De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 4 december pagina 10

4 december 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

KERSTGESCHENK door Top Naeff 1,41- ' De vader van het meisje schreef aan de moeder van den jongen: Onze lieve Nannie zal het einde van het jaar niet halen. Wij moeten berus ten in God's wil." De moeder, die den brief uit de Pastorie naar gewoonte had willen voor lezen, maar terugschrikte voor dit treurig nieuws, legde hem opgevouwen aaast zich en verried alleen, zonder in den kring harer kinderen iemand aan te zien: Het gaat niet best met Nannie Reuder." Nannie Reuder was het meisje van Koen. Het meisje van zijn zomervacanties, het meisje, waarnaar zijn onbestendig hart altijd weer neigde. Tot voor weinige maanden was hij met haar geplaagd geworden. Toen kwam het bericht, dat zij in een ziekenhuis lag, dat een operatie met twijfelachtigen uitslag moest worden beproefd. Sindsdien werd over het gezin Reuder nog slechts in het algemeen, en met een zekere terughouding gesproken, terwijl niemand meer doelde op het kinderspel der vacanties, en Koen met geen woord na-vroeg.... Hij wist zelfs niet, dat zijn moeder bij de versnaperingen, die zij aan de kleine zieke zond, wel eens een extra mooie perzik pakte, met een strookje papier onderscheiden: Van Koen". Want de ouders hadden aan deze kinder vrijage tusschen den kerngezonden knaap en het zwakke dochtertje uit de Overijsselsche Pastorie nooit beteekenis willen hechten en de moeder wist niet te benaderen wat er omging in den gesloten jongen, met de lengte en het lichaam van een man en den blauwen oogopslag van een kind. Hij was de beruchte keeper van zijn Elftal en zijn hartstocht ging uit Baar het leven in de natuur;zijn zolderkamertje had hij tot aquarium ingericht. Meer feitelijks wist zij niet van dezen zoon, dien zij heimelijk boven haar andere kinderen liefhad, omdat ze in hem de krachten vermoedde, die ze in zijn vader vergeefs had gezocht. Dien avond echter, nadat de schuwe gedachtenwisseling over het leed in het bevriend huis was verloopen, en de jeugd, die aan den dood niet denken wilde, verlicht haar wegen zocht, riep zij hem terug: Koen!" Als op een vlucht achterhaald, hield hij in. Wanneer begint de Kerstvacantie op de H. B. S.?" Zonder den knop van de deur los te laten, antwoordde hij: De 23516, Vrijdag." Koen, ik had zoo gedacht.... Nannie en jij.... jelui waren altijd zulke.... goede kameraden". Zij zag den jongen kleuren en toen grauw-wit worden, vervolgde na een oogenblik: Misschien zou ze het prettig vinden, als ze je eens zag?" Daar had je het, joeg het door Koen's kop, daar sprak moeder het uit, dat, wat hij wilde, en niet wilde Ze is erg ziek, Koen, erger dan ik daareven...." haar hand maakte een aarzelend gebaar naar den brief, doch zijn oogopslag, schielijk en achter dochtig, weerhield haar nog eenmaal erger dan ik daareven heb laten blijken. De operatie heeft niet mogen baten, zooals de dokters wel vreesden, en zij is heel zwak Zóó zwak, schrijft haar vader, dat het wel eens kon gebeuren " Stug, allen in zich betrekkend, nu zijn bangst vermoeden ook voor anderen werkelijkheid werd, en zoo binnensmonds, dat zij hem ter nauwernood ver stond, mompelde hij : ,.Dat dat wisten we toch". Geen mensch kan dat weten. Wij moeten er alleen rekening mee houden. En niet uitstellen wat wij voor haar zouden willen doen. Bij alle pijn, die zij lijdt, zal de gedachte dat jij, haar beste vriend" hier moest zij het kinders^el in droevigen ernst aanvaarden haar niet vergeet, een zonnestraaltje voor haar zijn." Hoe weet u dat nou !" Het ontviel hem bijna verachtelijk. Wat wist moeder nu van wat er in Nannie omging ! In deze Nannie, die voor hem al zóó ver was.... Voor wie, in de onbegrijpelijke wereld, waarvan zij het middelpunt vormde, zoo'n jongen als hij al lang niet meer telde. Zijn moeder besloot, over de vraag, die voor haar geen vraag kon zijn, heen: School-verzuimen zou natuurlijk niet gaan, en op een Zondag, daar zou Nannie's vader misschien iets tegen hebben.... Maar nu het over een goede week Kerstvacantie is...." Koen knikte. Hij had van het eerste woord af geweten, dat het gebeuren. moest. Nu moeder het óók wilde. Had hij het eigenlijk niet al weken, maanden geweten Als je met de eerste trein gaat, kan je er een paar uren blijven en 's avonds weer thuis zijn." Ja, moeder." Zijn beenige hand, ver uit den te korten mouw, strekte zich opnieuw naar den deurknop. Het was nu beslist. Alsjeblieft geen gepraat er meer over. Lang zal je ook wel niet bij haar worden toegelaten in het ziekenhuis...." Hij was de kamer al uit. Koen's vader vond den jongen te jong voor dezen tocht. ;,Vijftien jaar Indrukken op die leeftijd blijven levenslang bij". Daarom juist, wilde zijn moeder, dat hij ging. Onwillekeurig scherper, meende zij: Als een jongen oud genoeg is om een meisje te kussen je hebt er je op die avond achter in de boomgaard boos genoeg over genrnkt dan is hij ook oud genoeg om haar vriend te zijn in de nood. Haar dan nu te toonen, dat hij veel van haar houdt." Het vrouwelijk standpunt, dat zij aan dit voorbeeld in het klein verdedigde, zette de kinder-vrijage in een, den vader verbluffend licht. Ik had het de jongen maar liever bespaard", mompelde hij. Je kunt elkaar, en jezelf, niet altijd alles in het leven besparen. Nu is Koentje nog een kind. Maar over een paar jaar is hij een man." Ontbijten met de lamp op.... Moeder was beneden geweest, had op haar stille wijze gezorgd, zijn boterhammen ingepakt. Nauwelijks gesproken hadden ze samen in dit vreemde vroege uur, waarin zij voor het eerst als menschen tegenover elkander zaten, nu ook de jongste het leven in ging, het smartelijkschoone leven, dat geleefd wil zijn. En gelukkig had moeder niet gevraagd wat er in het mandje zat, dat hij tot zijn vertrek onder de trap had laten staan, en dat hij thans, in de leege derde-klasse, recht hield op zijn schoot. Vijf uren deed deze trein erover. Des te beter, dacht hij, huiverend in zijn winterjas. Hij verlangde allerminst er gauw te zijn. Terwijl de trein door den guren ochtend reed, langs wegen en weiden, waar de telegraafpalen en de kale boomen als met houtskool stonden geschetst, zocht hij, in de verwarring zijner jonge gewaarwordingen, naar een betrouwbaar gevoel. Had hij werkelijk zoo veel van Nannie gehouden als moeder nu opeens, nadat ze er altijd om gelachen. had, in ernst geloofde ? Hoe kon hij er dan zoo tegenop zien om naar haar toe te gaan ? Nannie Haar zusje Stans vond hij ook aardig. Op het laatste H. B. S.-bal had hij bijna onafgebroken met Lizzy gedanst. Een geluk, dat Nannie daarvan niets wist. Lizzy mocht hij wel heel graag. Maar toch niet te vergelijken?Dat liet zich al vanzelf niet vergelijken. Nannie was blond en Lizzy die kwam uit Indiê. Misschien was het tegenover de zieke Nannie niet lief geweest den heelen avond met hetzelfde meisje te dansen Hij had bekende hij zich thans aan Nannie niet veel gedacht. En Lizzy was een sport-type wat het zwakke dominee's dochtertje nooit kon zijn. Och.... er waren zooveel meisjes, die hem zochten, en die hij ook aardig vond, de eene om dit, de andere om dat.... Een boemeltrein. Leege perrons, met hier en daar nog een brandende lichtpeer. ....Maar Nannie, die geleek op geen van allen. Je kon niet denken aan iemand die je kende, als je bij Nannie was. Je dacht dan aan de meisjes uit de boeken van Dickens, waaruit Dominee voorlas, aan Alice in Wonderland, en aan het meisje met de gebroken kruik op het schild van den scheurkalender.... Dat zooiets liefs.... dat Nannie, met al wat er aan haar was.... haar oogen.... en haar haar.... en haar stem.... nu zoo maar ineens.... weg kon zijn.... verdwenen.... Koen stond op. Hij zette voorzichtig het mandje in een hoek van de bank en liet het raampje, waar natte lucht in woei, heelemaal zakken. Hij stak zijn hoofd ver er uit. De rails glommen als zilver, eindelooze lijnen, vóór, achter, waar je keek. De wind, die zijn haar naar n kant rukte, deed hem goed. Hij had, afleiding vindend in de drukke dagen vóór het Kerst-rapport, de gedachten aan deze reis tot dusver kunnen opschuiven, thans voor het eerst zag hij dóór

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl