De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 november pagina 13

12 november 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

fcÉk*I$T*Effc>A!IÉft VAK NOVEMBER 1927 13 10HAÏJAPIN ALS TSAAR BORIS Aadrejew over Schaljapin door S. VAN PRAAG CJET kon wel niet anders of Schaljapin moest ons ook op zijn Herinneringen" komen vergasten. 55q liggen thans in een Fransche en Duitsche uitgaaf Voor ons; de Hollandsche couranten haastten zich om er even voor de komst van den beroemden zanger geheele stukken uit af te drukken. Verdienen ze deze belangstelling? Moeilijk te beantwoorden vraag. Uit stilistisch oogpunt zeker niet. Zij zijn niet beter geschreven <ian soortgelijke mémoires; wij kennen het clich *oo langzamerhand al: van het eenvoudige arme jongetje, dat met allerlei moeilijkheden in het leven te kampen heeft, wiens buitengewoon stemgeluid plotseling ontdekt wordt, waarna de breede heirweg van den roem voor hem open staat. En toch geven Ons deze herinneringen ondanks al die overbekende feiten weer zoo'n duidelijken blik op het Rusland van weleer, dat ze daarvoor alleen reeds het lezen ten volle waard zijn. Wie belangstellend mocht zijn naar de schooltoestanden tijdens het Czaristisch regime, neme maar eens kennis van de ijselijke strafsystemen, :die op deze inrichtingen werden toegepast, hij leze, hoe men de kinderen bij ' de nekharen greep en daaraan net zoo lang trok, tot ze in de handen van den meester bleven. Deze schoolidylle werd afgewisseld door een verblijf bij een schoenmakersbaas, waar de jeugVlige Schaljapin als jongmaatje in de leer komt. 3iy wordt er als duvelstoejager gebruikt, krijgt er ^allerlei werkjes te verrichten en hij is er van vijf uur "*s ochtend tot twaalf uur 's nachts op de been. We ouden zoo nog menig interessant tafereel kunnen Vertaelden, maar wij willen er toch onze teleur«telling over uitspreken, dat we in deze gedenkschriften den naam van Schaljapin's trouwen ?jeugdvriend Maxime Gorki niet vermeld vinden. "Hoe belangwekkend ware het niet geweest iets over . beider verhouding te lezen. En als ik Gorki's naam t> moet ik dadelijk aan dien derden vriend CCRÓETitRL KEIZERSGRACHT 772 AM STERDAM LLIEk'bVCDCRfWPATJEN , f- ; r ? N vt- : i c H:, r» i CtLeonid Andrejew denken en dan grijp ik naar die korte, maar toch zoo merkwaardige karakteris tiek, die hij aan den grooten zanger heeft gewijd en waarvan ik hier in de vertaling eènige frag menten wil geven. Mogelijk, dat zij er toe kunnen bijdragen om het Hollandsche publiek Schaljapin's kunst beter te doen begrlpen. Wij laten dus nu Andrejew aan het woord: Ik denk nu aan Feodor Iwanowitch Schaljapin. -Het is nacht, geworden, in de stad is het rustig, haar opdringerige geMden zijn verstild, de zinneloos-bonte kleuren -zijn verbleekt, die in den loop van den dag onze zintuigen zoo vermoeien en die zoo pijnlijk af steken'bij de milde herfstpracht. Het is nu stil in de duistere straten, het is nu stil in de kamers en de deuren zijn geopend voor de lichtende gestalten?voor de vreemd vage droom beelden, die de groote meester-zanger tot werke lijkheid heeft opgeroepen. Ik loop nu aan Schaljapin te denken en zijn zang, zijn machtig-gebouwde gestalte, zijn echt Russisch gezicht met die onvergelijkelijk sprekende uitdruk king rijzen in mijn herinnering op, en er vindt een vreemde gedaanteverwisseling voor mijn oogen plaats. Het goedmoedig en week gelaat van den boer uit Wjatka verandert in een Mephisto in al zijn stekelige kwaadaardigheid, in al zijn onuit sprekelijke geheimzinnigheid. En even later zal deze Mephisto-gestalte weer plaats maken voor de grootsche figuur van Tsaar Boris, waarna achter eenvolgens de beelden van den wreeden Holofer-' nes, van den gemeen listigen Tsaar Iwan, van den milden Farlaw voor mijn geest opdoemen. En geheel deze wonderbaarlijke verscheidenheid van gestalten, deze geheele rijkdom van karakters en gevoelens wordt door dien eenen boer uit het Wjatka district, door dit eene kolossale talent van Europeesche vermaardhéid, door Feodor Schaljapin tot uitdrukking gebracht; het is eenvoudig niet te gelooven. Over welk een scheppingskracht, over welk een penetratievermogen moet deze mensch niet beschikken om op zoodanige wijze ruimte en tijd te beheerschen, om zoodanig de diepten te kunnen doorgronden van karakters, die in nationaliteit zoover van elkander staan, om een geheele skala van historische figuren in de allerfijnste schakeeringen te kunnen uitbeelden. Europa heeft twee eeuwen noodig gehad om een Mephisto te kunnen scheppen, Schaljapin ver schijnt om kalm en bedaard en zonder eènige weife ling deze figuur tot de zijne te maken, waar hij in glijdt als ware het een overjas. En even kalm en bedaard neemt hij de Boris- en de Holofernes ge stalte aan, hij schrikt voor geen geestelijke af standen terug, en ik zou, bij God, in de heele wereld geen huid weten te noemen die hij niet weet om te slaan. Het is nu laat in den nacht, alles is stil, alles slaapt en voor mijn oogen verrijst andermaal de Schaljapin-Mephisto figuur, maar niet die, welke in de Faustscène optreedt, niet die figuur die met alle hulpmiddelen van schmink en grime ons de illusie van den opgestanen Mephisto bijbrengt, neen ik zie hem zooals hij het lied van de Vlooi" zingt. Hij is gewoon zooals elk ander gekleed, zijn gezicht vertoont niets bijzonders. Hij, Schaljapin, gaat nu voor den vleugel staan en om zijn lippen speelt nog de glimlach, die er zoo even door een levendig gesprek, door een scherts, op is te voorschijn ge roepen. Maar plotseling verschijnt er iets vreemds, iets raadselachtigs op dit gelaat met de sprekende trekken, er licht een glans in deze oogen op. Hij is nog steeds dezelfde Feodor Schaljapin, die her- en derwaarts vluchtige schertswoorden om zich heen kan strooien, maar toch voelt men dat er reeds nu in hem een vreemde,onrustbarende, angstwekkende kracht aan het werken is. Nog n oogenblik, nog n onnaspeurlijke beweging en Schaljapin is niet meer. Dit gezicht is nu strak en onbewegelijk in zijnbovenmenschelijkeonaandoenlijkheid, het is alsof er boven dit hoofd een eeuw is voorbij gevaren, de lippen zijn ernstig en toch vertoont er zich op dit gelaat een raadselachtige, schier onzichtbare, huiveringwekkende glimlach. En even raadselachtig onaandoenlijk klinken de eerste woorden van dit satanische lied. Er leefde eens een koning Die had een vlooi Een vlooi, een vlooi. In de menigte ontstaat een beweging, eènige personen glimlachen wezenloos. Een koning, en vlooien dat is toch vreemd en lichtelijk komiek. Een vlooi. En nu glimlacht de vroolijke aardige man ook weer eventjes, door dien glimlach krijgt hij£toch zoo iets goedmoedige. Met eenzelfde MUZIEK D STRIJKINSTRUMENTEN D SNAREN Achter St. Pieter 4 D Utrecht D Tel. 443 G D VLEUGELS g H. RAHR PIANO'S D D VERHUREN vroolijke verbazing, met eenzelfde opgewektheid moeten de Duitsche philisters in dien kelder naar den werkeHjken Mephisto gestaard hebben. Zij was hem liever dan zijn eigen broer." Wat is dat voor nonsens. Een vlooi, die hem liever was dan zijn eigen broer. Dat is toch zeker een gewoon grapje. Natuurlijk is dat een grapje, kijk maar, hij zelf staat er zoo onverholen vroolijk om te lachen. Vlooi.... ooi.. . .ooi ooi Ooi.. . .ooi ooi. Het is potsierlijk, maar er klinkt toch zoo iets raadselachtigs, zoo iets ontzettends in dien lach. Waarom staan die glimlachende lippen zoo scheef, waarom flitst velen die nare gedachte door het brein duvels nog aan toe, ben ik niet een echte e/el, dat ik daarom lach." Daar komt ze nu in gouden tooi Onze goede beste vlooi Zij is zoo vrij en blij De vlooi, de vlooi hola hei hola hei Ha, ha ha, ha, ha ha. Hij lacht, maar waarom vertoont er zich zoo een vreemde angstwekkende glans in zijn oogen! En Wat is dat voor een ongehoorde nonsens: een vlooi, die vrij en blij is. Wat heeft die onbehoorlijke pret te beteekenen? De koning gaf haar nu de beste posten En lintjes zonder tal, De andere vlooien, die dat ook wel lusten, Die komen al, die komen al. Neen maar, wat is dat nu. Dat is een bespotting. Waarom moet die onbekende man ons op zoo brutale manier voor den gek houden ! Waarom kwam hij hier, waar wij gewoon zijn om kalm ons biertje te drinken en ons liedje te zingen. Die vlooi, die maakt de koningin Nu krank van zin. Ha, ha, ha, ha, ha, ha. Algemeene opwinding en verwarring. Allen springen op. Op de gezichten waart nog een ver wezen glimlach, maar uit de oogen spreekt ont zetting. Dit slot ha, ha, wordt met zulk een on verholen kwaadaardigheid, met zulk een satanisch leedvermaak, met zulk een duivelsche hoovaardij uitgestooten, dat aller oogen opengaan. Hij is het De duivel". In zijn oogen schittert een vlam we willen weg van hem, ver weg van hem. Maar het is, alsof er een looden gewicht aan de voeten hangt, die zich niet van hun plaats kunnen bewegen, allen beginnen onzin uit te slaan en te gichelen en weer volgt een doodsche stilte en men ziet niets dan bleeke aangezichten met een versteenden glimlach. En hij staat daar maar, geweldig, krachtig, ont zagwekkend, hij buigt over allen heen, er gaat een ontzetting van hem uit, terwijl hij die raadsel achtige bange woorden als een hagelstorm over hen doet neervallen en ononderbroken een ha ha ha ha ha ha ha ha ha uitstoot". Heeft Andrejew hier niet op bijzonder sugges tieve wijze de magische kracht geschetst, die er van Schaljapin's magischen zang uitgaat ? En juist omdat zoo aanstonds ook de wanden van het Concertgebouw zullen dreunen van zijn geweldig stemgeluid, leek het mij geschikt deze regels te vertalen, die door een van zijn goede vrienden over hem geschreven zijn en die in hun kortheid meer zeggen dan tamelijk langdradige mémoires. H DIT Greatest Artists MERK Finest Recording IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMBTERD. VEERKADE 22A DEN HAAO Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927 Hoogste onderscheiding.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl