisme gemeen heeft. Wonderlijk, dat er van al dien vroegeren wrok, van al de bitterheid om wanbegrip en machtsmisbruik, die onze kinderharten tot berstens toe ~ vulden, niets is overgebleven dan een vage heriimering. We waren misschien inderdaad wel wat geëxalteerd en fanatiek geweest; de ouderen hadden wel gelijk gehad met hun koude douches en hun ironische kleineeringen. Zulke vroege ondervindingen werken verfrisschend, en stalen^ons ONTWERP WDENAAT ZEBR BEHAGELIJKE EASV CHAIR MET VERSTELAABEN RUG EN VERPLWT5ÖAOE SCHUFOP «A. «OMLEGEER VOOR THEEKOP K IN EIKENHOUT.W. OONDE QOOK.TAFEL MET CNOeQBL EN ZWABT ? KWNBLAD.IN voor het later leven!. En het zou misschien heel goed zijn, als die jeugd van tegenwoordig met haar laatdun kend zelfvertrouwen en haar eigen wijsheid op dezelfde wijze werd getracteerd als wij, toen we, met den feilen wil tot verzet van de tachtigers in ons bloed, streden om vrijheid en persoonlijkheid, en alles veroordeelden wat tot nu toe had gegolden ! Maar ons verzet had tenminste redelijken zin! Toen de mannen van '80 op kwamen voor de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie"; toen Toorop en Breitner ons nieuwe oogen gaven om de wereld om ons heen en in ons mee te bezien; toen de tentoonstelling van vrouwen arbeid en Hilda van Suylenburch" onze aandacht vestigden op de plaats, die de vrouw in onze samenleving toekomt, toen waren er werkelijk aan alle kanten tekorten, die aange vuld, benepenheden, die verwijd en gelucht" moesten worden. Maar nu er zooveel is bereikt, zooveel vrijheid en zooveel recht nu lijkt het verder streven van het jongere geslacht meer op bandeloosheid, die op alle manieren beteugeld dient te worden... ? Wie zich zelf eenmaal op dezen gedachten-gang heeft betrapt, (en welk eerlijk mensch, die de middaghoogte" voorbij is, zal daar niet wel eens de gelegenheid voor krijgen?) hoeft zich over zijn. wijsgeerige redelijkheid geen illusies meer te maken. Wij weten in theorie allemaal heel goed, dat ouder-worden behoudend-worden beteekent, en dat iedere jonge gene ratie opnieuw tracht de wereld een duw te geven in die richting, die we vrijheid" en ,,recht der persoonlijk heid" noemen als we zelf jong zijn, en die we als bandeloosheid" en gebrek aan plichtsgevoel" veraf schuwen, als onze eigen vecht-tijd voorbij is en we naar stabiliteit en consolidatie streven. Maar al kunnen we over deze gestage opvolging der geslachten met koele objectiviteit bespiegelen,?in ons binnenste hart voelt het net anders om; daar hadden wij in onze jeugd gelijk, omdat de generatie vóór ons werkelijk zoo behoudend en zoo huisbakken was; daar was onze strijd goed, ook omdat hij in toom gehouden werd; maar de kinderen, die na ons komen; die niet achten, wat wij hebben tot stand gebracht; die geen idee hebben van maat houden; die in alle opzichten te ver gaan.... En dan kunnen we ons wel weer hernemen en zeggen, dat wij in de oogen van onze ouders te ver" gingen, en deze weer in de oogen van de hunne; dat de tijd een steen is, die verder blijft rollen maar het voelt toch anders. Onrede lijkheid schijnt een aangeboren eigen schap te zijn; misschien is ze ons behoud. Maar wat kunnen we, in een dergelijke geestesgesteldheid, voor het opkomende geslacht doen? Voor die kinderea, die zich ook weer opstandig en onbegrepen voelen; die zich ergeren aan onze bekrompenheid, evengoed als wij hun nieuwe vrijheid veroordeelen? Wanbegrip; niet te ontkomen wanbegrip; in het gunstigste geval werken wij, ouderen, ons op tot deernis en bezorgdheid, en zien daarmee toe, hoe de jonge schepseltjes zich pro blemen scheppen, die te zwaar zijn om te dragen; hoe ze langs afgronden balanceeren, waarin menigeen haar ondergang moet vinden. .. . Zachte deernis, maar geen sympathiek mee voelen, geen begrijpen uit nzelfden levensdrang. Ik kijk uit mijn raam naar al de Conduite Intérieure TYPE 509 fl 2600* De wagen voor ieder Jaargetijde. Verbruikt slechts l L. benzine op 12 K.M. en haalt ruim 80 K.M. snelheid; 7/12 P.K., i cyl. kopkleppenmotor; 4 wielremmen; 4 schokbrekers; ducolak; reservewiel met band. - AMSTERDAM J. LEONARD LANG Stadhouderskade 114 Telefoon 27100 UUR 's MORGENS Drommels ! Hel licht heeft weer den geheelen nacht gebrand. Ik moet maar niet meer trachten 's avonds in bed te lezen, nu k een Vi-Sgring Matras" heb. De ,,Vi-Spring" maakt het lezen in bed onmogelijk. Eenmaal in bed, valt men weldra in een diepen, verkwikkenden slaap, een slaap zonder onderbreking. Want de ,,Vi-Spring" is een werkelijke schoot der weelde. Meer dan 1000 zachte en heerlijk soepele springveertjes bezorgen den slaper een nacht van volmaakte rust; zacht en meegaande bewerken zij die heerlijke lichamelijke ontspanning, welke U nachten van gezonden, verfrisschenden. slaap verzekeren. Men kan gerust zeggen, dat de ,,Vi-Spring" de beste matras is voor werkelijke rust. De Vi-Spring" is een Bovenmatras, te gebruiken op een Vito" Springbak, Ket ting- of Geweven staaldraadmatras of op elke gebruikelijke ondermatras. Haar con structie is gepatenteerd en eventueele koopers gelieven zich er van te overtuigen, dat de matras ons etiket draagt, met den gedeponeerden naam Vi-Spring" en het Handelsmerk. Vraagt een eerste klas Bedden- of Meubelzaak U een Vi-Spring" matras te toonen. Een geïllustreerde catalogus wordt U op aan vrage gaarne toegezonden. fleniraal-Aplt TOOI Holland: B. M. L. A. WILLEMSE, ALB. THIIMSTRAAT 32. AMSTERDAM, Teler. Ho. 29432. Eenigc Fabrikanten: THE MARSHALL PATENT MATTRESS Co. Ltd. 15, Vi-Spring Works, Victoria Road, Willesden Junction, London N.W. 10. Vi-Spring Matrassen zijn te bezichtigen en tevens verkrijgbaar bij de firma KOLDEWEY 6 CORBIÈRE x Leidschestraat 30 Amsterdam» VICTORI A-WATER Heeft gunstigen invloed OBERIAHHSTEIH op de spijs vertering rappe beenen in lichte kousjes, die voorbij stappen; moedige beentjes, die naar het werk dragen; tengere beentjes, voor wie het leven zwaar lijkt; alle, alle in lichte kousen. Maar de herfststraten zijn modderig en de spatten vlekken tot boven de kuit. Ik begrijp het jonge geslacht niet meer, noch hun problemen, die aan tasten wat ons onaantastbaar scheen. Maar ik kijk naar de rappe beentjes in lichte kousen, in lichte kousen vol kleine modderspatten, met deernis en bezorgdheid.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl