Historisch Archief 1877-1940
AMSTEKQkMMË* VAN 3' DECEMBER 1927
té.
ramatische kroniek
. door TOP NAEFF
WlUt. VM der Horrt?van der Lugt?Melserl
LÏBT altijd is de verstandhouding tusschen de
^*^Beetie 'van een' tooneelgez'elschap en den
zoo schoon als zij zou moeten
. Er zijn diverse graden van begaafdheid, en
, verband diverse graden van waardeering, er
artistieke verschillen en menschelijke
caramts, onbeslechtbaarheden, waarbij het van
i; ??Weerezijden wenschelijk kan worden geacht het
rt,«lkander pour l'amour de F art niet langer lastig te
>xnaken. Op deze gronden werd vóór ettelijke jaren
j| tüsschen het Schouwtooneel" en ons een
permaiaeuten wapenstilstand gesloten, door-den ijverigen
i; ezer van dit Weekblad in de hitte des seizoens
misf «Oblen ter nauwernood opgemerkt, en bleef ik ook als
} ^verstoken van de evoluties der heeren
Uk der Horst en Musch. Aan een boom, zoo vol
, mist men vijf, zes pruimpjes niet Maar
ding heeft mij bij het scheiden onzer wegen
i wel gespeten, namelijk: dat ik door de gegeven
Mttandigheid nu ook mevrouw van der Horst op
t'Schouwtooneel dezer wereld niet meer zou zien,
k d« gelegenheid om naar mijn beste krachten te
van haar talent, mij zou onthouden
jven. Ben mensch iets-ménschehjks blijft
ook aan den criticus getuigt nu eenmaal
f; het is, onder ons gezegd, de eenige troost
dit troosteloos bedrijf: nu en dan hard-op te
i: zeggen het was mooi gisteravond".
"Hoe dikwijls is bet mij gegeven geweest, Mevrouw,
uit den grond van mijn hart te zeggen en te
ren van uw werk. Veertig jaar, lazen wij
dagen in de dagbladen, speelt gij thans
tooaeel voor ons, en al teeg uw directeur mij aan
mpier, ik zou niet achter kunnen blijven met
erkentelijkheid. Want mijn eerste indrukken
den schouwburg vallen samen met uw eerste
wij waren om en bij de twintig, een paar jaar
en, een paar jaar eronder, en het was de tijd
Einsame Menschen", van Rosmersholm",
Het zevende gebod" de tijd ook van Ternooy
' Apèl, dien wij niet vergeten De Ned.
Tooneelbereisde meer dan eenig ander
gezeltp de provincie, en op een der
keukenstoelenn in een witgekalkte zaal had ik de eer te zitten
uw optreden, vijf, zesmaal in een winter. Hoe
i ik u verbeid door het bouwvallig deurtje van
versleten kamer", die zoowel voor
Vorsten«ehool" als voor Zwarte Griet" aan onzen
artis'jfcieken eisch voldeed I Hoe heb ik u bewonderd,
St'zonder dat de vraag of dit nu naturalisme" of
anders was, mij verontrustte, hoe ben ik van u
houden in de gestalte van deze eerste
vrouiguren, die iets in mij wakker maakten, en
,an gij u gaf met al den oprechten hartstocht
nw persoon en uw talent. Gij waart deze
luwen voor ons, wij hebben in haar geloofd als
onszelf. Anna" (Jeugd), Rebecca
(Rosmers.), Trude (Winterslaap), Jo (Op Hoop van
igen), Boos, de Sabbath-meid uit Ghetto. Er zijn
heel wat in de gracht gesprongen achter Sachel's
"IB na u. Maar van al deze ongelukkigen heb ik
??igeweten, dat ze zelfs niet nat werden op de matras
?oniierden steiger, terwijl gij, mevrouw, voor onze
jammerlijk verdronk.
