De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 3 december pagina 14

3 december 1927 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

'SÜSSÖ-,.** ::»«iMSsa» ;DËGftÖME AMSTERDAMMER VAN 3 DECEMBER 1927 No. 2635 l' h Schilderkunst door Mr. M. F. HENNUS Eea weinig verblijdende uitgave Hiet lang geleden verscheen bij den uitgever de Lange een reproductie van den zoogeiden atlas van Fouquet. Ik geloof dat niet alle ""grienden van dien atlas dezen herdruk" met iflftverdeelde vreugde hebben begroet. Van tweeën «een, meenden zij, of men heeft het geld en de belangJgtelling en koopt een echten B\>uquet, of men heeft .reen. van die beiden niet en onthoudt zich. Een .kostbare reproductie bevredigt den waren lief-hebber niet en heeft geen zin voor wie zich niet interesseert. En deze reproductie was kostbaar. Jn prijs gaf zij den echten niet veel toe. Maar thans, aangemoedigd door een vorig succes, Jtomt dezelfde uitgever voor den dag met een ver-, jzameling van. de belangrijkste (Nederlandsche) gezichten, steden, dorpen «n kasteelen uit vroeger ?eeuwen". Hij noemt deze verzameling Oud-Nederland en geeft haar uit met een voorwoord . -van Professor Brugmans. Hij maakt er wat men Aoemt een kloek" deel van, op zwaar papier «gedrukt n voorzien van een band die in prospectus"taal fraai" heet. Dit boek brengt op 160 pagina's .bijna tweemaal zooveel gezichten. Wie het inkijkt 'weet meteen voor wie het bestemd is. Het is het -aangewezen St. Nicolaas-cadeau voor den beschaaf den Nederlander die van de graveerkunst en de topo^rafie van zijn. vaderland niet de minste notie heeft, Voor wie de eeuwen aan de laatste voorafgaande een duister allegaartje zijn, door eenige jaartallen .spaarzaam verlicht, en die niet gewoon is tusschen «origineelen en reproducties onderscheid te maken. De uitgever kent deze gepresumeerde clientèle en maakt van haar bedenkelijke eigenschappen een ?dankbaar gebruik. Hij acht zich ontslagen van elke rangschikking of groepeering anders dan de plaat.selijke; hij doet geen enkele poging om zijn publiek «p te voeden of het den weg te wijzen; hij spaart .zich de moeite om een zelfde stads- of dorpsgezicht ?door eenige eeuwen heen te vervolgen of om het "verschil in interpretatie te laten zien van een «elfde pakkend stadsbeeld- door verschillende kun stenaars; bij onthoudt zich zorgvuldig van het aan geven der procédés waarnaar zijn plaatjes gerepro duceerd zijn, van de boeken waaruit hij ze overnam of van de kunstenaars aan wier hand ze hun ont?staan danken en hutspot kopergravures, litho's en -aquatinten broederlijk dooreen. Maar vooral waakt hij tegen het geven van jaartallen. Hij .neemt die alleen over als zijn voorbeeld er hem toe -dwingt en laat den beschouwer de taak om uit een omslagdoek, een stoomboot, ofWn hoogen hoed te ?concludeeren dat hier en daar de,.vroegere eeuwen" Tiog niet al te lang voorbij zijn. Wat deert het hem of kiekjes uit een zelfde plaats ?elkaar gezelschap houden die een eeuw in tijds gewricht uiteenloopen en waarvan de origineelen van geheel verschillend maaksel zijn? Vroegere ?eeuwen zijn vroegere eeuwen en Nederland is ^Nederland. Toch hoop ik dat de uitgever in dit geval -zijn publiek onderschat heeft. In zijn keuze" beperkte hij zich in hoofdzaak tot de 18e eeuw en van de tallooze topographische werken uit dien tijd "toonde hij een voorliefde voor dat Kabinet van iedendaagsche gezichten" dat in 1745, ter ophel?dering van den Tegenwoordigen Staat der Ver-eenigde Nederlanden, bij Isaac Tirion verscheen en dat den glorieuzen titel draagt van