De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 19 november pagina 16

19 november 1927 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 NOVEMBER 1927 2633 luziek in de hoofdstad door CONSTANT VAN WESSEM PclléM et Mélisande (Waflner-Vereeniging) Vijt en twintig jaar geleden, in 1902, ging in de Opera comique voor het eerst D v'e Pelléas et Mélisande", drama lyrique ! op het gelijknamige tooneelstuk van :.(Iüden tekst was ter wille van de muhier en daar i ets gewijzigd). Deze opvoering .-?Werd door allen, die er aan deelnamen als een ' daad gevoeld. Hier was het lyrische werk van het "twen nog moderne muzikale impressionisme, zoo zei men. En er waren rondom schandalen, intrigues, tnpeiehjkheden van allerlei aard, zelfs Maeterlinck «prak tegen de muziek zijn veto uit. De muziek heeft zich inmiddels gehandhaafd en het stuk ook. - <ïu*k zij die muziek. Wie interesseert zich thans . voor dit drama ate tekst, om dit Noodlot symbo' " "" ' dat de messenen slechts als zwakke en ?"wttooze schepselen, marionet-figuren vertoont en :; ?« foor zijn onafwendbaren gang in de hand houdt? tf'Jlaar Debussy's muziek vond hier haar drama, een 'tekst die zij noodig had, waarin de dingen slechts ten halve gezegd werden", en de figuren in hun 'geheimzinnige nevel van suggestieve vermoedens Dit had Debussy noodig: een sfeer, , waarin het drama kon leven zonder dat alles ge? >egd werd met een in opstand komend, luid geweld, -^dat zelf een verklarende rol speelde. Hier was een dat niet wèr3 opgevoerd, maar verteld, op ?p'n innigen toon, dat een geheele aanverwante gereld van zingenden en mijmerenden klank zich izelf, uit onze ontroering onder het luisteren l oeneen los te maken en ongemerkt tot muziek 'Overging. De muziek werd een echo der aandoe, ningen; nergens werd gepoogd de muziek aan ons pp te dringen als verbeterende" dramatische , «chepping. De aandoeningen begeleidden muzikaal onze emoties met een zacht en teeder genuanceerd gebaar ??de treurnia en de liefde worden hier zingende innigheid van het gesproken woord. 7 De impressionisten, die o.ver een geslaagd pro cédé" jubelden vergisten zich echter: hier kon geen sprake van een procédézijn, dit was geen experi ment, geen succes van een kunstsoort, doch het geluk van een gemalen vondst: een schepping, waarbij het een absoluut harmonisch in het ander overvloeide en beiden volkomen juist op elkaar afgestemd bleven. Ik heb", zeide Debussy, ge wild, dat de personages zichzelf uitdrukten, buiten mij pm" (d.w.z. zonder de lyrische voorstelling, die i de componist zelf er bij had). Vandaar dat alles I bier muzikaal uiterst sober is gehouden en niets den gang van het. drama verbreekt, ol' vertraagt.; boven alles 'blijft de sfeer gehandhaafd, dat i»,de i nheid. - ' ?, ',.? ??? ?? y <? '-; .' .?'..' Onze groote waardeering voor de opvoering van Debussy's Pelléas et Mélisande" door de Wagnervereeniging in den Stadsschouwburg geldt in de eerste plaats: dat zij deze prachtige eenheid heeft kunnen bewaren die door de harmonie der ver schillende bestanddeelen dezen droom van woord en muziek onyerbroken, tot het einde toe, heeft kunnen geven; dat wij in staat konden zijn zelf met onze innigste gevoelens aan de schoonheid, ont loken in een droom gelijke sfeer hebben kunnen deelnemen; dat wij een ver en toch dichtbij drama hebben beleefd, waarvan wij alle nuances onder gingen zonder overstelpt te worden door een muzi kaal - overschreeuwend geweld. Allen dank hiervoor komt in de eerste plaats Monteux toe, eminent en nauwgezet beheerscher van het geheel, verder de prachtige vertolkers van Mélisande (G. Brothier), Pelléas (Charles Panséra) Golaud (Dufranne) Généviève (Mad. Croiza), Arkel (Huberdeau). Ook de decors van AndréBoll verdienen een woord van hulde voor hun aandui dende en toch suggestieve soberheid. Deze daad van de Wagner-vereeniging is in alle opzichten een vorstelijke daad geweest. Schaljapin Als deze Schaljapin het podium opkomt, lacht, buigt, rondbeent met wuivende gebaren, coquetteert met een bloem, die hij omzichtig in zijn knoopsgat gaat zetten, en zich tegenover de volle zaal gedraagt als kwam hij in een salon vol vrienden en bekenden denkt men onwillekeurig: wat is dat? Is dit bestudeerd? Is dit een poseur, deze lange man met zijn witte kuif en zijn cabaret-artiestenglimlach, of is het een waarlijk kinderlijk mensch vol van de spanning der te zuigen liederen? Schal japin zingt. Hij vertelt ons een lied. Hij acteert wat en schijnt de melodie maar zoo'n beetje mee te neuriën. En opeens, op een hoogtepunt barst de muziek vol uit, een geweldige toon trekt zich als door een lange cycloon-trechter uit zijn borst, zijn keel, zijn mond los, de gansche ruimte is vol met een stem, ontzaggelijk als een stem uit het Laatste Oordeel. De wanden van de Groote Zaal Concertgebouw worden te nauw als in het slot van Schumann's Zwei Grenadiere" de Marseillaise aanheft. Men voelt opeens: Dit is een natuur zanger, een zanger voor een volk, niet voor een publiek", een verschijning vóór den tijd, dat zingen onderwezen werd op conservatoria. Soms deugt" er voor ons gevoel niets van, zooals in Cacini's Plaisir d'Amour". Schaljapin zingt inder daad alsof hij niet weet wat goed" en wat slecht', is en wat ons schoonheidsgevoel" voorschrijft. Zoo'n lied begint niet netjes met de eerste noot, die STOPWATCH onmisbaar voor wedstrijden Yt Seconde-aanwijzing. Prijs 112.50 A. D. SPILLNER Vijzelstraat 83, Amsterdam voor de zangstem staat genoteerd, zoo'n lied begint met een op de klavierbegeleiding rythmisch ge neuried pom-pom-pom", met de vingers op de vleugelklep meegetrommeld. Hij zingt vele bekende liederen en maakt van'geen enkel lied iets bekends. Hij maakt er soms maar wat van, phantaseert er een fiorituurtje bij, maar het gaat als met een oude hoed, die een nieuwe deuk heeft gekregen: doet hij niet goed, staat hij niet uitstekend? En was dat het beroemde Wolga-Schlepper"-lied, dit luchtig-melancholieke deuntje, waar het zwoegrythme geheel uit weg was? 'In dit Ich grolle nicht" van Schumannjwerd bij elk Ich grolle nicht" tegen alle stijl in een drama opgevoerd, waaruit de boosheid, ondanks den ontkennenden tekst, soms bulderend naar voren kwam. Maar dan neemt hij ons weer geheel in met een voortreffelijk en spot tend gezongen Mephistolied uit Faust". of niet dat heerlijk dandineerend gezongen straatliedje uit Moskou, zijn toegift. Inderdaad, Schaljapin is een groot zanger. Maar hij is wat te ongeciviliseerd voor ons, die een beetje verschrikt kijken naar iemand die als het ware spelenderwijs boomen afknapt in een parkje, dat wij zoo zorgvuldig hebben aangelegd en behoed. Hij is een man, tegen wiens gewelddadigheid onze critiek eerst, bevreemd, nog wat sputtert en ten slotte zwijgt. Dat vermogen alleen de allergrootsten bij ons te bereiken en alleen van de allergrootsten verdragen wij het ook. DIT Greatest Artists MERK Finest Becording IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAA« Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927 Hoogste onderscheiding. Radio-Rubriek: De radio in dienst van de