Nadien kwamen de jaren van bewustwording en
cheiding, de wijze, en de alweer minder
vichtige... . Wij vonden dit.... en dat:
n bjjna al te gul gevoelsleven, tranen, die hoog
|fy;a5jrten en gemakkelijk vloeiden, een voor ons land
"^ongekend heftige overgave, een exuberantie... .
f."öaze ditjes en datjes kunnen op dit eenvoudig en
onnatuurlijk bloeiend talent, dat zich "altijd gelijk
[$. bleef, nooit veel vat hebben gehad, en bij al onze
P"ii3t»evindingen bleef ons hart het eigenlijk altijd even
r.'-'jgenegen. De pathetiek kwam bij deze actrice
IC immers nooit uit onzuivere gevoelens, en geen
;-zweem van pose kleefde er aan. Het was de
over" ' * van een licht-bewogen vrouwen-gemoed,
?r<dat zich uitleven moest wanneer het zich warm had
l' :geepeeld; een van alle verstandelijke restricties
^bevrijde, hartelijke ziel Een snik kon dan niet een
?tegen den neus gevouwen zakdoek met een kantje
y -aön, het was een ontlading, een innerlijke schok,
? '-«He klokte in de keel. En zoo ook welde haar lach,
. tiaar zeventiende-eeuwsche lach, dien Frans Hals
Het Italiaansch'Albaneesch Verdrag
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
TDE INTERNATIONALE INKTWERPER
had kunnen schilderen, warm uit de bron. Mevrouw
van der Horst is voor mijn verbeelding op het
tooneel altijd schoon geweest, niettegenstaande
haar gelaat in het dagelij ksch leven voor den
eereprijs niet in aanmerking zou komen; zij kon
er alles mee doen, er van maken wat ze wilde; zij
kan er voor mijn gevoelen altijd nog jong en ver
leidelijk mee zijn. Een beeld van doffe smart, een
Maria Magdalena, een oude vrouw met den
hulpeloozen blik van een kind; en op een anderen avond:
de passiebloem, een frissche, struische deern,
Molière's Nicole. Het zijn de metamorphoses van
binnen-uit, die de schmink overbodig maken;
sterke, veelzijdige talenten erkent men aan die
tooverkracht.
Mijn herinneringen kunnen bij deze overpeinzing,
die ik hoop, dat mevrouw van der Horst als een
bescheiden huldeblijk zal willen aanvaarden,
uiteraard weinig actueel zijn. Haar Aase" o.a.
heb ik alleen in mijn verbeelding gezien. Tot m'jn
voldoening kan ik er echter nog n aan toevoegen
van ietwat recenten datum. Ik ben namelijk
eens wederrechtelijk naar haar gaan kijken in De
Opschepper". En hoe ben ik voor dezen stap
beloond ! Wat m?vrouw van der Horst daar doet,
in dit Amerikaansche blijspel, dat zonder litteraire
pretenties en op een allround burgerlijk plan, de
eigenaardige factuur van Tsjechow's werken schijnt
na te streven, is meesterlijk; een Stanislawsky
zou het mij volmondig toegeven. Een familie
tafereel, waarin niets gebeurt, waar de menschen
als in De Kersentuin" maar in-en-uit-loopen,
doorheen drentelen, in de lucht lijken te praten.
Terwijl dan later blijkt, dat we niet slechts een
familie, maar allerlei rassen van menschen als
onze naasten zijn gaan kennen. Van dit huishouden
was mevrouw van der Horst ,,de Moeder". Zij zat,
met haar voeten op een bankje, haar uilenbril en
een doos bonbons binnen haar bereik, een truitje
te breien, uit verschillende wol-,,kloentjes", die om
beurten van haar schoot rolden. Zij liet nu en dan
een steek vallen, raapte hem op, en voor de rest
praatte ze. In allerhande toonaarden, al naar er, al
of niet, naar haar geluisterd werd, en leefde en
heerschte ! Nog nooit ben ik in zooveel onbenullig
heid zóó ontstellend geboeid geweest. En zelden
heb ik de macht van het tooneel begrepen als hier,
waar menschenleven gemaakt werd uit niets. Alleen
een groote actrice kan zich veroorloven een
geheelen avond zoo ingetogen humoristisch te scheppen,
kan een zóó sterke sfeer om zich heen weven, dat
die argelooze menschelijkheid poëzie wordt.
Het ziekbed is dezen winter een kwade con
current voor het tooneel. We hadden mevrouw
van der Horst, die al maanden gemist wordt, graag
een jubileum in fleuriger decors gegund. Maar
met des te hartelijker gevoelens mogen wij haar
dan nu geluk en beterschap toewenschen, mede
in het belang der velen, die haar talent eeren en
haar als vrouw genegen zijn.
N. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haag
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
B».
i