Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 NOVEMBER 1927
No. 2634
Dramatische kroniek
door TOP NAEFF
!*'
K
HatriM-Thcatert Golem, Ben dramatisch
gedtclit door J. Leiwik
tweede voorstelling van het Hebreeuwsch
'theater heeft, het is algemeen erkend,
doorde hooge waarde bevestigd van deze
en den bepaalden stijl, waarnaar
; gestreefd wordt, als den voor dit repertoire
j aangewezenen doen begrijpen. Bij Dybuk" viel,
"? meer dan ons gewenscht voorkwam, de algeheele
'>nadruk op het demonische, waardoor veel van
de lieflijkheid en de aandoenelijke trouw van dit
'.eeuwig bruidspaar te loor ging. Het tweede
beJoodsche bruiloft, waarvan de
comi positie bji lezing niets .geringer dan Goethe's
L .Paaechraögen" in herinnering brengt, werd?het
: caricaturaal beeld van den onnoozelen vrijer nog
? tot een helsch vizioen verwrongen,
? dat ons deze allegorie iets nader bracht tot
gemoedstoestand der, door geheel andere
j gijnen gekwelde bruid; terwijl al het menschehjke
;^ erin «tokte. Het samengetrokken derde en vierde
' [verloor veel, doordat aan de poëtische stijging
hemelsche bruiloft de tijd niet kon
^Worden gegund; van de innige woorden, die daar de
bbijn spreekt, zouden we, ook al hadden
j ze verstaan, zijn afgeleid door het meer
kinder^: aphtig-gebeimidimig dan mystiek
tooneel-arrangeen .het uitdrijven van den demon nam, als
i executie aan den/lijve, alle huiverige aandacht
::in beslag- Bij dit mooie werk van Ans-ki zouden we
Stellig den klemtoon liever op de dichterlijkheid
:gelegd zien dan op de Magie".
i
' Heel wat sterker kt de hand gehouden bleek ons
Golem" (regie Werschilow). Hier overtuigde de
:vorm in zijn volkomenheid en niets trof meer als:.
' opzettelijk of buitensporig. In Rusland heet dit
Habima-tooneel trouwens reeds lang te gematigd
om met het Sowjet-modernisme te concurreeren.
., In Nederland bezitten wij van jaren her voorbeel
den van styleering in dezen geest: de oorspron
kelijke opvoeringen van Elckerlyc", van Luci
fer", van den Gjjsbreght". Ja, hoe gaan onze
gedachten bij dit schouwspel naar Vondel uit!
'Wat zou onze Vondel kunnen zijn voor deze
Habi, ma-groep indien hij Hebreeuwsch geschreven had!
En hoe bitter betreuren we den tooneelgeest in ons
land, die elk ernstig streven ook in deze richting
onmogelijk heeft gemaakt en de eervolste taak
onvervuld laat: Vondel, den zoogezegd
ondramatiachen, maar met dat al eenigen tooneeldichter in
'den grooten stijl, dien wij bezitten, met alle
middelen der visionnaire regie levend te maken
voor ons volk. Als een boek met zeven zegelen ligt
daar nog een Nederlandsch repertoire, waarvan
een groot deel, ongekend, gelijk eenmaal de opvoe
ring van Adam in Ballingschap, een openbaring
van. speelbaarheid" zou kunnen zijn. Waar zijn
de geestelijk en lichamelijk getrainde krachten,
wier plastiek de scherpte, de levendigheid, wier
wezen de musische bewogenheid heeft van deze
spelers? De krachten van het tweede en derde plan,
'die zich een dergelijk expressie-vermogen hebben
eigen gemaakt en zich dan jarenlang willen onder
schikken aan zulk een vrome tucht? Wat baat al
het gepraat over de toekomst van ons tooneel"
- en de moderne verfrisschingen, aan revue en
tingeltangel ontleend, wanneer daarnaast de edelste
plicht verzuimd blijft? Niettegenstaande de
tech. nische tooneeluitrusting, waarbij in vroeger jaren ?
het metaphysische zooveel gevaar liep, thans ? in
orde mag heeten, en de belichting aan wonderen
niets meer te wenschen laat. O land van de Olym
piade, hoe haalt ge die schade in !
Scherp prenten deze tooneelbeelden zich in he^
.geheugen. Uit de onwezenlijke wereld van den
Golem" komen we den gansenen avond niet uit,
en bjj het verlaten van den schouwburg zijn wij
; als van het gewone stads-aspect vervreemd. De
handeling zuiver symbolisch, doch hoe boeiend
daarbij als legendarisch verhaal! Rabbi Löw schept
de oerkracht uit leem, en meent haar te kunnen.
bezielen, om de vijanden der Joden te verdelgen
op zijn bevel. Iets prachtigs deze kolos, ontwakend
uit zijn onbewusten staat, om er ten slotte weder in
terug te keeren, nadat hem het volledig
menschzijn is mislukt: een tragedie l En naast dit wezen
van louter instinct, de nog tragischere menschehjke
Geest, hi zijn hoovaardigheid en zijn val.
Denn mit Göttern
Soll sich nicht messen
Irgend ein Mensch.. .."
Grootsch en schoon was het, in het clair-obscur
van dit kader, deze beide krachten te zien worstelen
met God. Den Messias erkennen zij in hun. blinden
ijver niet, drijven hem uit.... Rampen ont
ketenen zq, waar zij het goede zochten. Het
lichaam stort ter aarde, de geest, als Lucifer,
tuimelt van zyn zegewagen.
Hoe kregen wij, die geen woord verstonden van
de taal, hier nochtans het besef van grootschheid
en verhevenheid! Met meesterhand waren de
figuren geschikt, -zonder te verstarren, want ieder
figuurtje was een levende wereld op zichzelf.
Hier beving ons ontroering van, hooger orde, om
schoonheid van symbool. Het eeuwig verlangen
naar den Verlosser, dien ieder voor zich wil scheppen
en die daarom nooit komen zal, trok smartelijk
door deze vertooning, waar het bloed van Jood en
Christen vloeide langs de straten om een
hersengedrocht. En welk een heimwee zuchtte er uit die
verloren wezens, verdreven uit den toren, het
bloedbad tegemoet
Tschemerinsky was Rabbi Löw, de kunstenaar,
de uitverkorene, die den Schepper gelijk wilde
zijn. Een schitterende prestatie. Messkin heette
de acteur, die den Golem, zijn schepping, het ont
ketend geweld, machtig creëerde. Een waanzinnige
van Ben-Ohaim, een fascineerende, nochtans be
vreemdende en weinig overtuigende Messias" van
mevrouw Rowina.
Het is uitteraard het Hebreeuwsch sprekend
deel onzer bevolking, dat het meest van deze
bijzondere avonden in den schouwburg geniet. De
poëzie, de innige symboliek van het oude geloof,
de heftige en intieme schoonheid van zijn ritueel,
al dit lijden en belijden van eigen bodem, en uit de
eigen ziel. Maar de andersdenkenden moeten toch
vooral niet meenen bij den aanblik der zaal treft
ons deze veronderstelling dat zij er niet genoeg
aan zullen hebben". Want juist dit is het ver
heugende: een vertooning als de Golem" beweegt
zich op een. plan, waar alle uiterlijke verschillen
wegvallen en wij den eeredienst als een dichterlijke
eenheid beseffen.
Het nieuwe Tooneel in het nieuwe
Rusland, door Nico Rost (Uitg. Van
Loghem Slateros, Arnhem)
Nico Rost, die zich ter plaatse op de hoogte.
heeft kunnen stellen, hield een lezing over dit onder
werp, welke eerst in De Stem", en thans als af
zonderlijke brochure verschenen is.
Voor hen, die van het Nieuwe Rusland" alle
zegeningen verwachten, zal dit boekje, waarin hij
de modernste tooneel-constructies" beschrijft en
doet uitkomen hoe deze wijze van ensceneering,
waarbij de acteur zum Werkzeug einer
ausdrucksvollen socialistischen Propaganda" dient, het
onafscheidelijk gevolg is van. den politieken toe
stand en den invloed van Lenin, ongetwijfeld
veel wetenswaardigs bevatten. Ook in verband met
de imitaties, die men in het overige Europa van
deze, in hoofdzaak aan den regiseur Meyerhold
toegeschreven hervormingen hier en daar te ge
nieten krijgt.