Het ver heerlijkt Nederland". Dit boek komt geheel of teu ?deele op elke veiling voor, menig deel uit den Tegenwoordigen Staat" is met extra prenten eruit doorschoten en de prijs van eenige honderden «origineele prenten is aiet hooger dan deze uitgave. Een vergelijking met deze origineelen moet dus velen mogelijk zijn en zulk een vergelijking kan niet anders dan de oogen openen voor wat hier ^geboden wordt. De prentjes uit Het verheerlijkt Nederland zijn geen meesterstukken, ondanks de bekoorlijke verteltrant van de Beijer, Pronk en eenige anderen. Maar tegenover deze reproducties zij juweeltjes, schitteren ze van licht, tintelen TUYNENBURG MUYS ze van leven en blijkt Tirion's Nederland inderdaad verheerlijkt". Professor Brugmans eindigt zijn voorwoord met de opmerking dat de voortreffelijke techniek van dezen tijd het mogelijk maakt uitnemende repro ducties van onze oude prenten in ruimen kring te verspreiden. Wie wel eens een goeden veiling catalogus ontvangt, weet dat dit zoo is. Maar dan zegt Professor: deze reproducties komen de oor spronkelijke gravures zoo nabij dat zij geheel de bekoring van het oude hebben." Het kan haast niet anders of Professor Brugmans moet dezen zin geschreven hebben voor hij de reproducties gezien had. Want die hebben heelemaal geen bekoring en vooral niet die van het oude". Ze zijn absoluut ongeschikt om de liefde te versterken voor ons oude en schoone land". Ze missen wel precies dat gene wat de oude prentjes zoo aantrekkelijk maakt. Ze zijn verstoken van alle frischheid, allen geest, elk relief. Ze zijn noch aardig, noch luchtig, noch petillant, noch brillant; het is of een vaal, grauw, egaal en levenloos floers erover is uitgestrekt en ze verstikt heeft. En voor de warme tint van Tirion's best royaal, of klein mediaan of gewoon fransch .schrijfpapier is de doodende ondergrond en om lijsting in de plaats gekomen van een koud, dik, korrelig en akelig wit, papieren kleed. Het is de vraag of een uitgave als deze wenschelijk was. Waartoe de reproducties zoolang de origineelen nog moeten vallen binnen het bereik van ieder die zich deze namaak kan aanschaffen? Maar eenmaal de uitgave aanvaard, dan kunnen alleen kennis, smaak en liefdevolle verzorging haar recht vaardigen. Ontbreken die, dan ontstaat een werk dat n van de schoonheid van ons oude vaderland n van de gemoedelijke naieveteit der vroegere . teekenaars n van de bekwaamheid van hun graveurs een onjuist beeld geeft, een werk dat daarenboven de belangstelling in onze mooie oude topografische verzamelwerken achteruitzet. Eén goed origineel afdrukje is meer waard dan zulk een boek. Rodolphe Bresdins bij Santee Landweer, Heerengracht 396. Het is langzamerhand mode geworden Bresdins' grootste lithographie, .die met de voorstelling van den barmhartigen Samaritaan, met reserve te waardeeren. Zijn kleinere litho's en etsen zijn ,,veel mooier". Toch geeft juist deze litho den sleutel van zijn talent. Ze is een wonder van tech nisch uithoudingsvermogen, een staalkaart van bizarre invallen, opgebouwd tot een verbluffend exposévan tropische flora en fauna, en ze heeft met de geschiedenis van den Samaritaan weinig te maken. Bresdins, hoewel hij ook de vlucht naar Egypte en een rustende heilige familie in zijn prenten verwerkte, is geen vertolker van bijbelsche tafereelen. Zijn gemoed en zijn phantasie zijn niet diep, maar vol en uitbundig.Hij is een hartstoch telijk en uitvoerig verteller van zonderlinge en naieve bedenksels. Het begrip synthese kent hij niet; hij schrijft alles op en men heeft het gevoel dat hij begint, zonder dat het hem goed voor den geest staat, waar hij heen gaat. Maar hij heeft dit met de oud-hollandsche kleinmeesters gemeen, dat hij om de details het geheel niet vergeet. Overigens is hij heel anders. Het eenvoudige, de omgeving en de realiteit van eiken dag spreken niet tot zijn verbeelding; hij kan de schoonheid niet oproepen uit een nuchter stilleven of uit een bescheiden binnenhuis. In zijn moldavisch inte rieur is behalve een rijk uitgedost corps de garde" alles bijeengebracht wat dergelijke binnen kamers maar kunnen bevatten; zijn exotische landschappen schijnen te wemelen van een geheele tropische dierenwereld en knoestige boomtronken schijnen te eindigen in handen-wringende wezens. Geen wonder, dat zijn kleine prenten u meer zeggen dan de grootere: een zoo ongelimiteerde uitvoe righeid als de zijne is alleen op kleine schaal te aanvaarden. Wat daar geserreerd is en compact, wordt in de breedte volgehouden, leeg. Zoo schijnt een groote prent minder, omdat zij beter de grenzen laat zien van zijn talent. Bresdins kan slechts groot zijn binnen kleine afmetingen. En geheim zinnig, vol raadsels en mysterie is hij eigenlijk alleen in onvoltooide aanzetsels, zooals in vijf kleine etsjes vereenigd op een blad, bekend als les cinq planches". Het getourmenteerde en geëxal teerde van zijn verbeelding geeft aan een nagenoeg volledig oeuvre, zooals de heer Landweer laat zien, iets vermoeiends, iets egaals en men zou bijna zeggen iets eentonigs. De waardeering stijgt weinig naarmate ge hem beter overziet. Maar hij was een graphicus van zelden geëvenaarde technische Toegepaste kunst door OTTO VAN TUSSENBROEK Aanplak-b'iljetten uit het schilders-bedrijf Het Comitévoor Begularisatie en Werkverruiming in het Schildersbedrijf heeft een tweetal reclame-platen verspreid waarmede het inderdaad weinig gelukkig is geweest. In zeer gemeene kleuren gaf Jan Rot een schilder weer, staande, in witte werkjas gehuld, op een ladder, bezig een wonderlijk uitgeschulpte daklijst gras-groen te verven, terwijl Walter in schreeuwende tinten een groen spaar varken met rooden halsband, geketend aan een blauw hondenhok, naast een verfpot stelde. Bij beide biljetten vallen ook de in zwart afgedrukte, volmaakt karakterlooze letters op. De druk werd verzorgd door de Jong en Co. te Hilversum en door van Loenen en Sleper te Bussum. Dat er van zulk een geval heel wat anders te maken is, bewijst het bijzonder aantrekkelijk biljet door W. I'ijpers ontworpen, zie reproductie. Op witten grond slechts zwart en n enkele kleur, groen: twee voor elkander gezette zwarte verfpotten, waaruit twee kwaststelen steken en daarnevens twee tempermessen, waarvan het staal groen gekleurd is. Het rhythme der hoekige lijnen, even verbroken door de slanke ronding der beide pot-hengsels, is opmerkelijk geestig gevonden en goed sluiten zich hierbij de met een zuiver oog voor vlakvulling geteekende letters aan. Als dit biljet een eersteling is, wat wij ver moeden, dan smaakt het naar meer !".... Het werd gedrukt door Rotting te A'dam. HEU&iLH UTEIWfïhl bekwaamheid en van een niet overtroffen ge duld. Schiep hij dan uit een rustiger en gelijk matiger verbeelding dan gewoonlijk, dan kon hij, zooals in een,,ville au bord de l'eau'', een etsje maken dat in zijn doorwrochtheid en den rijkdom van zijn aspect het heele oeuvre van een Seymour Haden achter zich laat. Men kan zich geen grafischen kun stenaar denken, die meer volkomen een tegen voeter van Kembrandt was, dan hij. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl