Historisch Archief 1877-1940
t:
de voordeur wachtte, dit weerzien, als aan het uiteinde der wereld, dat zijn
moeder had gewenscht. Werd hij verwacht? Had men haar verteld, dat hij,
Koen de Wijs, komen zou, dien morgen vroeg op reis was gegaan? Om die
vraag aan te durven.... In de Pastorie waren alle gedachten naar den
verneder tijd gekeerd geweest.
Het kamertje, waar Nannie Reuder lag, aan de achterzijde van het gebouw,
werd hem, na korte spanning, door den portier gewezen. Een breede gang, en
dan links-om, een smalle zwarte cijfers op de deuren. Nannie had kamer
tien. Een verpleegster kwam hen tegen, naar wie Koen, in het voorbijgaan,
met een linksche beweging boog.
O", zei de Zuster, u ben zeker.... u mag binnengaan. Maar niet te lang,
en weinig spreken".
Als in het luchtledig liep Koen, het mandje in zijn handen was nog de eenige
poovere werkelijkheid, toen de knecht, zacht, de deur voor hem open deed.
Men had het zieke kind niet verteld wie er dien middag op het bezoek-uur
komen zou. Zij lag, overdag en 's nachts, in dit witte kamertje, zoo stil en
onbewogen, zij scheen niet meer bereikbaar voor vreugde noch droefheid. Bij
het komen en gaan der ouders, broers en zusjes, een enkel vriendje of vrien
dinnetje uit de plaats, lichtte zij haar hoofd niet op uit de kussens, en geen
glimlach bewees hun of zij welkom waren of niet. Niemand ried wat in dit uit
geteerd figuurtje omging, niemand zag wat haar ingezonken oogen zagen,
terwijl ze bijna onafgebroken lagen te staren naar de deur, recht tegenover het
bed, niemand wist waarvoor Nannie Reuder nog leefde.
Koen de Wijs alleen zou het weten. Wat hij zich had voorgedroomd van
Nannie's gezichtje op het oogenblik dat hij haar de goudvisschen in de
schitterende luchtbel vertoonde, dat gebeurde al vóór hij het mandje geopend
had. Dat gebeurde, terwijl hij daar nog stond, in diepe bedremmeling, op het
matje bij de deur, en sprakeloos naar haar keek. Een zacht rood vloeide over de
marmeren witheid van haar wangen, alsof een beeld langzaam te leven begon,
en haar mond sprong open als een bleeke bloem naar het licht. Zij lachte
tegen hem, zij lachte hem toe met haar geheele lieflijke wezen, met haar oogen,
die hij nog nooit zóó had gezien, oogen, waaruit het menschengeluk uit onge
weten diepten aangloeide. Dit was Nannie, Nan van vroeger, Nan van nu....
het meisje. Hij zag nog haar armen, borduurselmouwen, met twee dunne
handjes al verder eruit.... haar voorhoofd, dat uit den lichtkrans van haar
blonde haren, zich hief vóór hij, zijn groot jongenslijf over haar, den
kus der liefde voelde voor de eerste maal.
Koen", fluisterde haar heesche stem.... Ik wist het wel.... Ik lag te
luisteren.... Eiken dag kon het.... Ik was alleen zoo bang.... Nu bén
je er, Koen."
Hij kwam, zonder dat hij begreep hoe, op den stoel voor het bed te zitten.
Het mandje eronder. Van het omringende, van het witte tafeltje met een glas
water en een cyclaam, werd hij slechts de omtrekken gewaar. In zijn hoofd
was n blinkende gedachte: zij had hem verwacht! Nannie Reuder had in
deze donkere dagen zóó vast op hem vertrouwd, dat zij zijn voetstap hoorde
achter de dichte kamerdeur. En zijn hart verademde.... ademde diep.
Met haar handje verslonken in zijn vuist, zat hij daar, en al wijder werd het
gevoel, waaraan hij geen naam kon geven, het gevoel: een man te zijn. En lief
te hebben, iets heel liefs. Hij zag nauwelijks hoe nietig het nog maar was onder de
strakke sprei, die aan het voeteneinde even welfde... hij zag alleen hoe daarin
twee oogen hem zochten, zich hechtten aan de zijne, alsof ze zich nestelden.
Niet meer met de lippen lachte Nannie hem toe, die lagen week en stil, enkel
met de innigheid van dien vasten, vollen blik. Zij was blij.... Moeder had het
goed geraden.... Blij, omdat hij gekomen was... Op tijd. Hoe had hij ooit
kunnen geloovén, dat zij niet....
De vacantie is vandaag begonnen". Hij verklaarde het plotseling, te luid
van verlichting.
Zij maakte geen gebaar, maar in haar oogen zag hij den weerglans van zijn
vreugde om de bevrijding, nog juist op tijd. En hij was tevreden, dat zij ook
dit nu wist: den eersten dag was hij gegaan, niet den tweeden. Hoe wijs was
moeder....
Tot spreken kwam Nannie Reudcr niet meer. Met die enkele woorden,
waarmee zij hem verwelkomd had, was tusschen hen beiden alles gezegd. Nu
en dan streelde haar wijsvinger, als een waskaars je, over den rug van zijn
jongenshand, die haar andere hand omvatten bleef, alsof ze er geheime teekens op
schreef. En soms knipte ze met de lange oogleden in opperste
verstandFRAAIE
KER6T
GESCHENKEN
Kronen
lampen
Kappen
Bronzen
MAKloostcrhuis
houding. Het kwam er niet op aan, of de tijd verstreek. Niets kwam er nu meer
op aan. Koen vergat al wat hij zijn meisje nog had willen vertellen. Zelfs de
groeten van vader en moeder. En het mandje met de goudvisschen. Hij deed
nog n vraag, en hij gaf nog n antwoord, dat aan het teedere zwijgen stil
ontsprongen was. Hij vroeg: Heb je nu nog pijn, Nan?" zóó innig, alsof hij
al haar pijnen zelf doorleden had. En daarna, zonder samenhang, maar duide
lijk genoeg voor haar aan de lichte kim:
Jongens denken soms, dat ze.... andere meisjes.... ook aardig vin
den. Meisjes, zooals Stans en.... Lizzy van den Bosch.... Maar, Nan,
dat is niet zoo.... dat lijkt maar zoo. Eén is het toch altijd.... n...."
De verpleegster trad waarschuwend binnen. Vond loutere stilte. Trok zich,
als op den drempel van een groot geheim, in den versten kamerhoek, waar de
drankjesfleschjes blonken, terug.
Toen stond Koen op, ijl en onzeker op zijn beenen, als na een feest. En toen
zei Nanuie, met haar verzadigde stem, en terwijl haar oogen dicht vielen:
Ik ben wel moe.... Maar ik ben niet bang.... Wat een lange reis heb
je voor me gemaakt.... lieve Koen".
De Zuster wenkte. Hij bukte zich werktuigelijk, nam het mandje weer op.
Het aardsche, dat in het koninkrijk der hemelen ziin bestemming verloren
had.
En ging den weg terug, bedroefd en gelukkig.... diep-bedroefd.... en
diep-gelukkig.... een mensen onder de menschen, gelijk zijn moeder het
voor hem had gewenscht.
Koldewey & Corbière
Leidschestraat 30 - Amsterdam
Specialiteit int
WIT LACQUE MEUBELEN
VOOR SLAAP-, LOGEER- EN KINDERKAMER