Wie van deze vernieuwingen de zaligmaking
voor het tooneel niet verwachten althans niet
voor West-Europa en in dit naar een vast recept
forceeren van den, uit elk tooneel-kunstwerk voor
zich voortvloeienden' speelstijl, ook wel eenige
pose meenen te zien, zullen het lezen om de curiosi
teit. Zij zullen misschien, even verwonderd zijn
te vernemen: Elk gezelschap heeft dan ook be
halve een eigen tooneeldokter zijn eigen verpleeg
ster, die aan den troep verbonden, is en de eerste
hulp verleent, wanneer ongelukken plaats vinden."
Doch dit niet lang. Wie verwondert zich nog in.
deze wereld? En wanneer we de tusschen den
tekst geplaatste afbeeldingen nader beschouwen,
dan gelooven we graag, dat er te midden der binten
en. balken van het moderne tooneel voldoende
levensgevaren. dreigen on> zoowel dokter als ver
pleegster een behoorlijke praktijk te waarborgen.
Een in het bijzonder gevaarlijke onderneming:
lijkt mij, naar het plaatje, de opvoering van
Crommelinck's Le cocu magnifique", of wat daarvoor
doorgaat. Een knibbelspel van brandladders en
droogrekken, waarbij op den achtergrond twee
reusachtige raderen treffen", volgens Nico Rostr
in den vorm van een C. en een R., de
aanvangsletters van den familienaam van den dichter".
A. is een aapje, en Gr. is Crommelinck. Wij hebben
in Amsterdam eenmaal van dit mooie, landelijke
tooneelspel een primitief geënsceneerde, maar
doorhet spel gesublimeerde vertooning gezien, door het
gezelschap van LugnéPoe, waarmee ik voor mij
al heel in mijn schik was. In. onze verbeelding zien
we het drama nog dichterlijker, aan de oevers var>_
de Leye in het weelderig land van Vlaanderen.
Maar dat neemt niet weg, dat ik door die
boterletters midden in het tooneelbeeld, als het
fabrieksmerk van den dichter of het keur van de
Sowjetrepubliek, inderdaad getroffen" ben, er gansch
verbouwereerd van sta.
In hoever zooiets nu dienstig kan zijn aan de
beginselen en idealen van de Republiek, uit een
politiek oogpunt, zou ik niet kunnen benaderen, en
behoef dit ook niet te doen, aangezien ik nog het.
ouderwetsch standpunt belijd, dat de kunst op
haar terrein meesteres dient te zijn, en zich der
halve niet dienstbaar" kan maken aan alle
stroomingen, illusies en vergissingen van. den dag.
Maar wel wil ik gaarne op gezag aannemen, dat
het nieuwe publiek in Rusland, dat niet beter
weet of het behoort zoo, met deze constructies"
niet minder ingenomen is dan het oude publiek,
dat ook eenmaal jong was en genoot en slikte
wat het als het tooneel van zijn tijd" werd voor
gezet, met de gebraden, coteletten op Voerman
Henschel's disch.
Naar Amerika gaan, volgens den heer Rost,
de blikken in het nieuwe Rusland. Moskou
eenRussisch New-York. Het ligt voor de hand, dat
men daar, in het land der onbegrensde mogelijk
heden op technisch gebied, vlotter aanslag zal
vinden dan in het oude Europa, dat in de kunst
met eenig cultureel verleden rekening te houden.
heeft.
Of intusschen het tooneel van Meyerhold oofc
in Europa nog veel apostelen zal maken en het
streven lang nieuw" zal blijven? Nico Rost
gelooft en hoopt van wel. De kiemen van het,
nieuwe Tooneel, dat zeker eenmaal komen zal.
zijn door Meyerhold gelegd", besluit hij.
Niemand kan er eigenlijk veel op tegen hebben >
Immers, naast deze particuliere evoluties blijft
toch altijd nog de tooneelkunst bestaan om haar
zelfswil, een tooneelkunst, waarbij het genie van
den dichter voor het genie van den regisseur niet
onder behoeft te doen, en waarbij de uitvoerende
kunstenaars nog handen vol werk hebben om niet
al te ver beneden het onderwerp en den keerkrirag
van den scheppenden geest te blijven.
neu VBA&E
UTRECHT
CATALOGUS
UEJDEN
DEN HAAG