Historisch Archief 1877-1940
..ft,.'
DB OROENE AMSTERDAMMER VAN 19 NOVEMBER 1927
No. 2633
? perspectieven
De wever»," Roxy
Wapens neer!" Rembrandt
ET begon met toet gefotografeerde tooneel!
" In het goedkoop tweedehandsch decortje van
teen provincie-schouwburg, beenden eveneens
goedl^lfcóope en tweedehandsch acteurs in heftige
doe' Hing heen en weer sperden hun monden wijd
: open drukten hun handen op hun harten c.q.
(destijdsnog t) welgevulde boezems stortten zich
op hun knieën.... kortom, bedreven al den
.' melodramatischen unfug, die des volksstuks" zijn.
Alleen de rauwe kreten en de spraakgebreken
wer! ons bespaard.
Toen wierp men de deuren wijd open en de jonge
cycloop, de camera, die voorbestemd was de wereld
veroveren zag met zijn ne oog plotseling
Natuur Voor zich. De dravende paarden, .de
. voorbijschietende auto's en treinen, de bergen en
«j, & bosschen. Een nieuw perspectief: het eerste!
^;. pronken van daadkracht wierp hij zich in die
?flrareld Van licht en beweging en het tijdperk der
cowboy-rennen der trein- en
vliegtuigavontuf| ren in de wilde, grandioze natuur van Californi
ff was aangebroken.
Daarna volgde (ruw .gecalculeerd) de
ontdek, king van den close-up" het sterk vergroot*
^masker. Een oneindig verfijnde en intensieve ex
en gelaatsplastiek veranderde het geheele
? van het filmspel: het heftige, overdreven
bleek eensklaps belachelijk en overbodig.
film vroeg geen uitbundigheid meer, doch
veeleer matiging en zelfbeheersching. De nieuwe
"Ontdekking leidde tot een geheele serie van min of
qeer litteraire gevallen, met een zij het dan
prifcs, ihitieve psychologische verwikkeling.
Vervolgens werd het beeldvlak geboren. Men
"zag in het lichtveld niet langer de willekeurige
en toevallig-omgrensde ruimte, waarin een gebeur
tenis zich afspeelde maar een vlak, dat, evenals
in de beeldende kunst, gelegenheid bood tot
aestethische compositie en verdeeling en dat daarmede
een dramatische en stemmings-factor van den
eersten rang werd. Het picturale effect kreeg een
overheerschende beteekenis en de filmkunst, met
name de Duitsche, schonk het aanzijn aan menig
merkwaardig en fraai specimen. Toen wendden
de Pransche cineasten zich tot het leven het
leven van alledag, niets meer. In al dan niet tot
een dramatische eenheid verwerkte experimenten
brachten zij, in zuiver realisme, de charme van het
rythme eener groote stad of van een machine
complex, of van een zeehaven.
Zoo werd de ontwikkelingsgang der cinemato
grafische kunst een kronkelende weg langs sterk
geaccidenteerd terrein. Bg iedere nieuwe wending,
bq iedere hoogte, strekte zich een nieuwe wereld
uit, openden eich als ik de oorspronkelijke zegs
wijze mag gebruiken nieuwe perspectieven.
En telkens bleek, hoe de weg zich steeds meer
van het tooneel verwijderde. Aldus groeide de oor
spronkelijkheid en de autonomie van de film
kunst.
In een opzicht bleef de cinematografie nog
sterk aan het tooneel gebonden. Wat men zag,
Was spel. Daaromtrent was geen twijfel mogelijk.
In het meest naturalistische, zoowel als in het
gestyleerde milieu, traden de spelers liefst be
kende en geliefde" beroemdheden zwaar ge
schminkt en gegrimeerd, op den voorgrond en
gaven hem, gelijk men zegt, van katoen. Men
ging bij voorkeur een film zien, om van Jannings
te gemeten of van Asta Nielsen of
(horribfle dictu) van Swanson en Valentino. In logisch
verband hiermede keerde het drama, gelijk ik het
een vorige maal uitdrukte, zijn goede zijde naar
het publiek". Instinctief voelde men, dat het
om de illusie te behouden niet geraden was,
de zaak aan den achterkant te bekijken.
En nu is ook aan deze laatste opvatting den
nekslag toegediend, door de openbaring, die de
Bussen ons in hun films hebben gebracht. Inplaats
van gemaal gegrimeerde Star'"s, met een voor
de lens opgestelde entourage, geven zij een brok
realiteit. Levende, ongeretoucheerde menschen ver
vangen de gepruikte en geschminkte westersche
beroemdheden. Hun heerlijk-argelooze figuratie,
die niet speelt, maar een soort ritueele handeling
' in volle overgave schijnt te verrichten, komt in
de plaats der al te trage of al te ijverige
Europeesche en Amerikaansche komparserie. Zij halen
ons van onze toeschouwerszetels en dwingen ons
het gebeuren mee te leven. Zij kennen geen
spel jsa. geen spelers: een Bataloff in De Moe
der" een Leonidow in De Ijjfeigene van den
Czaar" imponeeren met door hun tooneelspeelkunst.
maar door hun ontzaglijke menschelijkheid.
Mag men in een statu nascendi, als waarin de
filmkunst verkeert, spreken van een overwonnen
standpunt? Men is er licht toe geneigd, onder den
suggestieven indruk van het glorierijke nieuwe ?
tegenover het spoedig miskende oude.
Intusschen lijkt het mij zeer twijfelachtig of pro
ducten als De Nibelungen" en Variété", uit
sluitend historische waarde zouden hebben. Ik ge
loof integendeel, dat wij met denzelfden eerbied
en dezelfde liefde deze werken zullen naderen,
wanneer eenmaal rustiger en meer bezonken tijden
zijn aangebroken.
Vast staat niettemin, dat de middelmatige pro
ducten van zulk een voorbije periode, ons thans
ondragelijk ouderwetsch aandoen. Ben merkwaar
dig voorbeeld hiervan, zijn de beide films, die
aan den kop van dit artikel vermeld staan.
En De Wevers", n Wapens neer!" zijn, in
veel opzichten, goede films. Met grooten ernst en
onmiskenbare toewijding gemaakt, speculeeren zij
op de altijd ietwat goedkoope sentimenten der
massa niet meer dan strikt noodzakelijk is. De
geestdriftige open doekjes, die het brochure-pathos
en de meeting-rethoriek nu eenmaal na zich sleepen,
aanvaarden wij dan ook gelaten. Er blijft buiten
dien nog genoeg aan ernstig streven te waardeeren
over.
Karl Grune heeft zich in Wapens neer l" een
voortreffelijk gecomponeerd beeldvlak gemaakt.
Zijn uiterst schilderachtige molen, sober en effect
vol van teekening en tonaliteit, geeft bijwijlen aan
de ensceneering een dwingende atmosfeer. Zijn
typen zijn goed gekozen en verrichten hun werk
uitstekend. Bovendien heeft de film rythme, voor
al in de afwisseling van feestvreugde en aanromme
lend oorlogsgeweld.
Ook De Wevers" zouden wij een jaar geleden
waarschijnlijk met groote vreugde begroet hebben
De film is knap in elkaar gezet en de eerste krachten
der Duitsche school, werken er in mee.
Maar.... maar!
Op hetzelfde doek, waar nu de Wevers" ver
toond worden, hebben wij de Potemkin" gezien
binnen hetzelfde kader, dat ons Wapens neer!"
toont, zagen wij De lijfeigene van den Czaar".
Hetgeen een wereld van verschil beteekent!
Misschien zijn wij onrechtvaardig maar het
zint ons nu eenmaal niet, na de felle, gruwelijke
waarheid, na het hartstochtelijke, brandende leven
der Bussen Spel te zien, hoe goed en hoe ver
zorgd ook. Misschien zijn wij te zeer overdonderd
en meegesleept door het barbaarsche verisme en de
goddelijke natuurlijkheid der Moscovieten
maar waarheid is, dat al het andere ons tam en als
kunstige namaak aandoet. Wegener is een groot
acteur maar hij is een Acteur en Leonidow is een
verschrikkelijke Mensch. Karl Grune's oorlogs-regie
is meesterlijk?maar het Hof van Iwan is de hel-zelf.
Words, words, words!" zei Hamlet. Spel,
spel, spel!" klinkt het in ons na.
Dat de methode" der Bussen niet in uiterlijk
heden bestaat en niet zoo maar te imiteeren is, be
wijst De Wevers". Dit werk is sterk onder den
invloed der Bussen gemaakt. De regisseur, Zelnik,
geeft blijk De Moeder" goed bestudeerd te hebben.
