Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 NOVEMBER 1927
Waardoor duren de
civiele processen
zoo lang?
, door Mr. H. G. KOSTER
p* EN jong advocaat kwam een bejaard
ambtgenoot de hand van zijn dochter vragen.
De aanstaande schoonvader stelt den candidaat
een lijvig dossier ter hand en zegt: ziehier een
moeilijke zaak: tracht haar tot een goed einde te
breagen; als ge slaagt, zult ge mijn dochter trou
wen". Na een paar maanden komt de jonge man
triomf eerend terug: hij heeft het proces gewonnen
en naar hij hoopt ook de hand zijner geliefde.
Doch hoe groot is zijn schrik, als de oude heer hem
woedend toeroept: hoe, hebt ge deze zaak in
twee maanden afgedaan? daar zou ik minstens
twee jaar van gegeten hebben; mijn dochter zou
armoede bij u lijden; gij krijgt haar niet "!
Deze anecdote is al heel oud; zij komt reeds voor
in een Fransche Collection de bonmots et de calembours
uit het begin der achttiende eeuw. Wellicht is zij
nog veel ouder. Of zij waar gebeurd is, doet er niet
toe. Zij toont, dat ook in vroeger tijden geklaagd
is over den langen duur der processen. Zij leert
tevens, dat het pubh'ek déoorzaak daarvan zoekt
in de baatzucht der rechtsgeleerde raadslieden.
Inderdaad kunnen civiele processen buitengewoon
lang aanhouden. Vier of vijf jaren zijn geen zeld
zaamheid. Er zijn processen, die tien, twintig jaar
geloopen hebben. Het langdurigst proces, waarvan
de rechtegeschiedenis gewag maakt, was een
geding, behandeld door het Reichskammergericht
te Wetzlar. Toen Keizer Jozef II in 1766 een
onderzoek deed instellen, bleek, dat hét reeds
188 jaar aanhangig en nog niet ten einde was.
Ligt de oorzaak inderdaad in de eigenbaat
deiadvocaten en procureurs?
Dat kan niet in ernst worden volgehouden.
Immers ook zaken, welke den procureurs weinig
voordeel brengen, duren lang,; ja het allerlangst
duren' de pro-deo-zaken en daaraan verdient de
procureur heelemaal niets. Waar ligt de oorzaak
van den slependen gang der processen dan wél?
Het antwoord moet luiden: in het systeem van het
'procesrecht. Deze uitspraak vereischt toelichting.
Want het publiek (óók het ontwikkeld publiek)
weet van het civiele proces maar heel weinig. Veel
beter kent men het strafproces, dat immers dagelijks
in de kranten in kleuren en geuren beschreven wordt.
Onwillekeurig stelt het publiek zich voor, dat
de behandeling der civiele zaken op dezelfde
wqze plaats vindt als die der strafzaken ter open
bare terechtzitting. De advocaat zoo meent
men -?verschijnt met zijn cliënt voor de rechters;
er worden getuigen gehoord, er wordt gepleit, ten
slotte wordt er vonnis gewezen. Dat het vonnis
zoo lang op zich laat wachten, verklaart men
zich dan hierdoor, dat de zaak nog maar steeds
niet voor" komt. Deze denkbeelden nu zijn
volkomen onjuist. Het civiele proces wordt geheel
of bijna geheel schriftelijk behandeld. Slechts bij
de kantongerechten is mondelinge
behandelinggeoorloofd. Overigens worden de argumenten voor
gedragen uitsluitend in schriftelijke stukken,
conclusies genaamd. Deze conclusies worden bij de
rechtbanken en gerechtshoven ingeleverd door
procureurs, bij den Hoogen Raad door advocaten.
In het meerendeel der civiele processen heeft het
rechterlijk college de partijen zelve nooit aanschouwd.
De partijen zijn daardoor voor de rechters slechts
abstracties, chineesche schimmen, verschijnend
op het papieren scherm der conclusies.
De terechtzittingen worden wekelijks gehouden
op bepaalde dagen (roldagen). Op zulk een roldag
leest de deurwaarder met luider stem de lijst (rol)
der aanhangige processen voor. Bij de
uitroepingvan iedere zaak wisselen de procureurs de con
clusies. Bij de rechtbanken te Amsterdam en te
's ravenhage staan tegen de groote vacantie
dikwijls meer dan duizend zaken op de rol. Het is
duidelijk, dat de stukken, die op zulk een dag aan
de rechters worden overgegeven, niet dadelijk door
dezen kunnen worden bestudeerd. Zij worden dan
ook slechts aan de hoede van den griffier toever
trouwd, die ze zorgv.uldig bewaart. Eerst als alle
conclusies (eisch, antwoord, repliek, dupliek)
Kunsthandel D. G. SANTEE LANDWEER
Heerengracht 396 Amsterdam
Tot "l December Tentoonstelling graphisch
werk door ROD. BRESDIN
Het verdrag tusschen Frankrijk en Zuid-Slavi
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
ZUID-SLAVIËTOT ITALIË: ALS JE HET MIJ NOG VERDER LASTIG MAAKT. DAN ROEP
IK MIJN GROOTEN BROER!"
gewisseld zijn, worden nieuwe copieën dezer
documenten, in een dossieromslag verpakt, aan
de rechters ter hand gesteld. Eerst deze stukken
worden het voorwerp van de studie der rechters.
Dikwijls blijkt nu de noodzakelijkheid getuigen
te doen hooren. Daarvoor is een afzonderlijk vonnis
noodig: het interlocutoire vonnis. Dit wijst aan,
welke feiten bewezen moeten worden en waar en
wanneer de getuigen moeten verschijnen. Het
getuigenverhoor, in het afschuwlijk en
onvaderlandsch procesjargon enquête genoemd, wordt
gevolgd door een tegenverhoor of contra-enquête.
Dit laatste dient om de tegenpartij in de gelegen
heid te stellen de verklaringen der gehoorde ge
tuigen te ontzenuwen. Nu begint de conclusie
wisseling opnieuw en daarna valt meestal het
eindvonnis. Zoowel onmiddellijk vóór het inter
locutoire vonnis, als onmiddellijk vóór het eind
vonnis kunnen de pleidooien gehouden worden.
Verplichtend is dit stukje mondelinge
behandelingechter niet. In vele gevallen wordt dan ook in het
geheel niet gepleit. Dan is het proces dus heelemaal
van papier" !
Teneinde nu den lezer niet te vermoeien, hebben
wij het civiele proces zoo eenvoudig mogelijk
voorgesteld. Doorgaans is het veel ingewikkelder.
Binnen het proces kunnen zich namelijk over
ondergeschikte kwesties weer kleine procesjes
voordoen: de incidenten. Dat is tooneel op tooneel,
film op de film. Men wil bijvoorbeeld een derde
in het proces roepen om zijn medewerking te
krijgen bij het afweren van den ejsch (vrijwaring).
Alweer wisseling van conclusies. Papier, papier.
Of men wil een eed opdragen: wederom een
tusschenproces over de toelaatbaarheid van dien eed.
Papier en nog eens papier. In den regel staat
tijdens het tusschenproces het hoofdproces stil.
Eerst als het tusschenproces geëindigd is, vervolgt
de groote papiermolen van het hoofdproces zijn
slakkengang. Wij zwijgen hier nu maar van de
behandeling in hoogere instanties: appèl en cassatie.
Wij zeiden daareven, dat de procureurs ter
terechtzitting de conclusies wisselen. Dat moet
men niet al te letterlijk opvatten. Het opmaken
der stukken vereischt grondige studie. Niet altijd
zijn op den roldag de conclusies gereed. Dan vraagt
de procureur uitstel. Op zich zelf is dit niet erg.
Maar van dit uitstelvragen is in den loop der tijden
schromelijk misbruik gemaakt. Er zijn gevallen
bekend, dat ten behoeve van zeer eenvoudige
conclusies twintig, dertig keer uitstel werd ver
zocht. Elk uitstel bedraagt ten minste acht dagen.
Voordat de wijzer van de procesklok n conclusie
verder was, verstreken dus vele maanden. Soms
kwam die uitstelvragerij voort uit sleur cii gemak
zucht. Dikwijls <>cbt -i- maakt- /ij d<>;-l uit v an de
procestactiek.
Minder nobele strijders trachten veelal door de
zaak te rekken hun. tegenstander a.f te matten. Zij
passen den ouden regel toe: .,een krijgsman wint al
veel, a.l wint hij niets dan tijd". Dit gelukt hun
door uitstelvragen niet immer. Want daarvoor
is de toestemming der tegenpartij noodig. Wordt
deze geweigerd, dan netten /ij gefingeerde
tusschenprocosjes op. Een teekenend geval van dien aard
speelde /ich een aantal jaren geleden in Indiëaf.
Een jongmensch werd door een schuldeischer
vervolgd en bedreigd met gijzeling. Zijn erfoom
was reeds ernstig ziek. De procureur wist het tegen
den jongen man aangevangen proces door uitstel
vragen en het scheppen van tusschenprocesjes zóó
lang te rekken totdat.... oom dood was. De jonge
man verloor het proces (hij was het geld schuldig)
maar hij kon nu met hot geërfde kapitaal zijn schuld
eischer betalen en ontging de gevreesde gijzeling.
Vóór 28 Juli 1924 moest de rechter het uitstel
verleenen, als de tegenpartij daarin bewilligde.
Bij een wet echter, dio op dezen datum in werking
trad is bepaald, dat de rechter het uitstel kan
weigeren, als dit zou lijden tot onredelijke ver
traging van het geding. Heel veel helpt deze wet
niet. Reeds dadelijk werden middelen uitgedacht
om haar te ontduiken. Tot verontschuldiging
daarvan moge strekken, dat zij soms voor
bonafide-uitstelvragers tot onbillijkheden leidt.
Is er een geneesmiddel tegen de langdurige,
pijnlijke en kostbare procesziekte? Of blijft gelden
het troosteloos woord van Faust: Es erben sich
Gesetz und Rechte wie eine ewige Krankheit fort ?
Een afdoend antwoord is in deze korte schets niet
te geven. Doch dit staat vast: mettertijd zal de
wetgever voor eenvoudige rechtszaken mondelinge
behandeling moeten invoeren. Vooral in zaken,
waarin het eeuwig menschelijke" betrokken is
(echtscheiding, alimentatie van behoeftige ouders,
vaderschapsonderzoek) moet de rechter dadelijk
in nauw contact gebracht worden met de personen
zelve, wier levensgeluk op het spel staat. Deze
behooren niet schuil te gaan achter de toga's
hunner procureurs. En in geen geval is verbetering
te wachten, indien niet rechters, advocaten en
procureurs bevrijd worden van de papiermassa's,
die hen en dikwijls ook het Recht dreigen te ver
stikken.
TABA SIGAREN
~ ** ZIJN TOCH DE BESTE -*