Historisch Archief 1877-1940
E
NOVEMBER 102?
No. 2632
VAN SET RASPHUIS AAN DEN AMSTEL
HET CIRCUS CARR
Circus Carr
H. lt TfiÜNE
BH net vcerti0j*rig jubileum
jaren* stond Oscar Carré, en ook vóór
zijn vader, met een eireus gedurende de
in Amsterdam op het Amstelveld. 't Was
ithier-, dat voor 'teerst de titel Koninklijk
pÊSreas" voor de tent prijkte, eene
icheiding door Z.M. Koning Willena III aan
t .Amsterdammer verleend voor de
prachtdresdoor kern vertoond in zyn Circustent,
gedukermis in den Haag, waar Oscar Carr
Maar; na de afschaffing der kermis in Amsterdam
~ Meht hij ruimte voor het bouwen van een permanent
. en bi| vond die op den Binnen- Amstel,
ter plaatee, waar reeds een paar eeuwen
> Molen van het Rasphuis stond. Hij kocht er een
en richtte op 8 September 1879 zich tot onze
ifaóede Vaderen met het verzoek op die plek
zijn tent te mogen opslaan.
Ka advies ingewonnen te hebben van den
comioisiwris van politie P. W, Steenkamp, die op
|;: 13 Sept. d.a.^v. een gunstig advies uitbrengt, mits
L 'de tent na afloop der voorstellingen weer wordt
afgebroken, ontvangt Carréde vereischte
verXgwming voor l Januari 30 April 1880, mits de
voorwaarde door Steenkamp aangegeven, wordt
nageleefd.
Maar Carrédenkt niet aan afbraak, 17 Maart
L. i*80 vraagt Mj vergunning, d» tent te mogen laten
' tot einde Mei 1881 en 18 Maart zendt hij het
s ' verzoekschrift, om gedurende den zomer
voori «fcdüngen te mogen geven. Bij besluit van 8 April
t ,1880 Wordt de eerste aanvrage goedgekeurd, indien
:.?6éff of op l Mei 188l[de tent geheel is opgeruimd, en
tweede verzoek afgewezen. En Carréspeelt,
en laat zelfs een steenen voorgevel aan de
tent maken. Dit wordt Burgemeester en
hWetbouders toch te erg, vooral als op l Mei 1881
- zeMs niet een begin is gemaakt met de afbraak en
. op^TOJani gelasten zij dat binnen twee maanden
iwet het afbreken en wegruünen der genoemde tent
c^rorde begonnen.
: -: Doch ook aan deze sommatie geeft Carrégeen
Integendeel, op 15 September 1881 vraagt
opnieuw aan, in de tent voorstellingen te
tuogen geven en als hij hierop niet gauw genoeg
ftötwoord ontvangt, wendt hij zich tot Mr. v. d.
* Bïeggen, die op 27 September zich tot B. en W.
*icht met hetzelfde verzoek, terwijl hij namens
belooft in ieder goval vóór l Juli 1882 de
tent af te breken en een aanvang te maken met den
t;- bouw van een vast Circus.
Weer is het Stedelijk Bestuur hem ter wille en op
90 September 1881 besluit het, hem toe te staan
nog tot l Mei 1882 zijne voorstellingen te geven,
* indien hij in den zin, als door hem aangegeven, een
contract teekent. In dit contract wordt o.m.
'bepaald, dat vóór l Januari 1882 de plannen en
teekeningen moeten zij u ingediend, voldoende aan
de bouwverordening, in welke plannen vóór l April
die wijzigingen zullen worden gebracht, die noodig
gorden geoordeeld en dat voor 18 Juhj 1882
met den bouw moet zijn aangevangen, op verbeurte
van eene boete, groot ? 5000, by eerste aanvrage te
voldoen. 7 November teekent Carrédit contract
met bijvoeging der-plannen, 14 November trekken
B. en W. hun besluit van l O Juni in. Doch de inge
diende plannen worden, na advies van den Comman
dant van de Brandweer en den Gemeentelijken
Bouwopzichter door B. en W. op 21 November
geheel afgekeurd.
Doch vóór l Januari 1882 komt geen nieuw
plan ter goedkeuring in en evenmin wordt
tot de amotie overgegaan en ia arren moede
richten B. en W. zich tot den Stadsadvocaat, Mr.
Brugman om advies wat in dezen moet gedaan, om
Carrétot betaling der boete te dwingen. Inge
volge advies deelt op 28 September 1882 de
Wethouder van Publieke Werken den Raad mee,
dat Oscar Carréniet heeft yoldaan aan de sommatie
tot het betalen van de boete, groot / 5000 en stelt
hij de vergadering voor een rechtsvordering tegen
Carréin te stellen. Terwijl dit proces nog hangende
is, dient Carréop 16 April 1883 een nieuw rekwest
in, om tot 15 Mei 1884 nog in zijn tent te mogen
doorspelen, waarvoor hij de verschuldigde / 5000
en nog bovendien ? 4000 extra zal betalen. Als op
CARRÉMET VROUW EN KIND 1887
dit verzoek afwijzend is beschikt, stelt hij op 25 Mei
nogmaals zijne aanvrage, onder voorwaarde, dat
bij ? 10000 zal storten, die verbeurd zijn, indien
vóór l Mei 1884 de tent niet is afgebroken. Nog
eenmaal gaat het Dagelijksch Bestuur op zijne
aanvrage in en werkelijk op l Mei 1884 kan zoowel
de politie als Publieke Werken verklaren dat de
twistappel tusschen Gemeente en Carrégeheel
is verdwenen, zoodat dezen op zijne aanvraag de
gestorte waarborgsom wordt gerestitueerd.
Nog duurt het echter tot Juni 1885 eer de defini
tieve bouwplannen bij B. en W. inkomen, tevens
met een verzoek tot kosteloozen afstand van een
gedeelte der Onbekende Gracht.
3 December 1885 deelen B. en W. den Raad mee,
dat zij een gedeelte van de Onbekende Gracht,
ten behoeve van den bouw van het Circus Carréaan
den openbaren dienst wenschen te onttrekken.
Kort daarop begon het graafwerk, dat maanden
Vorderde, in Maart 1887 begon de bovenbouw en
14 November 1887 volgde de feestelijke opening.
Zoo kwam het Circus Carrétot stand.
COMOEDIA
door HENRIK SCHOLTE
Rotterdam: Rido?Bouwmeester Revue 1928
T S het hart van dien lichtzinnigen cultuurkobold,
dien men revueschrijver pleegt te noemen,
werkelijk zoo ongestadig dat hij een aardig succes
van het eene jaar door de fah'kante sof van het
volgende totaal kan vergooien ? Rido levert dit jaar
een paar bijschriften bij een pak mooie costumes,
die bijelkaar gestampt zelfs nog geen lever de rideau
van een groote revue kunnen vormen.
Het volk wil brood en spelen, het volk wil de
revue. Geef het dan zijn caviaar. Koop die finales
maar kant en klaar uit Berlijn of Parijs, dat is
trouwens niet zoo erg, dat is warenhuis-etalage.
Van daar uit eerst moet de groote, vroolijke macht
van den librettoschrijver, het ridentem dicere
verum" zijn aanvang nemen. Ik houd van de revue,
ik geloof in haar. Zij is een zwerver en een vondeling,
zij heeft van ouder tot ouder langs de straat
geloopen, maar zij kent dan ook de straat en haar
hevigen hartklop op een wijze als aan het tooneel
binnenskamers voorgoed ontzegd is.
In deze revue echter geen hekelingen en geen
humor. Door de slecht geëtaleerde, maar mooie
costumes van de weefsel- en waaierfinales heen zou
men haar karkas kunnen zien, als zij dat had. Maar
men ziet niets dan stof, behalve de stof die voor
het libretto noodig was.
Juist door het herzien van twee, in den loop der
maanden totaal vervelde" revues heb ik kunnen
constateeren, dat bij kleine ensembles incidenteel
althans wel de wil bestaat om de revue intensiever
in haar eigen richting te exploiteeren. Zoo heeft de
overigens ook nogal leege Yardaz-revue altijd nog
Louis Davids en zijn cabaret-allure. Zoo staat bv.
in de hartelijke en eenvoudige volksrevue in de
Amsterdamsche Plantage een nieuw-ingelaschte,
sterke scène van Emmy Arbous mijlen ver boven
de leege hallucinaties van de groote 1928-show.
Siem Nieuwenhuijzen, die het vorige jaar zoo'n
goede beurt maakte, kan niet uit niets iets maken
en blijft op het lage clownsplan. Oor Hermus dwaalt
onwennig en verdwaasd door deze revue als een
schim van wat hij kan zijn en Sylvain. Poons wil
nog met zooveel aplomb komisch zijn, dat men van
schrik vergeet te lachen. Ook Henriette Davids,
die met het publiek nog het meeste contact heeft,
moet voor haar zwakke text en liedjes haar toe
vlucht nemen tot dat soort lache-balken, dat de
doodsstuip der ware revue-vroolijkheid is.
Ook de rest is onprettig: evenals verleden jaar
slechte commères met een gave maar onpersoon
lijke stem, slechte porteuses in overigens zeer
somptueueze finales en vooral en dit in flagrante
tegenstelling tot verleden jaar een zeer, zeer
matig ballet. Deze vertwaalfvoude ledepop zonder
eigen fantaisie, rhythme en met een zeer zwakke
techniek is wel doodelijk voor een revue als deze,
die door het ontbreken van een goed dansduo of
een paar kundige variété-elementen ook de meest
elementaire prikkel der sensatie mist.
Het is jammer. Haar headlines doen anders ver
wachten. Dat is het toppunt", zingt het koor om
de haverklap, en Siem Nieuwenhuijzen vent zijn
waar onder de krijgskreet: Is me dat een din
getje !" Het is me een dingetje, inderdaad, en een
toppunt ook.