De scènes bij de wevers, maar vooral het oproer met
de schietende soldaten (de helm in den modder
het neergeschoten kruis) zijn zorgvuldig van
Pudowkin afgekeken. Maar hoe kunstmatig, hoe opzette
lijk doet alles aan. De belachelijke scène van de
opgewonden" volksmenigte, die n.b. in haar razer
nij, keurig in de maat Jager heraus I" roept, buiten
bespreking gelaten hoe is het mogelijk, dat de
toch zeer expressieve kop van een Dieterle, de
scherpe, gepassionneerde actie van een Lil Dagover
ons volmaakt onverschillig laten, terwijl de heftige
bewegingen van den oproerling Loos, ons sterk als
kouwe drukte" aandoen?
Meer nog dan De Wapens neer !" toont deze
film haar inferioriteit ten opzichte van de Russen.
Grune's werk is eerlijk, volgens de goede, ouwe
traditie gemaakt wij voelen (momenteel althans)
dat wij ervan vervreemd zijn, maar wij erkennen
gaarne, dat het in zijn soort volkomen geslaagd is.
Anders met De Wevers". Door zijn uiterlijke
geRUM.KRONYCK
Woszinfe's dilemna
door MELIS STOKE
Het bestuur van de Vereeniging van
letterkundigen verzoekt aan het slot van
een adres aan den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen de instelling/
van een permanenten spellingraad, die
o.m. zal hebben uit te maken welke
woorden, door hun beteekenis, het man
nelijk dan wel het vrouwelijk geslacht
zullen moeten hebben.
Minister Waszink neemt drie maanden
ziekteverlof.
(Dagbïadberichten).
Wanner de spelling-raad vergadert
omtrent e i en langen ij
en 't geldige geslacht benadert,
opdat men niet naar hij óf zij
meer in de woordenboeken bladert,
dan komen wij een schrede nader
tot 't geen wij soms uit achtloosheid
dan wel als vuige taaiverrader
verwezen naar geslachtloosheid....
.... En maken daarvan Waszink vader....
Dan zal geen woord meer manlijk wezen
als 't zijn geslacht niet eervol draagt.
of vrouwlijk als men bij het lezen
zich vruchtloos naar de reden vraagt
waaruit die regel is gerezen....
Wie zal dan nog in twijfel blijven
omtrent 't geslacht van Twist of Haat?
.... of Achterklap als manlijk schrijven,
zooals het er tot nog toe staat
tot vreugde van de kwade wijven....
Wie zal er zich dan nog beraden
op het geslacht van Grammophoon. . . .
Dit instrument toch spreidt tot, schade
van 't oor een spraakzaamheid ten toon
die mannen door de bank versmaden.
Dan wordt een keuze van begrippen
aan alle woorden toebedeeld.
En Waszink, die zich niet laat knippen,
(?straks raken man en vrouw verdeeld )
tracht beider boosheid te ontglippen.
Want welke Staatsman wil 't beleven
voor 't nageslacht zijn goeden naam
en verantivoordlijkheid te geven
aan 't geen elk als onaangenaam
aan zijn (haar) geslacht ziet toegeschreven. ..??:"
lijkenis met T>e Moeder" komt de holheid en inner
lijke leegte van het geval des te meer aan het licht.
Tegenover de fatale bezetenheid der Bussen is het,
ondanks zijn cinematografische kwaliteiten, een
vrij grof. verpolitiekt tendenz-geval. Wij leven
het niet mee wij voelen ons hoogstens verplicht
tegenover al deze lieden, die zich zoo schrikkelijk
veel moeite geven.
Waar gaan wij heen? is men geneigd, na dit
alles te vragen. Beteekent deze nieuwe gestalte,
die de film onder de handen der Russen heeft aan
genomen, een algeheele ommekeer? Wil het zeggen,
dat zij haar autonomie ten opzichte van het tooneel
versterkt, door tegenover alles wat spel is, het l
venzelf te stellen? Zullen wij door het film-phenomeen
voortaan, inplaats van twintig min of meer ge
slaagde camouflages van eenzelfde beroemdheid
twintig Individuen twintig Menschen aan
schouwen ?
Wat al .vragen wat al problemen in de boeiende
geschiedenis van de film. liet antwoord zullen de
Russen geven. . . . zoo wij ze althans mogen zien.
Want wij hebben immers een complete brigade cen
soren? En die zitten er toch zeker niet voor spek
en boonen.... !