kunst Bieronder volgt wederom een aantal ingekomen ant woorden op ome enquête. CATH, VAN RENNES, Directrice - Van de Zangechool Bel Canto te Utrecht: 5 Weenett is 'n beroemd muziekcenAls Weenen in de Radio-examens wat ziet.... dan zal er misschien wel wat inzitten; allein.. mir fehlt der Glauben! Als ik nog in 't begin van mijn loopbaan Was, geloof ik niet, dat ik voor zoo'n trechter met aan den overkant een onzichtbare vrouw of man als rechter op m'n voordeeligst zou zingen of declameeren. U? Een goede kant van de nieuwe be weging is echter, dat ze weer 's eenige correspondentie in 't leven roept. Daarvan hebben wij in de laatste jaren^to weinig gehad;! Maar: badinage a part.... Ik voel radeloos weinig voor zoo'n spokerig Radio-geëxamineer; en 'k voel veel meer houvast in de zichtbare Exami natoren, zooals die mij indertijd mijn diploma's deden verdienen! Maar.... ik word langzamerhand ouwerwetsch, dat voel ik wel.... En daarom sluit ik maar met 'n gulhartig: Glückauf zum Meistersingen i" DIBK SCHAPER: De steeds toenemende vermechaniseering onzer muziek veroorzaakt de evenredige verwijdering harer geheim zinnige macht. Een oordeel per radio over min of meerdere begaafdheid van executanten, kan bijgevolg niet anders dan oppervlakkig zijn. A. DEFRESNE: Het komt mij voor dat de instelling van een dergelijk instituut zeer aan te bevelen is; afgezien van het voordeel, dat de luisteraars van eene goede keuring, de voordragers van een uit gereikt certificaat hebben zullen, zal eene dergelijk georganiseerde werk wijze de kunstenaars verplichten meer aandacht te geven aan de radio als uitingsmiddel. Is de bioscoop als kunstuiting zeer achterlijk, de radio als middel is dit nog meer en eene Radio-Liga" zou zeer op tijd komen. De techniek is den kunstenaarsgeest hier toch zeer ver vooruit. Ik geloof, dat het voordragen van verzen, prozastukken, het spelen van opera's enz. niet de juiste gebmikswijze van de radio is. Mimiek en gebaar, die een onmis baar aandeel hebben in het opwek ken der fantasie en ontroering, ont breken; het resultaat der huidige radiovoordrachten kan dus niet anders dan zeer onvolledig zijn. De toekom stige voordracht moet alleen op het geluid als uitdrukkingsmiddel bere kend zijn. Aldus stelt de radio hare eigen wetten, die overigens nog geheel en al onontdekt zijn. Een zeer vruchtBOOTZ' ORANGEADE TRIPLE SEC j ^- z^jS^Jfc* ^$^..%2z£"*^ .<** u baar terrein ligt nog geheel en al braak voor u. ANT. AVEREAMP: In beginsel valt er voor het te Weenen in practijk gebrachte wel wat te zeggen; zoowel voor jonge lieden die hunne studiën nog niet voltooid hebben en, bij gunstige beoordeeling, misschien een stipendium kunnen machtig worden of ten minste een stimulans vinden bij de verdere voort zetting hunner studiën, als voor z.g.n. afgestudeerden" welke op die wijze hopen gemakkelijker een engagement te kunnen bekomen. Echter, is de techniek van de Radio, ten minste hier te lande, reeds zoodanig ontwikkeld dat de jury een juist beeld verkrijgt van hetgeen de belangheb benden presteeren? Want indien er storingen" optreden of andere man kementen, waardoor het oorspronke lijke onjuist overkomt, dan zijn de jonge lieden er meer bij geschaad dan gebaat. En dan zoo men hier in toepas sing wil brengen wat reeds te Weenen geschiedt, (door u worden geen mededeelingen gedaan omtrent de aldaar bereikte resultaten) dan zal duidelijk omschreven moeten worden of men de Radio openstelt voor leerlingen, of voor afgestudeerden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl