Historisch Archief 1877-1940
rocne
eekblad
voor Nederland
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNKAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF
TRIANON
is tócfe gezelliger en
gedistingeerder
Sccretsrii der Redactie: C F. VAN DAM
Uttg.1 N.V. DB GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM. C
Soliditeit ongeëvenaard
OPGERICHT IN 1877
No. 2632
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1927
K.
Oude en nieuwe
coalitie-plannen
7 USTEB Anüa, ziet gij nog niets komen?
Neen; ik zie aan den horizont alleen de
stofwolken, die bij de Algemeene Beschouwingen"
over de Staatebegrooting voor 1928 zijn opgejaagd,
?toen, het herstel der coalitie en andere mogelijk
heden om een parlementair kabinet te vormen, ter
spiake weiden gebracht; misschien dienen zij als
een rookscherm om geheime onderhandelingen te
verbergen, die hierover gevoerd worden; maar er
moet nog iets haperen, want er nadert geen bode,
die aan het ministerie-de Geer het consilium
abeundi komt overbrengen.
Zoodat minister Slotemaker de Bruine nog aan
het Overwegen, en minister Kan nog aan het reizen
kan blijven; de dagen van het ministerie zijn nog
niet geteld; het intermezzo zal wel voortduren tot
de Kamerverkiezingen van 1929; het heeft zelf s nog
een kans om dien termijn te overleven.
Van de twee manieren, waarop een parlementair
kabinet tot stand zou kunnen komen, heeft de eene
aim waarschijnlijkheid ingeboet en blijft de andere
op de bekende hindernissen stuiten.
Voor het, op een bepaald programma, samengaan
t:'.' van Roomsen-Katholieken, sociaal- en
vrijzinnig-;V democraten is het vooruitzicht slechter geworden.
i r Dit Valt niet zoozeer af te leiden uit wat de heer
t ' Nolens daarover zeide, als wel uit de woorden van
f- '' den heer Albarda. De sociaal-democraten hebben
!.,?,? tóch geruimen tijd de meeste moeite gegeven om
j ?. een samengaan van de drie genoemde partijen te
! ijF-J bepleiten; aan avances van hun kant tegenover de
,Ji- Katholieken heeft het niet ontbroken; maar zij
,4, schijnen thans te hebben begrepen, dat hun aan
zoek geen kans heeft en dat het hun niet zou mis
staan, wanneer zij de houding aannamen, alsof
gevoel van eigenwaarde hen van verdere pogingen
terughield.
Immers, de heer Albarda gaf te kennen, dat bij
de Katholieken de vrees voor samenwerking met
de Sociaal-democraten schijnt te zijn toegenomen
en dat in zijn eigen partij de twijfel veld wint, of
die samenwerking in afzienbaren tijd zal worden
bereikt.
Dit beteëkent dus: wij hadden ons gevleid met
de hoop, dat het democratische element in de R.K.
Staatspartij sterk genoeg zou blijken om de leiding
in handen te nemen en op een coalitie met de
sociaal-democraten aan te sturen; in die verwach
ting zijn wij bedrogen; de Roomsche democraten
offeren hun democratie op aan het behoud van de
eenheid in hun partij; zoolang die eenheid, die
schijnbare eenheid wordt gehandhaafd, zal het in
sociaal opzicht behoudende element den toon
aangeven; die toon vormt een dissonant met het
Boeiaaldemocratische geluid; daarom kunnen wij
niet samen muziek maken.
. Daartegen valt niets in te brengen; alleen is het
niet duidelijk, waarom de sociaal-democraten niet
reeds vroeger hebben ingezien, dat deze redenen
een samengaan met de R. K. Staatspartij verhin
deren; er is toch den laatsten tijd niets gebeurd,
waardoor deze redenen in kracht zouden hebben
gewonnen. Maar misschien heeft men ze vroeger te
licht geschat, toen de wensen om een rood-zwart
kabinet te vormen vuriger werd gekoesterd, en
wegen ze thans zwaarder, nu in den boezem van
eigen partij de animo voor deze coalitie bekoelt.
Hoe dat zij, na de rede van den heer Albarda
behoeft men met een rood-zwarte coalitie
voorloopig geen rekening meer te houden.
Ook niet met de andere mogelijkheid om weder
tot een parlementair kabinet te geraken: het
herstel der oude coalitie?
De heer Nolens heeft nog altijd zijn liefde daaraan
verpand. Hij is ervan overtuigd, dat ook bij de
andere rechtsche groepen de wensch daartoe
bestaat. Ook bij de christèlijk-historischen? Hij
schijnt het te meenen; maar voegt er toch onmid
dellijk aan toe, dat het er slechts op aankomt, of
de christehjk-historischen zich verder laten
meesieepen in een anti-coalitie-politiek, dan wel
opnieuw willen samenwerken met de andere
rechtsche partijen. Heel zeker ervan is hij dus
nog niet.
Zoo de oude coalitie hersteld wordt, zal men het
eens dienen te worden over een scherp omlijnd
program: men kan begrijpen, dat de heer Nolens
dit nog eens uitdrukkelijk heeft verklaard; in het
najaar van 1925 heeft men kunnen zien wat er
gebeurt, als een coalitie-kabinet optreedt, zonder
dat de leden ervan tevoren tot eenstemmigheid
zijn geraakt over principieele punten, in casu het
gezantschap bij het Vaticaan.
Zal dit gezantschap dan moeten voorkomen op
het scherp omlijnde programma, dat de heer
Nolens wenscht? Hij heeft zich er niet over uitge
laten. Maar ook al zullen de christehjk-historischen
niet onder dit juk behoeven door te gaan, dan toch
blijven er voor velen hunner redenen bestaan, die
hen ietwat huiverig maken voor een weder toe
treden tot de coalitie.
De heer Albarda heeft zich het genoegen gegund,
de bezwaren nog eens op te noemen, waarmede het
herstel der coalitie niet alleen voor de
christelijkhistorischen, maar ook voor de overige rechtsche
partijen gepaard zou gaan.
De eersten hebben den afval te vreezen van die
kiezers, die zich tegen de toenemende macht van
de R. K. Staatspartij kanten; de verkiezingen van
1925 hebben aan de christehjk-historischen een les
geleerd, die zij, blijkens hun daarop gevolgd verzet
tegen het gezantschap bij het Vaticaan, ter harte
hebben genomen. Ook de anti-revolutiouairen heb
ben rekening te houden met de twee dwergpartijtjes,
die haar ontstaan danken aan de ergernis over
het samengaan met Rome en het schipperen met
antirevolutionaire beginselen; maar de groote meer
derheid hunner Kamerfractie acht blijkbaar het
aan het herstel der coalitie verbonden voordeel
grooter dan het nadeel van het verlies van stemmen
der malcontenten.
Ten slotte zou ook de R. K. Staatspartij het
gevaar bedreigen, dat een aantal van hare kiezers
zich van haar afwendt en hetzij overloopt naar de
R. K. volkspartij, hetzij in de armen der sociaal
democraten wordt gedreven.
De coalitie zou zich dit alles kunnen getroosten,
wanneer het te verwachten verlies van stemmen
haar niet beroofde van de meerderheid, die zij
behoeft voor de vorming van een coalitie-kabinet.
Maar juist daarin ligt de moeilijkheid. Het ge
zamenlijk aantal afgevaardigden van de drie
rechtsche partijen reikt niet zoover boven de helft
van het aantal Kamerleden, dat men gemakkelijk
kan heenstappen over het verlies van enkele Kamer
zetels.
Kan de coalitie dan niet worden versterkt door
er een partij in op te nemen, die er tot dusverre
buiten stond?
De heer Nolens heeft het niet noodig geacht,
zich in te laten met plannen, die buiten de Kamer
zijn uitgedacht en de mogelijkheid onder de oogen
te zien van een versterking van de coalitie met
andere partijen. De heer Albarda deed dat wél; hij
sprak van de uitbreiding der coalitie met den Vrij
heidsbond, ja zelfs met de vrijzinnig-democraten;
al gaven de jongste wethoudersverkiezingen te
Amsterdam tot dit laatste eenige aanleiding, ook
hij bleek er toch van overtuigd te zijn, dat de
INHOUD:
1. Prof. Dr. Or. W. Kernkamp, Coalitie.
2. Dr. W. van Ravestéyn, Trotsky en zijn doel
, Spreektaal.
3. Prof. Dr. H. Brugmans, Cultuur en Historie
Joh. Braakensiek, Timmermans' Pallieter.
4, H. K. Teuns, Circus Carré, H, Scholte,
Comoedia,
5. W. van Doorn, Engelsche boeken -+? L. J.
Jordaan ???*? Nederland op de bres te Genève.
6. Annie Salpmons, Bijkomstighèden.
7. Dr. Jac. P. Thfjsse, Wenckebach en Textl
i Mr, Frans Coenen, .Kroniek.
9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen,
11. H. G. v. d. V., Nieuwe uitgaven Tegen
stellingen.
12. Top Naeff, Dramatische Kroniek.
13. S. van Praah, Andnjef eri Schaljapln.
15. Jhr. Mr. H. Stnissaert, Op den Economlschen
Uitkijk C. K , Beursspiegel
16. C. A. Klaasse Bank-financieringen.
17. Alida's Croquante croquetjes Dr. R. Feenstr»,
Tik-blaadjes.
18. S. Kalff, Amsterdamsche bijnamen.
89. Melis Stoke, Twee minuten wereldvrede Uit
het Kladschrift van Jantje.
20. Melis Stoke, Rijm Charivarius, Charivarla.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Johan Braakensiek, BIJ het begin van
de begrootingsdebatten.
Ifen mandje van chocolade.
ld met in cherrj/brandy
enkre ananas en ket-j-,
bijzonder fijne bonbon,.
vrijzinnig-democraten zulk een zelfmoord niet
zouden begaan.
Een toetreden van den Vrijheidsbond tot de
coalitie zou minder vreemd zijn; de vage
algemeenchristelijke beginselen, die den ideëelen grondslag
der coalitie uitmaken, zullen ook door den Vrij
heidsbond wel kunnen worden aanvaard; op het
terrein der practische politiek gaan de
Vrijheidsbonders reeds nu gewoonlijk samen met de meeste
leden van rechts.
Het zou ons niet verwonderen, wanneer er,
misschien ook buiten den Vrijheidsbond om, reeds
gewerkt" werd aan het tot stand brengen van een
coalitie, die scherp stelling moet nemen niet alleen
tegen de sociaaldemocratie, maar in het algemeen
tegen de democratie op sociaal gebied. Bij zulke
onderhandelingen wordt het licht der openbaarheid
evenzeer geschuwd als bij de geheime diplomatie;
men zal er dus eerst iets van merken, wanneer de
zaak beklonken is.
KERNKAMP