De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 november pagina 7

12 november 1927 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 NOVEMBER 1927 Uit de Natuur: tv* te Weückebach op Texel door Dr. JAC. P. THIJSSE T N den loop van deze maand zal Wenckebach *? bij Fetter zijn Texelsche schilderijen tentoon stellen. Zelden heb ik iemand opgetogener gezien dan Wenckebach, toen hij terugkwam van het Noordzee-eiland. Niet alleen de ruimte en de frischheid hadden het hem aangedaan maar vooral de lijnen, de lijnen van Texel, de vlakheid van de polders, de flauwe welvingen van het oude eiland, de beroemde keileemruggen en dan de duinen, hier saamgeklonterd tot een onontwarbaar kluwen van. kopjes en nollen", elders majestueus ont wikkeld in ruime valleien, gescheiden door strakke klingen. De duinen van Texel zijn heel anders dan die van Schouwen, van Voorne of van Terschelling. Elk van deze eilanden heeft zijn eigen duinentype, dat bepaald wordt door hun ligging ten opzichte yan de heerschende winden, de kwaliteit van het aangevoerde zand, de kwaliteit van het water en de zeegaten. Het is dus licht te begrijpen dat de duinen van Texel anders moeten zijn dan die van Terschelling en heel, heel anders dan die van Kennemerland. Wenckebach heeft meer dan vijfentwintig jaar de duinen van Kennemerland geschilderd in al hun plaatselijke liefelijkheid en fleurigheid, in al hun plaatselijke armoede en ontreddering. Nu vindt hij daar op Texel een heel ander duinlandschap > Green buitenplaatsen met statig geboomte langs den binnenzoom, geen dorpen aan den zeekant, geen Duin en Kruidberg, geen Jachtlust, geen Zandvoort- of Noordwijk, geen berkebosschen in de valleien, geen waterleiding. Het Texelsch duin heeft langs zijn binnenkant geen lusthoven, maar slechts bier en daar een schamel boerderijtje of een nog schameler arbeiderswoninkje, eenzaam in het veld, onbeschut, met verweerd rood pannendak, een roetstreep van den schoorsteengang op het witgekalkte muurtje. Wenckebach heeft er zoo een geschilderd; we kennen het sinds jaren zooals het daar staat in het Kooger veld; halfsleetsch, maar nog stoer en altijd mooi hetzij in het felle zonlicht of onder de regenstriemen van de Westerstormen. De binnenkant van het Texelsch duin heeft geen zware beuken, eiken of dennen, maar staat met - zijn voet onmiddellijk in het bloemrijke hooiland. Zijn hellingen en toppen vertoonen slechts zelden KoniRkl.BoofflkinriekBrijJilhclinina," Charles van Oinneken & Zoon, Zondert, N.Br. Het van ouds gunstig bekende adres voor: Dennen, ter bebossching (uitsluitend Inheemsch zaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Boomen en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franeo. Tel Interg-No. 1. Tflegr.-Adr.: Wilhelmina, Zyndert. stuifkuilen of blinkerds, want het is van beneden tot boven begroeid met eereprijs en viooltjes, vleugelbloem, walstroo, fijne grassen en vooral met duinrozen, gesloten velden van duinrozen, in den voorzomer wit en rose van tallooze bloemen, in het najaar prachtig bruin van de dorrende bladeren. Het Texelsch binnenduin is gaaf en heel, vast en veilig uit zichzelf. Eerst dichter naar zee komt het witte duinzand bloot en ook daar nog maar op enkele plekken waar de wind vat op heeft gekregen of waar nieuw zand komt overwaaien van nieuwe duinen op het strand. Verwoesting zien we alleen, langs de kust zelve tussohen paal 10 en paal 15, doch daar is niet de wind de schuldige, maar de stroom, die vlak langs den duinvoet schuurt. Het Texelsch duin zelve geeft den indruk van stabiliteit en veiligheid, van frischheid en jeugd. Nergens blijkt dat zoo duidelijk als in het onver gelijkelijk duinlandschap benoorden het dorpje Eoog: het natuurmonument van de Muien en Slufters. Ook die heeft Wenckebach geschilderd: de groote Sluftervlakte met den Stuifdijk en de wijde poort die uitziet op de Noordzee en de Muy, die veilig ligt tusschen vaste, duinen. Op den voor grond zet hij een stuifheuveltje, als om de wind richting aan te geven en de beweeglijkheid van het duin. Maar die witte plek wordt nooit een echt stuifgat) want reeds bloeien bloemen aan de loefzijde, en helm en zandzegge krijgen alweer opnieuw vasten voet in het losse zand. Ook de duinenrij op den achtergrond ligt vast en veilig, dicht begroeid met duindooms en vlieren. In het midden komt een witte zandtong over den heuvel rug heen, maar geen nood, want de spiksplinter nieuwe strandduintjes, die daarachter liggen, zijn al flink begroeid met helm en zandhaver en duin doorn en mooie hooge geel bloeiende akkerdistels. Het blauwe duinmeer ligt dus veilig, geen nood dat het dicht zal stuiven, geen nood ook dat een waterleiding het zal aftappen of dat er met groote onkosten een middelmatig hooiland van wordt gemaakt. De vaste lijn van den duinrug, die rechts nog even achter het duintopje zichtbaar wordt, geeft de pleizierige zekerheid dat het duinmeer zich nog honderden meters verder uitstrekt met bloem rijke oevers, met dichten groei van riet en biezen en waterplanten, met onbegrensde mogelijkheden voor de vestiging van vogels en ander gedierte, met groote belofte voor menschelijk genot. Wenckebach heeft het stoere en bevallige van dat landschap volkomen begrepen en de rijkdom er van beseft. Gelukkig heeft hij het niet gestof feerd", hoewel de verleiding wel groot geweest moet zijn. DaarT;huizen toch reigers, eenden, meeuwen, vischdiefjes in menigte en de bloemen die er groeien hebben trotsche namen: Parnassia, Epipactis, Pirola, Erythraea. Anagallis. Wencke bach behoefde daar niets van te geven, want de aangename, rustige, kleurige, lichte schilderij houdt KRONIEK Het noodlijdend strafrecht Er doet zich een zonderling verschijnsel voor in de academische wereld. Sedert maanden al zijn en blijven de hoogleeraarskatheders voor het strafrecht in twee academiesteden onbezet. In Groningen, en in Amsterdam, en de denkende mensch vraagt zich af of dit louter toeval kan zijn.Wat het natuurlijk wel zijn kan. Gezeten advocaten, die veel verdienen aan de oneenigheid der menschen, zijn meestal niet geneigd hun zoete minst prijs te geven voor een armoeiige acht a negenduizend gulden, tenzij de worm der eer zucht hun aan 't harte knaagt. Maar voor het burger lijk- en handels- en staatsrecht worden toch altijd wel en gauw leerstoelbezetters gevonden. Waarom dan zoo bezwaarlijk voor het strafrecht? Zoude het kunnen zijn, wijl de theorie van het strafrecht zich al moeilijker en onpleizieriger doceeren laat? Sedert dat strafrecht zich, roekeloos, in al nieuwere banen begeven heeft en op die banen" van zichzelf geschrikt is, toen het daar, met behulp van sociologie en psychiatrie, den misdadiger eigenlijk als een sociaal of psychisch noodlijdende vond, sedert dien is de geheele theorie een weinig in 't ongereede geraakt. Menig jurist, die niet meer veilig op de kurk van een eigengereid geloof stoelt, vraagt zich thans met pijn lijken twijfel af, waar ter wereld de eene mensch het recht vandaan haalt den ander te oordeelen en te straffen, zelfs al wordt hij door een meerderheid met een opdracht ad hoc en een toga bekleed. Al is het pructisch nut van zoodanig procédéook onmiskenbaar, en zijn onmisbaarheid voor de maatschappelijke orde niet te loochenen, dat laat zich wetenschappelijk enkel beredeneeren door voor Recht en Misdaad liever de termen Macht en Sociaal Tekort in de plaats te stellen. En welk hoogleeraar zal dit graag doen. en welke stu denten zullen het graag hooren, dat schier alle moraal uit het Recht verdween en lacy! bijna alleen het Geiveld overbleef ? Ten bate van ons allen, die wat bezitten, zeer zeker, maar daarom toch niet minier Geweld. Alevel, zoo cru zullen de eindelijk toch wel te vinden dignitarissen het niet willen poneeren en er liever een zachtzinnige mouw aan breien. Men kan van veiligstellen der maatschappelijke orde spreken of van noodweer, doch de vleiende positie van de Deugd, die hel en den Booze weerstaat, schijnt niet meer te handhaven en het moet voor eenordinarispro fessor onpleizirig zijn van zooveel afbraak te getuig en. Alleen aan de Nijmeegsche Universiteit is men nog volkomen vrij van deze bedenkselen en bezwaren. Als wij allen ie zamen maar weer eens roomsch werden. . . .? FRANS COENEN Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Groote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. de belofte van al dat moois in zich. Maar het mooist van alles is toch de vaste lijn van de rechte duin reeks op den achtergrond, de duinreeks, die in weinige jaren is ontstaan en wellicht voor eeuwen het blauwe duinmeer in stand zal houden. (Wordt vervolgd) VAM HELLES ? TABAK*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl