De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 3 december pagina 18

3 december 1927 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROEN^ AMSTERDAMMER VAN 3 DECEMBER 1927 No. 2635 Duitsche obligatiën door C. A. KLAASSE i/"!"* OEN ik voor enkele maanden in f deze kolommen een .beschouwing r.wijdde aan de in Amerikaansche regeejf^'Üngskringen gerezen bezwaren tegen ^ de uitgifte van een Pruissische leening, ?j/ -eindigde ik mijn betoog met de stel' ling, dat hoewel die een questie tot ./tevredenheid van partijen was opJv gelost de financieele wereld het verdere J* verloop van hangende leeningsonder^ handelingen met spanning tegemoet zag, wijl het niet waarschijnlijk voor kwam dat deze controverse als op zichzelfstaand moest worden be schouwd, doch veeleer- wellicht het sein beteekende tot het openen van een campagne van de zijde der Daweserediteuren tegen het verstrekken van leengelden aan den gemeenschappelijken debiteur. Inderdaad is intusschen de Pruissische leeningsquestie een keerpunt gebleken n voor de emissiemarkt wat betreft nieuw uit te geven leeningen dus n voor de "beurs, waar de vroeger aan de markt gebrachte Duitsche waarden voor het meerendeel een min of meer gevoelige koersdaling hebben ondergaan. Wel Werden na het oplossen van het geschilPruissen nog nkele Duitsche leenin gen in Amerika ondergebracht doch dat gold productieve industrieele en bancaire uitgiften; overheidsleeningen waarvan een omvangrijk bedrag op het programma stond bleven onafgesloten. Sedert de moeilijkheden met de leening Pruissen hebben dan ook een drietal gebeurtenissen zich voorge daan, waarvan er een in hoofdzaak een uitvloeisel is van de beide andere, en welke gezamenlijk van tamelijk ver strekkende beteekenis zijn gebleken voor Duitschland's crediet in het buitenland. Allereerst is daar de me morandum-wisseling tusschen Gilbert en de Duitsche Bijksregeering, waarin de eerste vriendschappelijke" zij het critische beschpuwingen wijdt aan de financieele politiek van Rijk, Staten en Gemeenten. Hoewel in de pers sterk opgeblazen, is het optreden van den reparatieagent geenszins van beteekenis ontbloot; althans zijn de Dawes-crediteuren opmerkzaam ge maakt op de kans dat door toedoen van Duitsche overheidsinstellingen de reparatiebetalingen wel eens in gevaar konden komen. De gemoederen werden door Gilbert's memorandum in be roering gebracht, en stemmen gingen in Amerika en in Frankrijk op om de stelling te verdedigen dat de Dawesbefalingen preferent zijn boven den leeningsdienst van Duitsche buitenlandsche obligatiën. Hiermede werd in de aangelegenheid der Duitsche leeningen een tweede factor ingelascht. Kon men uit de Gilbert-bezwaren, en den steun die deze in de Ver. Staten vonden, minder gunstige verwachtin gen putten omtrent nieuwe emissies, de daarna gelanceerde Dawes-preferentie-theorie dreigde ook verkregen rechten uit oude uitgiften aan te tas ten. Geen wonder dat onder de gegeven omstandigheden voor de betrokken obligatiën te New-York en elders de stemming wat nerveus werd. en de koersen enkele percenten moesten prijs geven. De strijd om de voorkeur der reparatie-verplichtingen verflauwde overigens vrij spoedig; buiten Ameri ka heeft men aan dit punt nauwelijks aandacht geschonken, terwijl van de zijde der Dawes-crediteuren reeds was toegegeven dat ten opzichte van pro ductieve industrieele leeningen de stelling niet zou worden gehandhaafd. Zelfs al zou men op de preferentie zijn blijven staan, zou dit m.i. in zijn toe passing hoogstens een buitenwerkingstellen van de transfer-bepaling in de Dawes-overeenkomst hebben beteekend, hetgeen de bezitters van Duit sche dollarwaarden niet dan in ver wijderd verband zou kunnen intresseeren. Als derde factor van belang uitvloeisel van de beide voren genoemde moet melding gemaakt worden van het agreement tusschen de Duitsche Staten met betrekking tot de toelaatbaarheid van buitenlandsche uitgiften ten laste van Staten, Ge meenten en gemeentelijke instellingen. Tot het nemen van zulk een stap noopte wel Gilbert's tactiek. Daardoor was onder de aandacht van Amerika gebracht dat de tot dusverre door de Beratungsstelle uitgeoefende controle op buitenlandsche leeningen niet vol doende was geweest; een vervolmaking van het controle-apparaat lag dus voor de hand, opdat men een /ekere reëele basis kon scheppen voor nieuwe leeningsonderhandelingen. Uit den in houd van dit agreement noem ik slechts de algemeene stelling dat het wenschelijk is de buitenlandsche overheidsleeningen tot het uiterste te be perken, en vervolgens dat de opge nomen gelden moeten worden besteed uitsluitend voor productiepe doeleinden, in dier voege dat uit de investeering intrest en amortisatie kunnen worden bestreden doordat rechtstreeks goe deren of waarden" daaruit spruiten. Daaraan is nog een axiomatische clau sule toegevoegd, welke in den Engelschen tekst, van dit document ver spreid, als volgt luidt: ,,It is an essential point in this connection that the investments be it by augmenting export or by reducing import help to improve and to further the general economie situation". Vooral op dit laatste punt het eenige volkomen nieuwe in de over wegingen der Beratungsstelle dient de nadruk te worden gelegd. Men heeft dus ingezien dat tenslotte aan de ver plichtingen uit een buitenlandsche leening slechts voldaan kan worden indien de betalingsbalans in de toe komst verbetert. Wat zal nu van dit alles het gevolg voor de fondsenbeurs zijn? Aller eerst mag een inkrimping van den stroom van nieuwe uitgiften wel als vaststaand worden aangenomen. Voor kort werd bekend gemaakt, dat de Beratungsstelle die sedert eenigen tijd geen zitting had gehouden voorloopig geen aanvragen tot het aangaan van overheidsleeningen in het buiten land in overweging zal nemen. Men heeft derhalve de uitvoering der nieuwe richtlijnen drastisch ter hand genomen. Het aanbod van nieuwe obli gatiën. zal daardoor gereduceerd wor den en de kans op koersdruk, die men van een hernieuwd aanzwellen van den emissiestroom verwachtte, wordt ge ringer; hoewel van schaarschte van Duitsch materiaal in de naaste toe komst wel evenmin sprake zal zijn. Uit dien gezichtshoek zou voortzetting van de jongste dalende koersbeweging niet te verwachten zijn. Bestaan er andere motieven voor een aanhouden van die zwakke tendens? Het Dawesvoorkeur-argument mag men als bais se-motief toch wel veilig als afgedaan beschouwen, en zoo al het beruchte communiquévan de Guaranty Trust Cy. inzake Duitsche obligatiën dat overigens bleek onschuldig van opzet en slechts om formeele redenen ver spreid te zijn eenigen invloed op het koerspeil heeft uitgeoefend, is ook daarvan verder effect nauwelijks te voorzien. Toch is het mogelijk dat sommige houders zich, zoolang de ver houdingen nog niet volkomen geconBATSCHARISLC1PNER NIEUWE VEBPAKKING NARAG-CLASSIC" meest eenvoudige en [beslist spaarzame CENTRALE VERWARMING voor KLEINERE HUIZEN, ETAGE-WONINGEN, KANTOREN, WINKELS, enz. Geen Kelder noodig. Overal te plaatsen. Inlichtingen gratis. Met slechts n toestel van geringe afmetingen, opgesteld in keuken, hall of kamer, worden meerdere vertrekken verwarmd en BELANGRIJK aan brandstoffen, tijd en werk BESPAARD. Aanleg uitsluitend door Installateurs van Centrale Verwarmingen Fabrikanten: NATIONAL RADIATOR COMPANY Alleenveitegemvoordigers voor Nederland: PECK 6 Co. AMSTERDAM solideerd zijn. liever van deze waarden zullen ontdoen, terwijl anderen verdere koersdaling tegemoetziend tijdelijk tot verkoop zullen overgaan in de hoop later tegen voordeeliger koers weer in te koopen. Uit dien hoofde kunnen koersverliezen nog wel voorkomen. Indien mocht blijken dat van industrieele zijde nog in omvang rijke mate nieuw geld wordt gevraagd en de Duitsche nijverheid verkeert nog steeds in kapitaalnood zal men wellicht onder deze omstandigheden aantrekkelijker voorwaarden moeten bieden, en ook de koersen der in om loop zijnde obligatiën in overeenstem ming daarmede georiënteerd worden. Doch evenmin is het uitgesloten, dat het dieptepunt is bereikt reeds is het niveau der Duitsche dollarwaarden 4?6 % teruggeloopen en een ge leidelijke verbetering reeds thans te verwachten is. Waar de baissemotie ven in hoofdzaak uitgewerkt zijn wil het mij voorkomen dat het ergste in deze zeker geleden is; eenige vrees ten aanzien van de soliditeit van de cate gorie Duitsche fondsen lijkt mij in elk geval niet gemotiveerd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl