Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 NOVEMBER 1927
17
J-f
UIT DEN GEMEENTERAAD
DOOR BARBAROSSA
MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" DOOR B. VAN VLIJMEN
? 1
1T\ AAR zitten de slachtoffers,
geschaard in twee rijen, nu nog met
de bios der levensvreugde op de kaken
maar voor hoe lang nog? In het mid
den van de eerste rij, zusterlijk aan het
?'zelfde tafeltje, het gevulde Handels
blad", geflankeerd door de gezellig
* dikke Standaard" en het magere en
dus vurige Volk". Luiks van dit trio
de Maasbode", kijkend naar de luch
ten die in de Handboogstraat niet te
aien zijn en de schedels oplichtend van
partijgenoot en tegenstander en er
meestentijds wonderlijke ontdekkingen
doende. Een Chesterton en een Belloc
in n persoon ! Naast hem de bewege
lijke Nieuwe Rot". Een oude rot in
het vak wiens verslagen, listige samen
vattingen van veel geklets, meermalen
aangehaald worden als betrouwbare
bron. Is er grooter compliment moge
lijk?
Links van hem de zwierige Tijd",
Fransen van allure en te levendig van
geest om de brij die hem hier wordt op
gediend te kunnen genieten, zelfs al is
zij toebereid door zijn bloedeigen direc
teur Ferdinand Wierdels.
Rechts van den Big Three" de
Telegraaf", ijverig pennend als een
monnik in zijn cel, niet opkijkend, met
een wereld om hem heen die vergaan
kan zonder dat hij het merkt. Dan
>Vaz Dias, ook van een genoegehjk
embonpoint het verslaggeven
schijnt tegenwoordig een rustig vak!
en daar naast, zooals van Vlijmen hem
geschetst heeft, de Christelijke Am
sterdamnier", met n oor luisterend
naar wat er hier gebeurt en vooral wat
er niet gebeurt en met het andere de
geluiden uit de stad opvangend en
?steeds gereed voor de jacht op een pri
meur die zijn redactie in vele gevallen
_ maar liever niet plaatst
Op de tweede rij de
overzichtschrjjTers. Ik zal ze niet beschrijven. Zij
gaan voor een groot deel slapend door
deze hel, doen hun particuliere zaken
af, praten over veel wat hen niet in
teresseert en schrijven van tijd tot tijd
een zinnetje op als een gezegde van
een der raadsleden hen treft. En alle
maal zijn zij het er gloeiend over eens:
er zit tegenwoordig geen copy meer
ui den Raad. Ziethier de allerergste
slachtoffers van deza
begrootingsdebatten, die, volgens de ingewijden,
minstens zes weken zullen duren. Als
de verslaggevers hun biertje gaan
drinken na afloop der avondzitting,
hollen zij naar de redactie en schrijven
hun overzicht, dikwijls na een heelen
dag slecht zicht"» zoo als de zeeman
zegt. En dan moeten zij nog zakelijk
zijn tot in de krullen van hun hoofd
letters. Ik bewonder ze om hun ijzer
sterke hersenen -?de eerste van hen
Gaston" zitten? Ik heb trek in wat
hartigs".
Van al de zeven is de secretaris do
eenige die teekenen van leven geeft.
Hij let overal op en is altijd gereed het
domste raadslid op zijn domste vragen
een verstandig antwoord te geven.
Links van hem zit dr. Vos. Ook hij
studeert of zijn het soms zijn eigen
recepten die hij van den apotheker
terug heeft gekregen omdat hij er niet
uit wijs kon worden? Zijn collega
Abrahams heeft vannacht blijkbaar
een verlossing gehad. Hij slaapt. En
Walrave? Er is poëzie om hem heen
onderwijl hij tevreden in zijn kiezen
peutert en de twaalf nieuwe voor
drachten van de Miranda netjes in een
map pakt en er op gaat zitten ter
fine van prae-advies.
En tusschen hen en de pers krioelt
met n oor luisterend
moet nog opgesloten worden!
Hoe is de toestand aan de over
zijde? Daar zitten B. en W., gereed
tot den strijd.
Ketelaar leest het Volk" en zijn
onschuldige ziel geniet van Sulletje
en Boonestaak". Drabhe bijt op zijn
nagels en staart, als hij een
dwangnagel te pakken, heeft gekregen, met
hemelschen blik naar het plafond. Jan
ter Haar leest niets dan rapporten.
Hij schijnt ze van buiten te leeren en
zal ze straks door elkaar halen als zij
hem bij zijn Hoofdstuk" niet twintig
maar dertig lange minuten om de
beurt zullen afdrogen. Want dit werd
door de sociaal-democraten voor
gesteld bij elk hoofdstuk twintig
minuten voor eiken spreker maar al
leen 6y zijn Hoofdstuk een half uur.
Kan het wreeder?
De Burgemeester zit er bij hupscb
als altijd. En zoo zal hij na acht en
tachtig zittingen nog zitten en dan zal
hij tegen Roovers, den secretaris,
zeggen: ga je mee nog wat bij Ohez
de Baad en er ligt een waas van schuch
terheid over hem en het is of niemand
de bruid den GKirtel durft te lösen".
De Machtige is uit Genève terug,
rood gebarnd door de Alpenzon en
vol anecdoten over Colijn en heel
goede zijn er ónder die hij Baas en
Professor Woltjer in hun oor vertelt.
De Miranda, de nieuwbakken direc
teur van den Coöperatieven Baad,
draagt nu een wit boordje dat hem
het aanschijn schenkt van een zende
ling van de Macta" en luistert met
ingehouden biceps naar de rede van
zijn fractieleider, den jeugdigen heer
Boekman, die, zooals het van zoovele
verdienstelijke jonge politici geheeten
heeft, zijn toekomst al aardig achter
zich krijgt te liggen. Neen, dan had
Monne het hem beter geflikt. Het was
niet een felle aanklacht tegen het
burgerlijke Bloc maar veeleer een
causerie voor leden van Beth-El" of
van de Naai- en Brei-club Dorcas",
zoo gemoedelijk keuvelde hij en zoo
weinig zei hij dat Wijnkoop zoo goed
als geen gelegenheid kreeg tot een van
zijn smalende interrupties.
Over de begrooting zelf kon hij
natuurlijk niets zeggen omdat zij nog
is van de vrienden en verwanten" en
wat hij over de wethoudersverkiezing
zei, was al gezegd en veel beter en fel
ler. Maar misschien had hij de opdracht
lief te zijn, zoete broodjes te bakken,
niet. te prikkelen, heette Rutgers niet
een lief kind" en Wijnkoop de
parasiet" zoodat.... je kunt nooit
weten, niet waar.... Zei Ketelaar
niet dat een mensch in de politiek
nooit nooit" moet zeggen....
7.00dat.... Rommelt het niet van alle
kanten in de 8.D.A.P., steekt de op
positie niet steeds meer den kop op en
dus Dr. Abrahams was wakker
geworden en voelde eens aan de pooten
van zijn zetel. Heel gerust keek hij niet.
Het poovere figuur van
Boissevain, de liberale tijd die komt nooit
in Amsterdam weerom", een zedelijk
afgrijzen van de liberale
verkiezingstruc die aan deze zij van den Amstel
Boissevain nummero n op de lijst
zette en aan gene zijde van den
Amstel de Jodenbuurt dr. Vos aan
het hoofd deed gaan omdat Boisse
vain, als voorzitter van de Groote
Club" die geen enkelen Jood of
Israelitischen mede-christen onder zijn
leden telt, verdacht wordt van anti
semitische geurtjes...."
Daarop een ingewikkelde bereke
ning met drie bekenden en vele even
redigheden, een traan geplengd op de
verdorvenheid der Katholieken die
een Heemskerk, een heel democrati
sche, door den dood, van Lingen, een
minder hevige democraat, door nog
erger en Wierdels door heelemaal niets
verloren en daardoor steeds meer in
het voetspoor van Romme loopen die
de democratie als maar den rug toe
keert.
Dit was de eerste middag en zoo
zullen er bij dozijnen volgen....